Hoofdcategorieėn
Home » Overige » Stand Alones Schrijfwedstrijden » Time for Spring to do its magic
Stand Alones Schrijfwedstrijden
Time for Spring to do its magic
Banner
Santana
Brittany
“Ik hou van de lente,”¯ fluisterde ze zacht in mijn oor. Ik verstevigde mijn grip om haar middel en drukte mijn neus in haar blonde haren. Een vleugje granaatappel, overheersend vanille, een lichte geur van zweet. Dat laatste lag aan het heerlijke lenteweer, dat eerste van tegen mij aanliggen. Granaatappelshampoo is mijn trade mark.
We zaten in het park, de avond begon al zachtjes zijn intrede te nemen, stapje voor stapje. De zon was al bijna niet meer te zien achter de bomen, de lucht kleurde van stralend lichtblauw naar mysterieus oranje met roze wolken.
Haar vingers vlochten zich in de mijne. “Hou jij ook van de lente?”¯
“Ja,”¯ antwoordde ik glimlachend terwijl mijn ogen over haar gezicht heen dwaalden, “ik hou ook van de lente.”¯
Ik wist niet waar ik haar gezelschap aan verdiende, en toch was ze hier, toch lag ze tegen me aan en praatte ze tegen me. En ik besloot er van te genieten zo lang het zou duren.
“Ik kan dit niet meer, San. Het ene moment rommel je met Puck aan en doe je alsof je opperbitch bent, en het volgende moment hebben we sexy-time en ben je heel lief,”¯ zei Brittany boos. Ze had haar handen op haar heupen gezet en fronste diep, in haar lichtblauwe ogen was niets meer van haar typische vrolijkheid te merken.
“Maar...”¯ Ik wist niet meer hoe verder te gaan, ze had gelijk. Ik was gewoon zó bang.
Ze zuchtte diep, in haar ogen verschenen tranen. Ik wilde de afstand tussen ons in overbruggen en met mijn duimen de tranen wegvegen, maar met haar dodelijke blik pinde ze me vast op mijn plek terwijl de tranen haar wang streelden op een manier waarop ik haar wou aanraken, zacht en traag.
“Ik wil niet meer wachten tot jij mans genoeg bent om van me te houden, om het aan anderen te zeggen. En aan mij.”¯
“Maar B, dat weet je toch?”¯ vroeg ik hopeloos.
Ze veegde ruw met de rug van haar hand over haar wangen en herpakte zich. “Je hebt het me nooit echt verteld. Nooit vertel je over gevoelens, nooit.”¯ Elk woord sloeg in mijn gezicht en klauwde mijn huid open.
“Ik kan het nu zeggen,”¯ slikte ik.
“Te laat.”¯
Ze nam mijn hoofd in haar handen en drukte haar lippen tegen die van mij. Ik versteende meteen, dit had ik niet verwacht. Ze zoog zachtjes haar adem in, alsof ze al het Brittany dat in mij zat uit me probeerde te zeggen. Toen ze niet veel later met een slaande deur vertrok, besefte ik dat dat precies was wat ze had gedaan.
Te leeg om iets te doen bleef ik staan, en ik kon zelfs niet huilen.
En toch zat ze daar. Ik snapte het niet, écht niet. Maar ik was bang dat als ik iets zou vragen ze dan weg zou gaan, dat ze dan weer zou weten dat ze eigenlijk onuitgesproken afscheid van me genomen had. Dus zweeg ik, maar trok haar nog net iets dichter tegen me aan en begroef mijn hoofd in haar hals.
Met mijn neus gleed ik langs haar zachte, blanke huid en mijn lippen kusten elk klein plekje tot ik alleen nog maar kippenvel onder mijn vingers voelde.
“Santana?”¯ Ze rechtte haar rug en draaide zich om in mijn armen, waardoor ik wel in haar ogen móest kijken.
“Ja?”¯ Mijn keel werd plots kurkdroog en ik voelde me plots zo cliché. Sinds wanneer was ik cliché? Ik was nóoit cliché. Ik was Santana, ik deed alles op mijn manier en iedereen moest zich maar naar mij buigen, in plaats van andersom.
“Zullen we bij de eenden gaan zitten?”¯ vroeg ze, een lief Brittanyglimlachje lichtte haar hele gezicht op. Ik knikte en liep met haar mee de helling af, ze sloot haar pink om de mijne en ik voelde de warmte meteen door mijn arm heen schieten. Meteen voelde alles weer zoals het oude, zoals het altijd was.
We gingen aan de kant van de vijver zitten, ze schopte haar schoenen uit en liet ze in het water zakken. Ik leunde voorzichtig tegen haar aan, bang dat ze opzij zou schuiven - maar dat deed ze niet.
“Ik hou van eenden,”¯ mompelde ze, terwijl ze met grote ogen de vooruit trappelende eenden volgde. Ook ik keek naar de dieren - Brittany's lievelingsdieren - en probeerde alles los te laten. Misschien was dit Brittany die me zei dat dit mijn laatste kans was, dat ik het nu of nooit moest zeggen. Dat als ik het nu niet deed ik haar écht kwijt zou raken.
“Brittany?”¯ Ik kuchte haar naam, maar ze had het gehoord en draaide zich nieuwsgierig naar me om.
“Ja?”¯
“Ik...”¯ trillerig haalde ik adem en probeerde dapper in haar ogen te blijven kijken, hoewel ik daar alle moeite mee had, “Oké, hier komt 'ie. Ik hou van je, oké? Heel erg. Alleen ben ik bang, bang voor iedereen en alles. Maar ik hou wel van je, en als jij over gevoelens wilt praten, dan doen we dat.”¯
Brittany grijnsde, duwde me achterover in het gras en nestelde zich tegen me aan. “Was dat nu zo moeilijk?”¯
Ik ging met mijn vingers door haar haren en speelde er speels mee. “Best wel.”¯
“Ik ben trots op je,”¯ zei ze glimlachend en duwde zich overeind, om een kus op mijn mond te drukken. Gretig inhaleerde ik zoveel mogelijk Brittany weer naar binnen, ik voelde een dam in mijn keel oplossen in het niets. Nu ik het eindelijk had gezegd, zou niets me meer stoppen volledig openhartig te zijn met haar. Maar niet nu.
Ze hing boven mijn hoofd, haar haar gleed langs mijn wangen, haar ogen fonkelden als een lentenacht. “Ik hou ook van jou.”¯
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.