Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Hollywood Whore » Three.
Hollywood Whore
Three.
Vanuit het niets gaat mijn telefoon over. Ik pak mijn tasje en pak mijn telefoon eruit. ‘Brandon’ staat er op mijn beeldscherm. Ik spring op van het bed.
“Ik ga even op het balkon telefoneren met mijn broertje, goed?”¯ Bill knikt. Ik loop naar het balkon, en neem op.
“Hey broertje.”¯
“Robin!”¯ klinkt het snikkend aan de andere kant van de lijn.
“Brandon, wat is er?”¯ vraag ik verschrikt.
“Mama,”¯ brengt hij er moeizaam uit.
“Wat is er met mama?”¯
“Mama… Een touw… Ophangen… Oh, Robin, ik ben zo bang dat mama dood gaat.”¯ Ik sla verschikt een hand voor mijn mond.
“En ze hebben jou gebeld, in plaats van mij?”¯
“Ja.”¯ Mijn broertje is ondertussen helemaal ontroostbaar en huilend hangt hij aan de telefoon.
“Kan je hierheen komen?”¯ vraagt hij.
“Ik kom eraan. Ik beloof het je. Ik zit in een hotel, ik ben er met ongeveer een halfuurtje, oké?”¯
“Ja.”¯
“Geen stomme dingen doen, oké? Als ik thuis ben kijken we verder, oké?”¯
“Ja.”¯
“Tot zo moppie.”¯
“Tot zo.”¯ En dan wordt de verbinding verbroken. Verslagen loop ik naar binnen.
“Wat is er?”¯ vraagt Bill.
“Ik moet nu naar huis. Sorry, het spijt me echt. Mijn moeder… Mijn broertje… Ik kan mijn broertje niet alleen laten…”¯
“Wat is er dan?”¯
“Mijn moeder heeft geprobeerd zich op te hangen. Voor de rest weet ik ook niets. Ik ga naar de psychiatrische inrichting bellen in het ziekenhuis en ik moet naar mijn broertje toe.”¯ Bill knikt.
“Zal ik meegaan?”¯
“Graag.”¯ Bill glimlacht breed.
“Ik zal Tom even bellen.”¯ Hij wijst naar zijn koffer, die in een hoek staat.
“Pak er maar een broek uit.”¯ Ik glimlach breed naar hem. Dan loop ik naar de koffer toe en pak er een broek uit. Bill is ondertussen met Tom aan het bellen. Ik doe de broek aan, graai al mijn spullen bij elkaar, stop deze zo goed en zo kwaad als het kan in mijn tasje en houd mijn pumps in mijn hand. Bill heeft opgehangen, en kleed zich in no-time om.
Als we het hotel uitstappen, staat er een taxi klaar. Ik en Bill stappen in. Ik noem mijn adres en we racen erheen.
Als we er zijn, spring ik uit de auto. Bill betaalt de chauffeur en rent me achterna. Ik ben ondertussen al bij de voordeur van het appartementencomplex en draai deze net van het slot. Ik storm naar binnen met Bill op mijn hielen.
“Het zijn zes trappen.”¯ waarschuw ik hem alvast. Ik ren ze alle zes op met Bill op mijn hielen. Ik ren de galerij op en ren naar mijn voordeur. Deze staat al op een kier, daar heeft Brandon al voor gezorgd. Ik ga naar binnen.
“Brandon!”¯ roep ik uit.
“Woonkamer,”¯ is mijn zachte antwoord. Ik knik naar Bill en loop naar de woonkamer. Brandon zit op de grond, een glas bier voor zijn neus en dikke, rode ogen van het huilen.
“Je mag niet drinken als ik er niet bij ben.”¯ Hij knikt.
“Dit is een uitzondering.”¯ Ik zucht eventjes en ga naast hem zitten. Bill gaat op mijn lievelingsstoel zitten.
“Weet je al meer over mama?”¯ hij schudt zijn hoofd.
“Wie is dat?”¯ Hij wijst op Bill.
“Bill,”¯ zegt Bill alleen maar. Brandon knikt.
“Ik ga even bellen. Blijf hier.”¯
“Komt goed,”¯ zegt Bill. Ik pak de draadloze huistelefoon en loop naar mijn slaapkamer toe. Daar ga doe ik de deur dicht en ga op mijn bed zitten. Ik toets het nummer in van de afdeling waar mijn moeder zit. De telefoon gaat 3 keer over, dan wordt er opgenomen.
“Hallo, met Robin Andrews. Mijn moeder ligt bij u op de afdeling en ik zou graag willen weten hoe het met haar gaat.”¯
“Ah, mevrouw Andrews, Zuster Joanna Paltrow hier. We kunnen u nog niet vertellen het met uw moeder gaat. Ze ligt nu nog in een kunstmatige coma. Ze heeft zichzelf opgehangen. Wij hoorden alleen een bons, toen zijn we naar haar kamer toegesneld. We waren bijna te laat, als we een halve minuut later waren geweest, was ze dood geweest.”¯
“Oké. Oh, en waarom heeft u mijn broertje gebeld, in plaats van mij?”¯
“Dat is een foutje geweest. We bellen u wanneer we meer weten.”¯
“Lekker dan. Is goed. Tot ziens.”¯
“Tot ziens.”¯ Ik verbreek de verbinding en ga weer naar de woonkamer toe. Bill en Brandon zijn druk in gesprek. Als ze mij zien valt het gesprek stil. Ik zucht en loop naar een kastje toe. Daar ligt een nog vol pakje sigaretten. Ik pak het, maak het open, pak er één uit en steek deze aan. Dan plof ik neer. Twee paar ogen kijken me nieuwsgierig aan.
“Ze waren net op tijd. Ze ligt in een kunstmatige coma. Ze bellen als ze meer weten.”¯ Ik zucht diep en ga met mijn handen door mijn haar.
“Zal ik hier blijven?”¯ vraagt Bill. Ik kijk Brandon aan.
“Ik vind het prima,”¯ zegt deze.
“Graag,”¯ fluister ik en pers een klein glimlachje op mijn gezicht, terwijl de tranen achter mijn ogen branden.
“Sorry Bill. Sorry voor de troep. Sorry voor nu.”¯
“Het geeft niet,”¯ zegt hij. Ik glimlach.
“Zullen we gaan slapen?”¯ vraagt Brandon.
“Ja.”¯ Brandon staat op en gaat naar zijn bed. Ik ga Bill voor naar mijn slaapkamer. Ik doe mijn nachtkleding aan en geef Bill een joggingbroek. Deze knikt dankbaar. Dan ga ik in mijn bed liggen en als Bill zich heeft omgekleed komt hij naast me liggen. Ik doe het licht uit, doormiddel van het touwtje dat boven mijn bed hangt. Bevangen door het donker laat ik nu mijn tranen de vrije loop. Bill slaat een arm om me heen.
“Het is goed meisje,”¯ fluistert hij.
“Je bent bijzonder, Bill,”¯ fluister ik terug. Dan veeg ik mijn tranen weg en val eindelijk in een dromenloze slaap.
Wat zielig ._.