Hoofdcategorieën
Home » Twilight » See you in the dark » hoofdstuk 6
See you in the dark
hoofdstuk 6
Voorzichtig opende ik mijn ogen. Ik had geen zin in een herhaling van laatst, dat ik niets zag. De vage, grijze verticale strepen in mijn zicht bevestigde alleen maar het vermoeden dat ik al had. Ik zat weer terug in mijn kooi. Een lichte kreun verliep mijn lippen toen dat besef goed en wel tot me doordrong. Ik was bijna ontsnapt, bijna. Nu was ik weer terug bij af. Waarom was ik niet eerder in de bomen gesprongen? Wat was er in godsnaam aan de hand met me als ze in de buurt kwamen? Gaven zij een bepaalde stof af? Een stof die ervoor zorgde dat ik niet fatsoenlijk kon bewegen? Ik wilde het zo graag weten. Antwoord krijgen zou ik echter niet.
Verveeld lag ik al een tijdje nu in mijn kooi. Alleen kwam Quinn nu niet om te zorgen dat ik weg kon vluchten, of op zijn minst weer een poging kon wagen. Ergens mocht ik hem wel, al had ik geen idee waarom. Al knaagde er ook iets aan me als ik erover nadacht. Ik had dan wel zo’n gevoel dat wat hij zei waar was. Dat hij me inderdaad hier vandaan had willen leiden, maar dat er daarnaast ook nog een staartje aan vastzat. Niet dat ik daar wat mee opschoot. Zoals ik al tegen hem had gezegd, ik zat hier toch. Zou hij nu ook komen? Ik hoopte het.
Het gekraak van bladeren verraadde dat er twee personen aankwam. Horende hoe diegenen liepen, wist ik al snel dat Quinn er niet bij was. Ze kwamen vast weer voor de zoveelste keer controleren of ik nog in mijn ‘o-zo geliefde’ kooi zat. Waar zou ik anders heen kunnen? Niet eens de moeite nemend mijn ogen open te doen, draaide ik me om richting hun. Zachtjes hoorde ik één van de twee praten. Benieuwd naar wat ze zeiden, hield ik me slapende, hopend dat ze dan door zouden praten. Toch moest ik me dan nog goed concentreren, ondanks dat ze ook nog dichterbij kwamen. Her en der ving ik wat woorden op. Wat me het meest opviel was dat ze het over hun leider hadden, maar dan niet zoals normaal groeperingen over hun leider praten. Het was vol ongeloof, alsof hij iets beslist of gedaan had wat normaal niet zou gebeuren. Benieuwd probeerde ik meer op te vangen, maar dat was nog altijd niet makkelijk. Het leek wel alsof ze steeds zachter gingen praten naarmate ze dichter bij mij kwamen.
Ik was in de vijf minuten dat ze naast mijn kooi hadden gestaan meer te weten gekomen dan me lief was. Quinn sprak dan wel de waarheid dat hij me hier weg wilde houden, maar dat was alleen op het eind geweest. Hij was diegene die mijn familie liet merken dat zij er waren, maar niet liet weten wat ze waren. Hij had daarmee mijn interesse willen wekken en ervoor zorgen dat ik ze zou zoeken. Het was allemaal een vooropgezet plan dat ik hierheen moest komen. Het ergste van alles was, dat hij zelf zichzelf als vrijwilliger had opgegeven om dat te doen, en als zoon van de roedelleider had hij die verantwoordelijkheid natuurlijk meteen gekregen. Hoe meer ik er over nadacht, hoe kwader ik werd. Wat er dan ook nu met hem gebeurde was zijn eigen schuld.
Alhoewel, ik miste hem ook. Hij was niet zo slecht als hij ik dacht, toch? Hij had me ook de sleutel gegeven om me hier zelf uit te laten komen. Of was dat een grap geweest, een test? Ik wist het niet meer. Hij deed aardig, maar aan de andere kant. Mijn hoofd tolde. Alles leek elkaar tegen te spreken. Wist ik wel het hele verhaal? Wisten hun eigenlijk wel het hele verhaal? Wie weet moesten ze dat zeggen, hopend dat ik het zou horen, zodat ze mij weer op het verkeerde been konden zetten. Er waren zoveel mogelijkheden waar ik ook nog niet aan gedacht had. Vermoeid sloot ik mijn ogen.
Geschrokken schoot ik omhoog. Iets had me doen opschrikken uit mijn slaap. De pijn die door mijn hoofd trok, doordat ik hem zo hard stootte tegen de bovenkant van mijn kooi, negeerde ik maar even. Ik moest weten wat me had doen opschrikken. Dat het midden in de nacht was, en het helemaal bewolkt was, hielp niet echt mee. Ik zag geen hand voor ogen. Vaag kon ik wat gekraak in de verte horen, maar daar hield het dan ook bij op. Alles werd zo zacht mogelijk gedaan leek het wel. Iets waar ik nu even niet tegen kon. Ik moest het weten.
Ik wist niet hoeveel tijd er voorbij ging, maar wel enige. Zo leek het althans. Wachten op wat er gaande was, was verschrikkelijk. Ik was al bijna weer in slaap gevallen. Echter net voordat dat gebeurde hoorde ik geschreeuw. Gelijk zat ik weer rechtovereind, dit keer wel rekening houdend met de bovenkant van mijn kooi. Proberend iets te zien, staarde ik naar de verte waar ik dacht dat de schreeuw vandaan kwam. Ik herkende de stem en moest weten of alles goed met hem was. Al kon ik me voorstellen dat dat niet was, anders zou hij wel niet aan het schreeuwen zijn. Ineens schoot door mijn hoofd wat ik hem eerder allemaal wel niet verwenst had. Ik voelde me zo schuldig. Hij kon er toch niets aan doen? Of was er nog meer gaande dan ik dacht?
Reacties:
WHOOHOO, GIRL~!
Gewoon geweldig & spannend geschreven. ALWEER!
Supeeeeeer!
X