Hoofdcategorieėn
Home » Twilight » He... and Me? » Hoofdstuk 1.2
He... and Me?
Hoofdstuk 1.2
Nietsvermoedend lig ik in het gras, in de schaduw van de grootste boom in de tuin. Mijn woede ebt langzaamaan weg. Nu ik moet wachten op Aro, gieren de zenuwen door mijn lichaam. Niet dat iemand dat zal merken, mijn hart gaat niet sneller van kloppen. Het klopt sowieso al niet. Alec komt stil naar me toe gelopen. Pas als hij boven me hangt, merk ik hem pas op. “Hee.”¯ Mijn stem tinkelt een beetje. Een glimlach komt op mijn gezicht als ik hem zie. Ik kom langzaam rechtop zitten en draai me zo dat ik tegenover hem kom. Hij kijkt me nieuwsgierig aan. “En? Al gevraagd?”¯ Ik weet gelijk waar hij het over heeft. “Nee, hij was in gesprek met Caius en Marcus. Het zag er belangrijk uit, dus ik liet ze maar even.”¯ Even ben ik stil. “Wil je dit echt voor me doen?”¯ Eigenlijk geloof ik nog steeds niet dat hij echt mee wil. “Bella toch, hier hebben we het al over gehad.”¯ “Ja, weet ik, maar ik geloof je niet dat je dat voor me over hebt.”¯ Beschaamd kijk ik naar mijn benen en speel met het gras dat er tussen geplet zit. Niet snel daarna voel ik hoe hij zijn armen om me heen slaat. Hij trek me zachtjes tegen zich aan. “Ik ben er altijd voor jouw.”¯ Op fluistertoon komen de woorden mijn oren in. Sommige zouden het verkeerd interpreteren als ze het zouden horen, maar ik weet wat hij bedoelt. De glimlach op mijn gezicht word nog groten. “En ik voor jouw.”¯ Ik kruip nog iets dichter tegen hem aan.
We zitten al een tijdje zwijgend onder de boom als Aro aan komt lopen. “Ik dacht al dat je hier zou zitten.”¯ Lachend komt hij op ons af. Hij komt altijd lachend op mij af, en dat ergert Jane behoorlijk. Nu hij dat bij mij doet en niet meer bij haar, ben ik dus zijn lieveling geworden. Dat zit haar dwarg, al zal ze het nooit toegeven. “Maar goed, je wilde me spreken.”¯ Zijn stem klinkt nieuwsgierig, met een vleugje vermoeidheid erin. Ik ga staan om op gelijke hoogt met hem te komen. “Wel ja.”¯ Begin in. “Ik wil graag doen wat je aan me vroeg.”¯ Afwachtend kijk ik hem aan. Alec is ook achter mij ook opgestaan. “Ik zou graag meewillen, als u het niet erg vindt.”¯ Mengt hij zich in het gesprek. Aro’s gezicht gaat van blij, van mijn mededeling, naar overpeinzend, door Alec’ mededeling. Achter me pakt Alec mijn hand, en knijpt er zachtjes in. Samen hopen we dat hij “Ja”¯ zal zeggen. “Ik zou graag meewillen, vooral omdat de Denali’s Bella kennen. Ze weten hoe ze is, en hoe ze het best, als het op een strijd uitloopt, haar moeten verslaan. Ook zullen ze niet zo snel zullen geloven dat ze van ons komt. En ook voor als ze Hun tegenkomt.”¯ Een steek trekt door mijn lichaam. Het lijkt of ik in tweeën splijt. Ik sla mijn armen om me heen. Mijn benen begeven het, ik zak in elkaar op de grond. Alec slaat zijn armen om me heen om me op te vangen, maar hij is te laat. Ik zit al op de grond. Hij trekt me tegen zich aan. Fluisterend in mijn oor, hoor ik allemaal sorry’s en troostende woorden. Nog altijd voel ik pijn als er over hun gesproken word. Het is hier algemeen bekend wat er is gebeurt tussen de Cullens en mij. Iedereen probeert zo veel mogelijk dat onderwerp te mijden. Alec drukt me nog steviger tegen zich aan, als ik begin te shokken van het droog huilen. Aro kijkt me medelijden aan. Hij weet tot ieder detail wat zich heeft afgespeeld toen in het bos. In zijn ogen zie ik het antwoord van onze vraag.
Reacties:
meeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeer xxxxx shauny
echt super