Hoofdcategorieën
Home » Overige » Prompts » Drarry [Harry Potter]
Prompts
Drarry [Harry Potter]
Harry krabbelde onmiddellijk overeind, hoewel zijn lichaam ondertussen al flink begon te protesteren. Hij hoestte vanwege de rook, hijgde vanwege de inspanning. Glimlachte omdat hij het diadeem had. Ze waren er bijna, vertelde hij zichzelf. Ze waren weer een stap dichterbij de overwinning. Dichterbij vrede. Hij maakte aanstalten om de benen te nemen. Hermelien en Ron renden al voor hem uit. Hij wist eigenlijk niet waarom ze renden, er zat in principe niets achter hen aan. Voldemort en zijn dooddoeners, ja, maar die waren allemaal een eind verderop. Er was niemand te bekennen. Behalve Draco.
Draco. Harry wist dat Draco het duistere teken ook op zijn arm getatoeëerd had. Hij wist dat de jongen er ook bij hoorde. En toch, op de één of andere manier, geloofde hij niet dat de jongen slecht was. Hij geloofde gewoon niet dat Draco bij Voldemort hoorde, dat hij werkelijk zoveel afkeer had voor modderbloedjes en voor Harry. Het ging er gewoon niet in.
Niet aan denken. Rennen, achter Ron en Hermelien aan. Ze hadden een oorlog om te winnen en geen tijd te verliezen. Nul komma nul. Rennen.
‘Harry!’ hoorde hij roepen. Hij herkende de stem, wist wie het was, deed alsof hij het niet hoorde. ‘Harry!’ klonk het nog een keer. Dringend. Misschien was Draco wel gewond. Rennen, verteld Harry zichzelf. Hij hoorde zijn naam nog een keer geroepen worden en draaide zich om, zag Draco hinkend op hem afkomen. ‘Wacht,’ gebood de blonde jongen. Hij is een dooddoener, probeerde Harry zichzelf te vertellen. Hij wil alleen maar tijdrekken.
Toch gaf Harry hem de kans dichterbij te komen, zodat ze op een normaal geluidsniveau met elkaar konden converseren.
Draco pakte Harry’s arm vast en de jongen versteende, dacht heel even dat het een val was. Toen realiseerde hij zich dat Draco moeite had met staan omdat hij zich bezeerd had, en dat hij zijn best deed Harry zo min mogelijk pijn te doen.
Hij snapte het niet. Hij snapte er niets van.
‘Harry, ik moet je iets vertellen,’ hijgde Draco. Onwillekeurig wierp Harry een blik over zijn schouder. Hij constateerde dat Ron en Hermelien al uit zicht verdwenen waren. Zij waren een oorlog aan het uitvechten, terwijl hij hier stond met iemand die eigenlijk een vijand van hem was - maar helemaal niet zo voelde. Hij wist niet wat hij moest denken, maar zodra hij in de gaten kreeg dat Ron en Hermelien uit het zicht waren, knikte hij naar de jongen die zijn arm vasthield. ‘Wat is er?’ vroeg hij.
Draco keek hem aan. Iets in zijn ogen leek om hulp te smeken, alsof hij het wel wilde vertellen maar niet durfde. Het bleef stil. Tijdrekken, schoot het door Harry’s hoofd. Tijdrekken. ‘Draco?’ vroeg hij, om een antwoord los te krijgen. Te laat realiseerde hij zich dat hij de jongen nog nooit bij zijn voornaam genoemd had. Te laat realiseerde hij zich dat hij de vijandigheid tussen hen had laten varen. En veel, veel te laat realiseerde hij zich waarom. ‘Ik hou van je,’ zei Draco op gedempte toon, waarna hij angstig om zich heen keek. Als de dooddoeners het gehoord hadden, was hij er geweest. En dat was voor Harry het teken dat hij het meende. Hij probeerde geen tijd te rekken. Hij meende het. In zijn grijze ogen blonken tranen, alsof ze wilden bewijzen dat hij de waarheid sprak. Harry’s hart sloeg een slag over, ging toen drie keer zo snel kloppen. Zijn ademhaling versnelde, werd zwaarder. Hij wankelde, was totaal van slag. Hij wilde iets zeggen, moest iets zeggen. Ontkennen, ertegenin gaan. Hij had hier geen tijd voor, hij moest een oorlog winnen.
‘Draco,’ begon hij zuchtend. De jongen keek naar hem op, de grijze ogen, de blinkende tranen. Harry realiseerde zich dat hij niet kon liegen. Niet tegen Draco, en ook niet meer tegen zichzelf.
‘Niet nu,’ fluisterde hij uiteindelijk, en hij maakte aanstalten zich om te draaien. Draco versterkte zijn greep en keek hem wanhopig aan. ‘Alsjeblieft,’ fluisterde hij. Harry zuchtte opnieuw. ‘Luister,’ begon hij toen. ‘Luister naar me. Zoek een schuilplek. Verstop je. Zorg dat je in leven blijft. Ik kom je halen, als het afgelopen is. Ik moet eerst het Voldemort afrekenen, oké?’ Hij wist dat de woorden inhoudsloos klonken. Loze beloftes. Tegelijkertijd wist hij dat hij meende wat hij zei. Als hij het overleefde, zou hij alles op alles zetten om Draco te vinden. De jongen knikte. Harry maakte zich los uit de greep en zette het op een lopen. ‘Ik beloof het!’ riep hij, zonder om te kijken, vlak voor hij om de hoek verdween. Hij zou Draco vinden, maar eerst moest hij een oorlog winnen.
AAAAWH.
This is so cuuuuute.
I actually forgot about my prompt. Well I remember I gave you a prompt but... that's it.But AAAWH.
Me likes thiiiis^^