Hoofdcategorien
Home » Tokio Hotel » | Wasser, Feuer und Benzin. | » .Vier.
| Wasser, Feuer und Benzin. |
.Vier.
Een zware voetstap galmde door de gang.
'Tom, gast. Zet die gsm op stil.'
'Nee.' antwoordde ik met mijn blik nog steeds op het schermpje gefixeerd, en daarmee was voor mij de kous af. David kon de boom in. Alsof we niet doorhadden dat hij ons beu was, verdomme. Dat hij dan vertrok. Missen zouden we hem niet. Absolíºíºt niet.
Ineens hing er een vreemde spanning in de lucht, eentje die ík zelfs kon proeven op mijn tong, die iedereen op het puntje van zijn stoel deed balanceren. Er stond iets te gebeuren, zover was ik ook al.
De zware stappen hielden stil. De deur ging open. En ik liet mijn iPhone bijna vallen.
Gott, wat een móórdgriet.
David glimlachte naar haar. Hij kende haar wel, waarom wij niet? Waarom ík niet? Mijn onderbuik klopte toen ik haar scande. Vurig rode haren, korter dan ik gewend was. Een klein, fijn gezichtje. Een lief neusje, schattig. Volle lippen, glinsterend alsof ze recht uit een lipgloss-reclamespot hier binnen kwam gevallen. Een groen tanktopje, heel simpel maar zó opwindend. The more I drink, the better you look. Het goudkleurige opschrift sloeg vast niet op haar. Gott, ik kon er nog steeds niet van over. Haar borsten waren gewoon perféct, haar buik plat, haar taille smal, haar kont hemels, haar benen lang en gespierd door het ultrableke jeansshortje, haar voeten klein maar stevig in de werkschoenen. Oh ja. Die zou zó ideaal in in mijn bed passen. Alsof het voor haar gemaakt zou zijn.
Maar wat deed ze hier?
En wat deden wij hier nu ook alweer?
Chauffeur, ja natuurlijk. Dat ook nog. Ik concentreerde me er liever op hoe haar zo snel mogelijk uit die kleren te krijgen.
'Meneer Jost?' Haar stem was beslist maar bescheiden, een stem die je niet kon negeren maar ook de aandacht niet overdreven trok. Gewoon, net als de rest, gewèldig.
'Carline Braegelmann?' glimlachte David nog steeds. Hij stond op, toen zei ze met die stem van haar Gewoon Carl is goed. en proestte Georg het uit. Davids blik verschoof maar moeilijk naar onze bassist, en ik bedacht toch wel ietwat jaloers dat ik dus duidelijk niet de enige was die moeite had met ademen door haar figuurtje. Ach wat. David zal heus niet degene zijn die deze vangst binnen haalt, ook al kon hij er soms toch wat van. Ze was van mij, Carline. Cí rl.
'Ook goed.' grijnsde hij nog steeds. Zijn ogen vlogen over haar lichaam en hij ademde diep in. 'Carl, dit zijn Tom, Bill, Georg en Gustav; gitarist, zanger, bassist en drummer.'
'Ik doe ook alle toetsen,' grijnsde ik, keek nog eens veelbetekenend naar haar lichaam en vervolgde met mijn bekende ik-ben-op-jacht-glimlachje dat Bill maar een heel klein beetje haatte, 'zelfs de jouwe.'
'Weet je, Tom,' zei ze met een oppervlakkige blik, 'waarom mannen zo moeilijk oogcontact maken?' Ik grijnsde, kwam een beetje overeind van de leuning. Mijn val klapte bijna dicht. Ze had blijkbaar alleen míjn naam onthouden. Nu kwam mijn genadeslag. Mijn tong vond mijn piercing automatisch.
'Nee.' zei ik lacherig, wetend dat ze straks, over maximum een halfuurtje - afhankelijk van hoe lang die chauffeur nog op zich liet wachten - zou kermen van plezier.
'Omdat borsten geen ogen hebben.' Ik hapte geschokt naar adem. Er was inderdaad een val dichtgeklapt en het was niet de mijne. Maar dan kende ze me nog niet, oh nee. Haar krijgen zou ik, of ze nu wilde of niet. David schaterde het uit.
'Ad rem. Daar hou ik wel van, proficiat.' Ze keek weer naar hem, glimlachte een beetje. 'Alle gekheid op een stokje, we zouden nog vergeten waar we gebleven waren. Jongens, mag ik jullie voorstellen,' lachte hij mysterieus, 'Carl Braegelmann, jullie chauffeur.'
Ho eens even. Een klein momentje. David had gezegd: Carl Braegelmann, jullie chauffeur. Wacht eens even, dat ging hier niet zomaar. Als door een slang gebeten sprong ik op.
'Een VRÃâÃÅ¡W??' riep ik verontwaardigd, net op hetzelfde moment dat Bill ZíJ?? loeide en Georg ALS CHAUFFÃâ°ÃÅ¡R?? schreeuwde. Gustav bleef zitten en lachte een beetje in het wilde weg, zoals we van hem gewend waren.
David zakte een terug in zijn stoel, toch wel een beetje van zijn stuk. Maar zij, die hemelse, onaantastbare godin waarvan David durfde beweren en ik onmogelijk wilde geloven dat ze onze chauffeur ging worden, zij bleef er zeer kalm onder. Ze gooide me een onooglijk vuile blik toe en zette een stap achteruit.
'Jij bent één van die mensen waarvan ik écht niet kan begrijpen dat ze van miljoenen zaadjes de snelste zijn geweest.' De woorden ketsten af tegen de wanden. Ik was, zonder meer, geschokt. Jí , ik had pit verwacht. Maar geen hele graní í tappel, verdomme!
Bill piepte en balde zijn vuisten; klaar om haar van repliek te dienen. Maar alweer was ze sneller. Ze liet haar ogen ook over de anderen glijden, alsof ze sluikstortafval waren, focuste zich weer op mijn broer en zei dan, zonder enige emotie in haar stem: 'Zeg Bill, zit er eigenlijk één Y-chromosoom in jou?'
Bill bevroor, zakte terug op zijn stoel. Zijn mond hing een beetje open, zijn blik gefixeerd op de rand van het bureau. Georg hield verdere commentaar binnen. Die wilde liever niet afgemaakt worden. Verdomme zeg, wat dacht dat kreng wel?
'Dí vid?' zei ik, mijn stem nauwelijks onder controle. Hij was degene die haar kon intomen, en wees er maar zeker van dat hij dat ging doen.
'Wat, Tom? Verbaasd dat ze niet meteen voor je op haar knieën viel?' Mijn ogen knipperden zonder dat ik daar opdracht toe had gegeven. Een complot, dat was het. Een complot om ons helemaal de verdoemenis in te helpen, hij en dat wicht (dat wel nog steeds een lekker lijf had, dat wel) hadden de handen in elkaar geslagen om ons succes helemaal kapot te maken.
Kom dat tegen.
Geschokt zaten we op de stoelen, die we niet onder ons voelden. Haar woorden weerkaatsten nog steeds tegen de muren, bonkten tegen onze hoofden, handen, buiken, benen, voeten. Nog nooit nooit nóóit had iemand mij zó op mijn plaats gezet.
En ze zag er uit alsof ze dat nog veel zou doen.
En terwijl David trots naar haar keek, de bekende Yap, dit is een blijvertje.-blik zijn ogen deed schitteren en haar het contract met de nodige zwier voorlegde, besefte ik dat deze tour niet anders kon dan grandioos mislukken. Maar in bed zou ik ze krijgen. Daar kon ze gif op innemen. De jacht was nu pas écht begonnen.
'Wanneer wil je rijles?' Haar gezicht vertrok bij die woorden, alsof ze niet wilde horen dat ook zíj nog les zou moeten nemen.
'Ik hoef geen rijles.' David plaatste zijn handen op de rand van zijn bureau en leunde achterover. Ik wist al hoe laat het was. David werd niet graag tegengesproken. Dat wisten wij al. Maar zíj nog niet. Dit kon nog leuk worden.
Maar David gaf geen bevelen. Nee. David glimlachte. Hij GLIMLACHTE. En zei: 'Goed.'
Ik herhí í l: David zei Goed. Ik slikte, volledig geschokt. Dat zouden wíj eens moeten proberen, verdorie.
'Mag ik je D-rijbewijs voor bussen dan zien?' Ze klemde haar kaken op elkaar, griste de pen uit Davids hand en tekende. Daarop keek ze hem nog eens diep in zijn ogen, graaide het kaartje dat hij demonstratief naar haar toestak van tussen zijn vingers en vertrok. Ons - en dus mij ook niet - keek ze geen één keer meer aan.
Wat zei ik? David werd niet graag tegengesproken. En ze kon dan wel de slag tegen óns gewonnen hebben, de oorlog met David was nog maar pas begonnen.
De grijnzen die volgden op de slaande deur vulden de kamer met vrolijk licht.
Ik wist niet goed aan wiens kant David nu precies stond, maar twee minuten geleden was dat zeer duidelijk de onze.
En daar werd ik heel opgewekt van. Héél opgewekt.
Reacties:
Go Carl. Go Carl.
Dit is echt geniaal hoe ze tegen ze uitvalt.
Ik vind dit geweldig.
Dan ga ik dadelijk gezellig al mijn klasgenootjes vervelen, met mijn veels te blije bui.
x Kirsten.
XDXD
*dood*
ik flikker bijna de stoel om van het lachen dit verhaal is GENIAAAAAAAAAL!
snel verder <3
xxx.
'Een VRÃâÃÅ¡W??' riep ik verontwaardigd, net op hetzelfde moment dat Bill ZíJ?? loeide en Georg ALS CHAUFFÃâ°ÃÅ¡R?? schreeuwde. Gustav bleef zitten en lachte een beetje in het wilde weg, zoals we van hem gewend waren.
HAHAHAHAHAHAHAHAHAHA *platter dan plat*
Oké, die was echt grappig^^
Dit is echt supergeniaal!
Ow
Mie
Got
I love this so badly.
Carl en Tom, vonkende combinatie. Dat kan alleen maar stomen, op de positieve en negatieve manier.
En arme Bill, die opmerking was geniaal, maar best wel erg.
Ik vind het trouwens cool dat Carl zo op Tom in gaat. Echt, kei cute.
En Georg en Gustav zijn altijd cool, Carl mag daar niets tegen zeggen, dat vind ik niet leuk voor hen.
Trouwens. Sofie.
Wist je dat:
- Carl een van de geniaalste personages ooit is?
- jij de jongens geniaal neer zet?
- dit verhaal geniaal is?
- jij geniaal bent omdat alles van jouw hand ook geniaal is, en ik best wel logisch aan het denken ben?
- ik van dit verhaal, én van jou houd?
Lalala. ^^
Jij verdient HUGEEEEEE reacties, maar je moet het doen met deze. Sorry.