Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » A Thousand Suns [Stand Alones] » Voor zijn broertje

A Thousand Suns [Stand Alones]

15 sep 2012 - 11:20

1345

3

682



Voor zijn broertje

Het was koud buiten. De wind blies door zijn vest heen, door zijn shirt, creëerde kippenvel op zijn huid. Op zijn buik, in zijn nek. Vroeger was zijn nek bedekt met haar. Hij had altijd lang haar gehad, maar ze hadden het eraf gehaald en het was weg. Het bleef weg. Hij had besloten dat het niet meer terug zou komen. Voorlopig niet. Voorlopig speelde de wind met de donshaartjes die er nog zaten, en daar bleef het bij.
Hij sloeg zijn armen over elkaar heen om zoveel mogelijk lichaamswarmte vast te houden. Hadden ze hem niet kunnen waarschuwen, dat het koud zou zijn? Hij wist niet wie ‘ze’ waren in dit geval, deed er ook niet toe. Het was koud en het beviel hem niet. Toch wilde hij niet teruggaan, niet die vijf meters naar zijn voordeur opnieuw overbruggen om een jas te halen. Hij was buiten, hij was vrij en zo moest het blijven. Doorlopen. Alleen. Waarom was hij alleen?
Mensen zoeken. Misschien kon hij mensen zoeken. Nieuwe, die hij nog niet kende, zodat ze niet zouden weten wat er gebeurd was. Daarom was hij alleen. Omdat al zijn familie, al zijn vrienden, voor zover hij die had, zouden beginnen over wat er gebeurd was en hij wilde het vergeten. Vergeten, maar niet zoals vroeger. Hij wilde vergeten wat hij gedaan had om alles te vergeten, toen. Opnieuw beginnen, maar dan zelf en zonder hulp. Valse hulp. Hulp die hem in zijn eentje opgesloten had gekregen. Alleen, zielsalleen om nooit meer samen te zijn met hem. Uiteindelijk was hij weer vrij. Vrij om de wind in zijn nek te voelen.
Hij liep de straat uit, een heel blok huizen voorbij, nog meer straten uit, tot hij niet meer wist waar hij was. Het deed er niet toe, want hij was alleen en hij had geen verantwoordelijkheden meer. Te laat bedacht hij zich, dat hij niet eens wist of hij een huissleutel bij zich had.
Ergens, kilometers van zijn huis vandaan, geoordeeld naar het gevoel in zijn voeten, opende hij de deur van een café. Muziek kwam hem te gemoed. Hard, maar niet zo hard als hij gewend was. Natuurlijk niet zo hard als hij gewend was, het was maar een cafeetje. Klein, gemoedelijk. Ietwat onwennig ging hij aan een tafeltje zitten en bestelde een glas cola. Opnieuw was hij blij dat niemand hem kende: anders zouden ze gevraagd hebben sinds wanneer hij niet meer dronk. Ja, het was beter zo, zonder bekenden. Zonder geschiedenis. Het beviel hem wel.
Een jonge vrouw nam plaats aan zijn tafel. Of misschien was ze zo jong wel niet meer. Hij kon het niet heel goed zien in het doffe licht dat het cafeetje wanhopig probeerde te redden van de duisternis. Mooi zo, dacht hij. Dan weet zij niets van mij en dan weet ik niets van haar.
‘Heb je het niet warm?’ vroeg ze hem.
‘Nee,’ loog hij. Eigenlijk wel, zeker na de kou van buiten en zijn vingers tintelden, maar hij weigerde zijn vest uit te trekken. Bang dat ze de littekens zou zien. Waarschijnlijk waren ze weggevaagd, haast onherkenbaar, en bovendien waren ze klein. In het doffe gloeilamplicht was de kans klein dat de vrouw iets op zou vallen. Hoogstwaarschijnlijk wekte hij meer argwaan door zijn vest aan te houden in de warme ruimte, maar het interesseerde hem niet. Zonder geschiedenis. Hij had geen geschiedenis.
‘Hoe oud ben je?’ vroeg de vrouw, waarna ze een slok nam van haar bier.
‘Dertig,’ antwoordde hij naar waarheid, maar zonder interesse te tonen. Als hij geen interesse in haar toonde, zou zij misschien stoppen interesse in hem te tonen, stoppen met vragen. Apart, eigenlijk, realiseerde hij zich toen, dat ze eerst naar zijn leeftijd vroeg, zonder daarvoor zijn naam achterhaald te hebben. Geen naam, geen verhaal. Wel leeftijd. Oké, dacht hij bij zichzelf. Oké.
Toen zaten ze daar, in stilte en eigenlijk beviel het hem wel. Zij nam hem in zich op, hij keek om zich heen en bestudeerde het cafeetje. Er hingen lelijke abstracte kunstwerken aan de nephouten muren, maar niemand stoorde zich daaraan. Iedereen zat in groepjes of alleen aan tafeltjes met biertjes en er was niet één iemand in het vertrek die zich niet leek te vermaken. Hij glimlachte en zij zag het, maar ze vroeg er niet naar. Ze glimlachte alleen maar terug.
De barman kwam weer aanlopen met zijn drankje en hij fluisterde haar iets in haar oor, waarna hij zich weer naar de bar begaf.
‘Ik moet zo optreden,’ glimlachte de vrouw.
‘Optreden?’
‘Ja, je weet wel, met een gitaar en dan ga ik liedjes zingen. Dat is gezelliger, persoonlijker dan de radio aan of cd’tjes draaien.’ Hij knikte. De geschiedenis kwam nou wel weer heel dichtbij.
‘Kun je spelen?’ vroeg ze, waarop hij na enig nadenken voorzichtig knikte. Terughoudend. Ja, hij kon het wel, maar daar hield het ook wel bij op tegenwoordig. Ze glimlachte hem toe, gaf hem een aanmoedigende stoot tegen zijn bovenarm en stond op om haar instrument tevoorschijn te halen. Tegelijkertijd stopte de muziek met spelen en werd het onaangenaam stil in het vertrek.
De vrouw nam plaats op een geïmproviseerd podiumpje, bestaande uit een kleine verhoging met daarop twee krukken en twee microfoons. Zelfverzekerd sloeg de vrouw de eerste paar akkoorden aan en al snel viel ze zichzelf met zang bij. Aan haar gezicht was te zien dat ze ervan genoot, haar gitaarspel was geoefend en haar stem was zuiver. Liedje na liedje verstreek en langzaamaan raakte hij alle besef kwijt. Hij vermaakte zich, voor het eerst sinds tijden. Tot ze stopte.
Ze stopte met muziek maken en begon te praten. Hij luisterde maar met een half oor, wilde dat ze verder ging met spelen. Ze vertelde over het café en over de gasten en dat er een nieuw iemand bij was. Hij voelde alle hoofden zijn richting uit draaien, wilde het liefst opstaan en weglopen. ‘Hij speelt ook gitaar,’ zei ze toen en hij verstarde. Wat?
Van alle hoeken van het cafeetje kwamen aanmoedigingen zijn kant op, zij keek hem uitnodigend aan en sprak de fatale woorden: ‘Wil je me bij het volgende liedje bijstaan?’ Nee, dat wilde hij niet. Nooit meer een gitaar, nooit meer muziek maken geen publiek meer. Alles ging verkeerd. Opstaan en weglopen, dacht hij, maar hij deed het niet. In plaats daarvan voerden zijn benen hem naar de lege kruk op het podium en zijn armen namen de gitaar in ontvangst. Omdat het nog steeds zijn passie was. Zijn verboden passie, diep weggestopt, maar hij hield nog steeds van het aanslaan van de snaren.
‘Het is een poosje geleden,’ bekende hij, maar ze wuifde zijn opmerking weg.
‘Kun je ook zingen?’ vroeg ze. Hij schudde zijn hoofd, knikte, zei aarzelend: ‘Jawel, maar niet voor publiek.’
‘Waarom niet?’ vroeg ze enthousiast.
Hij zuchtte, zoog zijn longen vol lucht en fluisterde: ‘Dat deed mijn broertje altijd.’ Ze knikte, een deel van haar enthousiasme schuldbewust verdwijnend. ‘Doe het dan voor hem,’ fluisterde ze terug. Niemand hoorde het, alleen hij maar hij schudde zijn hoofd. Zij glimlachte hem aanmoedigend toe, liet haar ogen toen net zolang op de gitaar rusten tot hij begon te spelen. Een liedje. Hij wist zelf niet welk liedje het was, hoopte dat zij de tekst zou kennen en dat deed ze, want precies op het goede moment viel ze in en zong ze. Al die tijd bleef ze hem met gebaren en blikken uitdagen om mee te zingen. ‘Voor hem,’ schoot er door zijn hoofd, de hele tijd, alsof ze het nog steeds aan het zeggen was. Hij raakte zichzelf kwijt in de gouden klanken die de gitaar voortbracht, de zilveren noten die haar stem produceerde. En toen, uiteindelijk, onder luid gejuich van het publiek, begon hij onbewust mee te neuriën, zachtjes te zingen. Ze glimlachte. Hij glimlachte. Daar was hij, op een podium, met een gitaar en hij zong. Voor zijn broertje, alleen voor zijn broertje. Met de belofte dat het nooit weer zou gebeuren. Dit keer zou de muziek hem helpen in plaats van hem neerhalen. Dit keer was het anders, voor zijn broertje.


Reacties:


xDevilBitch
xDevilBitch zei op 7 okt 2012 - 0:21:
Ahw. :3
Eerst dacht ik dat het Bill was, maar dat kwam waarschijnlijk door Ghost of You. Maar goed, nu denk ik dat het Tom is, en ze zijn een tweeling, dus het personage in mijn hoofd leek toch.
Het voelt wat afgezaagd om te zeggen dat het mooi is, want dat zeg ik steeds, want dat is het steeds, maar ik val dus wel in herhaling. Don't be mad at me?


neversay
neversay zei op 16 sep 2012 - 16:34:
Dit. Is. Zo. LIEF. <3
Dat eind is. Wauw. <3
En en die vrouw is awesome, really. En. Ja. <3
And nope, this is not crap. Srsly not.


xjeszell
xjeszell zei op 15 sep 2012 - 11:49:
hah ga toch fietsen. "I'm ruining your life" "my crap" dude no this isn't crap and you're not ruining my life.
Dit is goed. En. Just.
Ik zag het zo voor me en. Ja.
Wjcksjc Tom.
"voor zijn broertje" ohgod.
Okay. I love this.
Geen crap. Not ruining my life.