Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Ghost of you » Hoofdstuk 2

Ghost of you

16 aug 2012 - 16:29

1454

4

313



Hoofdstuk 2

But she could try.

Het was laat. Het was vroeg. Het was diep in de nacht. Te laat om nog op straat rond te dwalen, maar niet te laat om uit te gaan. Uit te zijn. De muziek dreunde nog op vol volume door de club, werd niet tegengehouden door de muren en vond dus ook een weg naar buiten. Het bos in, tussen de bomen door. Daar ergens stierf het weg. In het bos, waar niemand was. Eenzaam kwamen de noten aan het einde van hun leven, om onmiddellijk opgevolgd te worden door de volgende. Ze werden door niemand gemist. Hun einde was eeuwig en onopgemerkt. Er was bijna niemand buiten. Twee bewakers en een groepje rokers. De sigarettenrook kringelde omhoog, de lucht in. Het ging verloren, vermengde zich met de rest van de lucht en hield op te bestaan. Er kwam een einde aan, net als aan de noten. Onopgemerkt, stiekem.
Net als aan de nacht. De seconden tikten voorbij zonder dat iemand er acht op sloeg. Waarom zouden ze ook. Het leven was kort, de nacht was kort. De muziek stond nog aan en iedereen danste nog. Eruit halen wat erin zat. Niemand maakte zich zorgen over de nabije opkomst van de zon of school of werk. Alles was irrelevant, alles behalve het donker, de muziek en het leven. Het leven in de seconde, het maken van zoveel mogelijk plezier.
Althans, zo zat het voor de meesten die zich in de club bevonden. Voor de jongen met de blonde dreadlocks, die zijn broertje naar de garderobe had gestuurd om hun jassen op te halen. Het meisje dat achter zijn broertje aan was gelopen om haar jas op te halen. Ze ging met hem mee. Haar blonde haren glansden in het gedempte licht van de gang. De muziek echode door het vertrek, maar was aanzienlijk minder hard dan het op de dansvloer was. Het zou niet lang meer duren voor de club zou sluiten. Zij zouden het sluiten niet meer meemaken. Zij gingen naar huis. Ze ging met hem mee. Het meisje met haar blonde haren en grote blauwe ogen, hoewel hij die niet kon zien omdat ze haar rug naar hem toe had gekeerd. Hij wist dat ze zich weer om zou draaien. Hij wist dat ze met hem mee zou gaan. Meer deed er niet toe. Niet voor hem.
Wel voor zijn broertje. Hij vertelde de man van de garderobe welke jassen hij wilde hebben en wachtte geduldig terwijl de man de kledingstukken haalde. Stiekem hoopte hij dat het heel lang zou duren. Zo lang dat het meisje het zat zou worden en naar huis zou gaan, zijn broer zou vergeten. Hij had een hekel aan de meisjes die hij mee naar huis nam. Hij haatte ze allemaal. Ze deden niets anders dan giechelen en drinken en gillen. Irritant. Mateloos irritant. Hij troostte zichzelf altijd met de gedachte dat ze in de ochtend weer weg waren. Ze waren bijna altijd weg voor hij wakker werd en hij vond het absoluut niet erg. Als het aan hem lag zouden ze allemaal weggaan voor hij wakker werd. Nee, als het aan hem lag zouden ze helemaal niet eens komen.
Het lag niet aan hem. De man duwde de twee jassen in Bills armen en sprak ongeïnteresseerd de volgende klant aan. De volgende bezopen vent die een jas wilde hebben. De eerste niet, en zeker ook de laatste niet. Bill had geen druppel op. Zijn broer wel, daarom had hij zelf geen alcohol aangeraakt. Ze moesten nog een flink stuk naar huis rijden en hij wilde niet verongelukken onderweg. Hij zou rijden, taxi spelen voor Tom en z’n slet.
Ze liepen naar buiten, het meisje aan Toms arm, giechelend. Niemand keek op. De rokers niet, de bewakers niet. Waarom zouden ze ook. Er kwamen zo vaak mensen naar buiten. Sommigen stil, sommigen luidruchtig. Bijna allemaal bezopen. Oninteressant. Ze waren niet bijzonder, niet anders dan anderen. Niemand realiseerde zich dat de twee jongens die naar buiten kwamen lopen wereldberoemd waren, dat ze hele arena’s uitverkochten, dat ze duizenden fans hadden. Niemand wist het. Niemand vond het interessant. Deze nacht, deze donkere nacht waren ze precies hetzelfde als ieder ander. Twee jongens die een avondje weg waren geweest. Twee jongens en een meisje die zich nergens zorgen over maakten, die op weg naar huis waren om het meisje beter te leren kennen. Zo zou het onder woorden gebracht kunnen worden. In feite was het niet het geval, maar dat deed er niet toe.
Tom liep naar de auto toe - zijn auto - en wachtte tot zijn broertje de autosleutels uit zijn jaszak haalde. Bill haalde de sleutels inderdaad uit zijn zak, automatisch, maar gaf ze niet aan zijn broer. Deze begon ongeduldig op het autodak te tikken en zuchtte. ‘Bill, schiet eens op.’
‘Tom, je dacht toch niet serieus dat jij ging rijden?’ vroeg de jongeste geërgerd.
‘Natuurlijk rijd ik, het is mijn auto,’ snauwde Tom, en hij hield zijn hand op om de autosleutels op te vangen.
‘Nee, jij rijdt niet, je bent straalbezopen.’
‘Oh Bill, alsjeblieft. Stel je niet zo aan. Het is mijn auto, ik rijd. Als je het daar niet mee eens bent, mag je volgende keer met je eigen wagentje komen.’
Bill zuchtte en wist dat discussiëren geen zin had. Zijn broertje was dominanter dan hij, zeker als het ging om zulk soort dingen. Tom maakte het niets uit, en dat maakte het voor hem makkelijker om vol te houden. Hij had een meisje bij zich en hij wilde geen zwakte laten zien tegenover haar. Bill had geen been om op te staan. Hij was alleen. Heel even vroeg hij zich af waarom hij überhaupt meegegaan was, maar hij duwde de gedachte aan de kant en gooide de autosleutels naar zijn broer. Die glimlachte tevreden en haalde de portieren van het slot. Hij stapte in aan de chauffeurskant en het meisje aan de bijrijderkant, wat de achterbank voor Bill overliet. De hele achterbank. Wauw, dacht hij bij zichzelf. Een bittere glimlach vormde om zijn lippen terwijl hij instapte en zijn gordel vastmaakte. Het meisje deed dat ook, haar gordel omdoen. Tom niet. Tom was stoer, volwassen, hij had geen autogordels nodig. Hij was een goede chauffeur.
Hij was stomdronken en roekeloos. Hij had moeite de sleutel in het contact te krijgen. Bill slikte. Het was zelden zo ernstig met zijn broer. Hij zei niets. Geen discussie mogelijk. Hij wierp een blik op het meisje en merkte tot zijn verbazing dat ook zij zich niet helemaal op haar gemak leek te voelen. Eigen schuld, dacht hij, maar hij zei het niet. Natuurlijk zei hij het niet. Later zou hij voor altijd spijt hebben. Spijt dat hij het niet gezegd had. Spijt dat hij aan zijn broer had toegegeven. Later.
Toen niet. Toen keek hij toe. Hij zat ongemakkelijk op de achterbank en kon alleen maar hopen dat de rit zo snel mogelijk voorbij zou zijn. Dat ze zo snel mogelijk thuis zouden zijn. Iets vertelde hem dat zijn hoop niet beantwoord zou worden, maar hij duwde het aan de kant. Het was gewoon broederlijke bezorgdheid. Niets nieuws, niets bijzonders. Niets om bang voor te zijn. Alles zou goed komen.
Tom trok op en reed het terrein af. Over een landweg. Hard, steeds harder. Nog harder. Bill wilde dat hij ophield en zo te zien wilde het meisje dat ook, maar ze zeiden niets. Ze keken zwijgend toe terwijl Tom het gaspedaal steeds dieper indrukte. Steeds sneller.
Bill zag het als eerst. Tussen de bomen door, het helwitte licht van koplampen. Er kwam een auto aan. Hij wist niet waar en wanneer, maar ze waren op een afgelegen plek waar maar één weg was. Dat betekende dat de auto hun pad zou kruisen, vroeg of laat. ‘Tom,’ probeerde hij. ‘Tom, er komt een tegenligger aan.’ De jongen reageerde niet, liet niet eens merken dat hij iets gehoord had. Het meisje zei niets, wierp een nerveuze blik op de jongen naast haar maar zei niets. Bill haatte haar. Hij haatte haar nog meer dan alle andere meisjes die ooit in de auto hadden gezeten. Zij wist het. Zij merkte het, realiseerde het zich, maar zei niets. ‘Verdomme, Tom!’ sprak Bill met stemverheffing. ‘Ga eens langzamer rijden, er komt een tegenligger aan.’ Toen de jongen opnieuw niet reageerde, greep Bill zijn schouder vast en riep nog harder, alsof zijn broer hem dan wel zou horen. Alsof Tom doof was. Bills stem sloeg over en waarschijnlijk schrok Tom ervan, want hij trapte eindelijk op de rem. Hij verminderde niet langzaam snelheid. Hij trapte in één keer op de rem. Bill schoot naar voren, voelde een harde ruk aan zijn schouder. De veiligheidsgordel.
Onmiddellijk drong de ijskoude werkelijkheid tot hem door: Tom had geen gordel om.


Reacties:


neversay
neversay zei op 20 sep 2012 - 21:17:
Ohh come on. Tom. You... Dude. Stommerd.
het is wel echt Tom. MAAR OHMYGOD. Ik wist het. Nee, eigenlijk niet. Nee, wel. Nee. WHATEVER. Maar neeee.

Hij zou rijden, taxi spelen voor Tom en z’n slet.

Op de één of andere manier vind ik dit echt heel grappig. x'D

EN JA ME LIKES. En nu ga ik verder lezen. ^^


Tremotino
Tremotino zei op 16 sep 2012 - 14:54:
Tom. Idiot. WAAAAAAAAAAROM?! Als je al perse wilt rijden terwijl je dronken bent, doe dan in elk geval je gordel om! -,-


PwoperMuser
PwoperMuser zei op 16 aug 2012 - 20:28:
Oh gossie, wat is hij toch eigenwijs...
Awh, maar nu wil ik echt weten hoe het verdergaat!
Snel nog een?? (:


xjeszell
xjeszell zei op 16 aug 2012 - 16:43:
Tom je bent zo fucking dom like seriously "het is mijn auto" - ja nee hoepel op.
Maar - nee neen ee just you fucking idiot maar NEEE I do not like this en ik mag z'n slet niet want ze zegt niets en just- ja.

Dus. Maar. I like this datklinktalsofikmezelftegenspreek. maar. ikvindditgoed.
Also ja- next soon dus?^^