Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Schrijfwedstrijden » The Green Mile.

Schrijfwedstrijden

24 sep 2010 - 17:18

971

0

300



The Green Mile.

Met een zachte zucht laat ik me weer door het harde bed verwelkomen. De gang wordt slechts verlicht door één enkel peertje, die boven mijn cel flink zijn best doet om de zon te evenaren. Ik ben bang in het donker.
Ik ga op mijn zij liggen en snik zachtjes. Waarom doet God me dit aan? Ik ben een kind van God en toch laat hij mij lijden. Aan de andere kant had ik het ook wel verwacht. Jezus is ook niet ouder geworden dan vijfendertig. Ik wist dat ik het ook niet zou halen, maar de klap komt alsnog hard aan. Ik weet dat er vele mensen zullen zitten die mijn bloed willen zien vloeien, die me willen horen gillen, die me willen zien lijden. Het doet diep van binnen ergens pijn, maar het doet me meer pijn dat ik weet dat ik, net als Jezus, een paar mensen heb die in mijn onschuld geloven.
Paul Edgecomb, beter bekent als boss, zit aan het bureau, aan de andere kant van de gang. Ik heb de cel naast de isoleercel. Laatst nog meerdere keren leeg gehaald. Onder andere voor Mr. Jingles, de muis die eerst van Del was. Voordat Del heen ging. Dit was wel een grappig gezicht, omdat ze Mr. Jingles gewoon maar niet te pakken kregen. Daarna nog een paar keer voor Wild Bill, die door Percy is neergeschoten.
Ik ben nu de enige hier, op de stille Paul na. Het voelt fijn, ik hoef niemand meer verantwoording af te leggen. Ik ben eindelijk alleen, en het voelt alsof ik richting de Hemel zweef. Afgezien van het bed waar ik nu op lig.
Op eens hoor ik voetstappen. Paul komt naar me toe lopen.
“John?”¯
“Ja, boss?”¯
“Wil je hier weg?”¯ Hij kijkt me aan met een gezicht dat vol pijn staat.
“Nee.”¯ zeg ik beslist.
“Waarom niet?”¯
“Omdat ik jullie ga missen.”¯ Het komt recht uit mijn hart, en het klopt ook. Ik ga boss en Brutal missen. Natuurlijk ook de andere.
“John, als jij weg wilt, dan mag je gaan. Je celdeur is los. Ik zeg wel dat je me hebt overmeesterd en bent ontsnapt.”¯
Boss, God heeft me hier geplaatst om te sterven. Ik zal sterven, omdat het God’s wil is.”¯ Dan keer ik mijn hoofd weg. Ik wil niet meer praten, ik wil slapen. Weer hoor ik voetstappen en Paul is weggelopen. Even later hoor ik zachtjes muziek spelen.
Ik denk na over Paul’s voorstel. Het klopt, ik wil niet weg, maar ik wil nog zoveel meemaken. Een film bekijken in de bioscoop, in het echt een mooie vrouw zien zingen en ik wil nog éénmaal aan de waterkant zitten en naar de eendjes kijken. Maar, God heeft er voor gezorgd dat ik moet gaan, dat ik moet sterven. En God’s wil is wet.
Voordat ik het weet ben ik in slaap gevallen en de volgende morgen komt sneller dan verwacht. Ik had mooie dromen, vol met alles wat ik nog een keer wil doen. Ik sta op van het harde bed, stijf als het maar kan. Dat vind ik nog wel het vervelendste aan hier zitten. De stijfheid na een nachtje slapen.
Brutal komt aanlopen. Ik zie een soort pijn op zijn gezicht staan,
“Gaat het goed?”¯ vraag ik hem. Hij knikt als antwoord.
“Ik wil alleen niet jou executie uitvoeren.”¯ Zegt hij.
“Het is goed, het moet van God.”¯ Ik kijk hem aan. Tranen staan in zijn ogen.
“Als het moet van God, waarom doet het dan zo’n pijn? Vertel het me John. Jij hoort hier niet te zitten. Jij hoort buiten je dromen waar te maken!”¯ Een golf van begrip spoelt door me heen. Hij begrijpt dat ik mijn dromen waar wil maken. God wilt het alleen niet.
Ik ga weer op mijn bed zitten en Brutal loopt weg. Weer stromen de tranen langzaam over mijn wangen. Ik voel me zo’n egoïst, omdat ik dood wil. Tegelijkertijd voel ik me een egoïst, omdat ik mijn gave niet met de wereld wil delen. Ik weet gewoon niet wat ik moet doen, het doet me pijn, ik kan er niet meer tegen.
De uren verstrijken langzaam, terwijl ik nog steeds zit na te denken. Deze mannen zijn mijn vrienden, ik wil ze niet kwijtraken, maar ik raak ze sowieso kwijt. Ik neem mijn besluit, en roep Paul. Paul komt aanlopen en staat stil voor mijn cel.
“Wat kan ik voor je doen, John?”¯ vraagt hij me.
“Ik zou graag met jullie een film willen kijken. Omdat overmorgen mijn executie is. En ik zou graag morgen wat van dat lekkere brood van uw vrouw willen eten, als zij het voor me wilt bakken.”¯
“Maar natuurlijk John. Ik zal naar huis bellen en het met mijn vrouw overleggen, en over een uur of twee, zie jij een film met ons”¯ Een glimlach siert mijn gezicht.
Die avond zijn alle bewakers aanwezig. We gaan met z’n allen naar een zaal, waar een ding staat die de film afspeelt. Ook hangt er een groot wit kleed en er staan heel wat stoelen. Ik ga er op één zitten en Hal zet de film aan.
Gefascineerd kijk ik naar het doek, met een grote glimlach op mijn gezicht. Het is net alsof ik die mensen kan aanraken en alsof ik met ze mee kan dansen. Het is geweldig, ik ben helemaal verkocht.
De volgende avond komt Paul aanlopen met het zelfgebakken brood van zijn vrouw. Ik besluit om mijn cel uit te gaan. Paul knikt alleen maar.
“Wilt u ook een stukje, boss?”¯
“Neem maar mee voor onderweg.”¯
“Bent u er alleen?”¯
“Ja.”¯
“Wilt u tegen de anderen zeggen dat ze mijn vrienden zijn? Dat ze heel speciaal zijn?”¯
“Ik zal het doen.”¯ Dan sla ik mijn armen om Paul heen. Ik neem het brood van hem aan en loop nonchalant naar buiten toe. Als ik veilig en wel van het gevangenisterrein af ben, begin ik te rennen. Op weg naar een nieuw leven. Morgen ga ik als eerste eendjes kijken.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.