Hoofdcategorieën
Home » Overige » Schrijfwedstrijd-stuff » Cola in de wind
Schrijfwedstrijd-stuff
Cola in de wind
Exit Music (For A Film) - Radiohead
Januari, 2021
De grijze resten van sneeuw plakken aan mijn slippers als ik naar de auto loop. Achter me, als een soort echo, staat John. In de voordeur. Zijn ene sok is rood en zijn andere is groen. Hij schreeuwt naar me. Hij haat me, roept hij.
De hendel aan de autodeur is koud en nat, er druipen losse stukken ijs van de voorruit. Auto in, deur dicht. Zijn stem klinkt als piepschuim zodra ik de motor aanzet. Als ik wegrijd, hoor ik alleen de verwarming nog maar. Weg. Hij is weg.
Witte strepen schieten in mijn dashboard. Regen - geen sneeuw, maar regen - tikt tegen mijn voorruit. Ik weet niet waar ik ben. Het geluid van de weg maakt me misselijk. De radio aanzetten wil ik niet. Boos zijn op John is moeilijk. Ik ben niet boos. Niet op hem. Het is logisch dat hij schreeuwt. Logisch dat zijn sokken de verkeerde kleur hebben. Logisch dat hij jaloers is, dat hij alles wil weten, dat hij denkt dat wat hij zegt interessant is.
Het wordt donker. Heel langzaam. Ik kan het zien. Ik wil niet dat het donker wordt. Zou hij gekookt hebben? Hij? Ik hoop dat hij haar in ieder geval van de crèche heeft gehaald. Mijn nek kriebelt. Mijn handen trillen. Ik had niet weg moeten gaan. Hij vroeg erom. Niet waar, hij was gewoon jaloers. Ik vroeg erom. Vroeg ik erom? Het maakt niet uit. Ik ben er bijna. Ik ben er. Bijna. Ik weet niet waar, maar ik ben er.
Tik. Tik. Tik. Tik. Tik. Ik. Haat mijn richtingaanwijzer. Altijd al gedaan. Vandaag nog meer. De rechter is niet zo erg, maar nu ga ik naar links en links tikt harder. Tik. Tik. Stop. Het is donker, nu. De zon is ontsnapt. Ik ook.
Het natte gras maakt mijn auto hobbelig. Gordel snijdt in mijn schouder. Voeten, koud. De motor slaat af, ik stap uit. Kippenvel op mijn armen, geen jas, geen sjaal. Het gras maakt een vreemd geluid als ik erop loop. Alsof ik droom, en mijn hersenen zijn vergeten hoe het echt klinkt als je op gras loopt, dus nu doen ze het maar zo.
Ik glimlach in mezelf, maar niet echt, alleen een beetje, en ik loop het asfalt op. Er zit nog een stukje ruimte tussen de lange witte streep op de weg, en de zijkant van de brug. Daar, dat stukje, dat is van mij, nu. Ik ga hier blijven. Voor altijd. Niet voor altijd, maar wel voor lang. Niet voor lang, maar wel voor vannacht. Niet voor vannacht, gewoon voor een tijdje. Een uurtje, misschien iets langer als de tijd wil dat ik langer blijf.
Ik loop door, tot het midden. Mijn slippers maken dat typische slippergeluid. De wolkjes warmte komen steeds net iets nadat ik uitadem, als echo in een oude telefoon. De ruis op de tv als er geen zender is - zo voelen mijn handen en voeten en armen en benen.
Ik buig over de rand heen, het koude blauw geverfde metaal drukt tegen de onderkant van mijn ribben. Water. Het is bijna zwart. Net niet. Bijna. Het wil dat ik mee ga, naar de bodem. Het wil dat ik denk dat ik erop kan lopen. Het wil dat ik het opeet. Om eerlijk te zijn ziet het er ook vrij eetbaar uit. Maar ik eet het niet. Natuurlijk eet ik het niet, het is water. Water eten kan niet. Dat is dom.
Heel voorzichtig draai ik het ringetje aan mijn linkerhand een keer om. Het kleine diamantje zit aan de binnenkant, nu. Het glinstert zwart, zoals het water. Ik weet niet of ik het mooi vind. Vroeger vond ik het mooi. Het glijdt over mijn ringvinger heen, onvoelbaar door de kou, maar toch zacht. En duur. Heel duur. Voorzichtig hou ik het tegen mijn lippen aan, mijn blauwe lippen, en het is warm. Ik weet niet wat ik aan het doen ben. Ik weet niet waarom.
Eigenlijk weet ik dat wel. Ik wil gewoon dat ik het niet weet. Mijn hand trilt als ik hem boven het water hou. Elleboog voelt vreemd, een soort van gebroken. Draai om, pols naar het water. Goud tikt tegen de binnenkant van mijn middelvinger. Het maakt geen geluid als het in het water valt. Het is stil, zacht, want water is pudding en water is eetbaar, en pudding is stil en heel langzaam, heel heel heel erg langzaam zinkt mijn ik-weet-niet-wat-precies naar de bodem, en daar ligt het over tienduizendmiljoen jaar nog en ik staar ernaar, en ik staar naar de golfjes in de pudding, de kleine ronde golfjes in de pudding, en mijn armen voelen als een tv en mijn ogen als de maan en mijn haar als cola. Cola in de wind.
Ik draai me om, leun tegen de koude blauwe leuning. Een auto rijdt langs me, warm licht achter raampjes, een jongetje dat een boekje leest in zijn kinderstoeltje. En dan is hij weer weg.
De rist van mijn vest tikt, tik tik tik tik, tegen het metaal van de brug. Ik doe mijn vest dicht. Het wordt niet warmer.
Ik vraag me af wat ik nu moet denken, wat ik nu wil denken. Misschien moet ik nooit meer teruggaan. Maar dat kan ik niet, want geld en John kan niet alleen op haar passen, en zij. Zij. Mijn zij. Ze voelt niet als iets van mij. Ze voelt gewoon als iemand, iemand in het klein, en toevallig ben ik haar moeder. Toevallig.
Ik heb Sam nooit verteld van haar. Ik heb Sam alles verteld, maar niet van haar, en alleen een beetje van John, maar dat is anders. Sam is anders.
Heel langzaam rits ik mijn vest weer open. De wind duikt in de zijkant, laat het wapperen. Het is niet veel kouder.
Tik tik tik, zegt het metaal tegen het metaal. Tik. Tik tik tik tik tik tik.
Ik heb dit gekozen - deze muziek - omdat het zo leuk de hele tijd door gaat. Je kan ermee voor een raam zitten en naar buiten kijken voor de rest van je leven. Ik wilde eerst niet dit doen, maar toen kwam vandaag en toen moest ik wel iets doen, dus het was dit. En hoe ik op het idee ben gekomen dit stuk te schrijven - om eerlijk te zijn weet ik het niet. Ik schreef gewoon maar wat, terwijl ik een beetje dat liedje luisterde, de hele tijd. En toen werd het zo. Toen werd het wat het nu is.
Hé, volgens mij heb ik dat album in m'n kamer staan.En. Kol. Dude. Jij bent zo geniaal.
Soms, als ik boeken lees, dan denk ik van omfg als ik toch eens zó kon schrijven...
Dat denk ik ook als ik dit lees. Like - omfg. <3
En. Ik vind het ook heel erg awesome hoe je dat tiktiktik uit het vorige verhaal mee hebt genomen, en hoe de gedachten springen enenenenen. Just too awesome. <3