Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Ghost of you » Hoofdstuk 6
Ghost of you
Hoofdstuk 6
Ever. Get the feeling that you’re never. All alone and I remember now.
Toen hij wakker werd, was het matras nog steeds ingedeukt. Hij draaide zich op zijn rug en keek ernaar, zag dat er in werkelijkheid niemand lag. Er was geen deuk, er was geen lichaam, geen gewicht. Er was helemaal niets. Behalve dan zijn broer, zonder lichaam, maar wel degelijk aanwezig. ‘Tom?’ vroeg hij, maar hij kreeg geen antwoord. Zuchtend stond hij op en trok hij een set schone kleding uit de kast. Hij mikte het op zijn bed en haalde een onderbroek tevoorschijn. Toen hij zich weer omdraaide om de kleding van zijn bed te pakken, zag hij dat het shirt weg was. Hij zuchtte geïrriteerd en keek om zich heen, om uiteindelijk tot de ontdekking te komen dat het kledingstuk aan zijn lamp hing. Hij griste eerst zijn spijkerbroek van het bed - voor het geval Tom daar ook plannetjes mee had - en haalde vervolgens het shirt van de lamp.
Met de kledingstukken in zijn armen liep hij de badkamer in, sloot de deur zo snel mogelijk achter zich. Niet snel genoeg. Of misschien stoorde Tom zich wel helemaal niet meer aan deuren. Waarschijnlijk niet. Hoe dan ook, Bill was zich er pijnlijk van bewust dat zijn broertje meegekomen was de badkamer in, dat hij hem in de gaten hield. ‘Tom, alsjeblieft,’ gebood hij. ‘Laat me even rustig douchen.’
Er kwam geen antwoord, maar hij ging er vanuit dat zijn broertje hem iets in de trant van ‘ik houd je niet tegen’ naar zijn hoofd slingerde. In stilte. In voor Bill onhoorbare woorden. Uiteindelijk besloot hij zich gewoon uit te kleden en onder de douche te stappen. Het was niet dat hij en Tom elkaar nooit naakt zagen, het was meer dat Tom hem nu nadrukkelijk zat te observeren. Hij deed niets anders dan kijken en daar werd Bill ongemakkelijk van. Hij probeerde de gedachte van zich af te duwen en stapte onder de douche, draaide de warme kraan open en liet de warmte zijn gezicht strelen, liet het hem vertellen dat alles goed zou komen. Heel even geloofde hij het, tot de koude kraan opengedraaid werd en hij luid gillend onder de straal vandaan sprong. Hij sloeg zijn handen voor zijn mond en keek beschaamd naar het water dat hij door de badkamer had verspreid. Waarom kon hij zich niet gewoon gedragen? Nee, dat was de verkeerde vraag. Waarom kon zijn broer zich niet gewoon gedragen? Bill wierp een blik op de plek waar hij zijn kleding had neergelegd, niet verwachtend dat er nog iets zou liggen. Zijn onderbroek lag er nog. Zijn spijkerbroek hing over het handdoekenrek en zijn shirt was opnieuw een affaire begonnen met de lamp. ‘Tom, hou op,’ snauwde hij. In gedachten hoorde hij Tom grinniken, in werkelijkheid hoorde hij slechts het stromende water onder de douche. Hij waagde nog een poging en ging er opnieuw onder staan. Het was weer warm. Niet heet, gewoon warm. Een beetje lauw zelfs, maar goed genoeg. Hij besloot niet meer aan de kraan te draaien, wetend dat hij dan meer kattenkwaad uit zou lokken. Tom hield ervan als hij ertegenin ging. Dan kreeg hij het twee keer zo hard terug.
Na een minuut of vijf draaide Bill de kraan uit en stapte hij onder de douche vandaan, zag zijn kleding zowaar weer allemaal liggen waar hij het neergelegd had. Terwijl hij het aantrok verbaasde hij zich erover dat het niet nat was. Er was niets mee uitgespookt. Hij kon het gewoon aan.
Nadat hij een lichte laag mascara op zijn wimpers had aangebracht, begaf hij zich naar de keuken om te ontbijten. Hij wist dat er mensen langs zouden komen. Waarschijnlijk hadden ze het afgesproken, een planning gemaakt wie wanneer zou komen. Om te controleren of hij zichzelf niet van kant had gemaakt. Of, wat waarschijnlijk beter in de buurt kwam: om erachter te komen hoe hij er een eind aan gemaakt had.
Hij kreeg al snel gelijk. Hij had net één boterham achter zijn kiezen toen de deurbel rinkelde. Op zijn gemak liep hij naar de deur en opende deze, om daar de overige twee bandleden te zien staan. ‘Kom binnen,’ nodigde hij hen uit. Ze keken enigszins verbaasd. Omdat hij nog leefde? Omdat hij niet in tranen was? Het interesseerde hem niet. ‘Ja,’ sprak hij op onverschillige toon. ‘Ik leef nog. Was dat het?’
De jongens keken hem ontzet aan. ‘Wat?’
‘Nou ja, het is wel duidelijk dat jullie net zolang komen babysitten tot ik mezelf van kant maak. Anders waren jullie gisteren wel met zijn allen gekomen. Of eergisteren.’
‘Bill, ik - wij,’ begonnen Gustav en Georg allebei een beetje te hakkelen.
‘Het geeft niet,’ onderbrak Bill hen. ‘Ik snap het wel. Willen jullie iets drinken?’
De jongens knikten, duidelijk van hun stuk gebracht, en lieten zich door Bill naar de keuken leiden. Hij schonk voor hen alle drie een glas cola in en ze gingen met zijn allen om de tafel zitten. Het was stil, onaangenaam stil. Geen van drieën wisten ze wat ze moeten zeggen. Bill niet omdat hij zich bespioneerd voelde, zijn vrienden niet omdat ze zich betrapt voelden.
Tom voelde de stilte ook aan. Zodra Gustav en Georg niet keken, gaf hij een fikse tik tegen Georgs glas, zodat deze in duizenden scherven op de stenen keukenvloer kapot spatte. De jongens keken geschrokken op, alle drie. Twee gezichtsuitdrukkingen veranderden al snel naar verbazing - hoe was het glas in hemelsnaam gevallen? - en één naar irritatie. Bill vloekte binnensmonds en stond op om de vloer schoon te maken. Dat was het tweede glas in twee dagen. ‘Als dit zo doorgaat, moet ik nog nieuwe glazen gaan kopen ook,’ mompelde hij. Zijn vrienden snapten er nog steeds niets van, maar Georg leek blij te zijn de kans te krijgen een gesprek te voeren, dus vroeg hij zogenaamd geïnteresseerd: ‘Hoezo?’
‘Vannacht heb ik ook al een glas uit m’n handen laten vallen,’ bekende Bill, terwijl hij zijn best deed zich niet te snijden aan de stukjes glas die hij opraapte. Hij betrapte zich erop zijn nagellak niet bijgewerkt te hebben. De zwarte lak had hier en daar losgelaten, gaf zijn vingers een onverzorgde uitstraling. Hij besloot dat het niet uitmaakte. Intussen was Gustav van zijn plek gekomen om Bill te helpen met opruimen. Samen verwijderden ze eerst de grote stukken en daarna de kleinere. Uiteindelijk pakte Bill een flinke prop keukenrol om de gemorste vloeistof weg te halen. Tenslotte ging hij met stoffer en blik de minuscule scherfjes te lijf. ‘Zo,’ zei hij tevreden, toen alle sporen van het ongeluk verdwenen waren. Nee, verbeterde hij zichzelf. Het was geen ongeluk geweest. Het was opzet.
Bill vroeg zich af hoe hij zijn vrienden duidelijk kon maken dat ze weg mochten gaan als ze daar behoefte aan hadden. Het irriteerde hem dat ze zo ongemakkelijk aan zijn keukentafel zaten, alsof het verlies van Toms lichaam hun band veranderd had. Bill wilde hen vertellen dat er niets veranderd was, maar wist niet hoe hij dat voor elkaar kon krijgen zonder hen te laten denken dat hij gek geworden was. Hij wist niet hoe hij hen op hun gemak kon stellen. Om afleiding te hebben, besloot hij Georg een nieuw glas cola aan te bieden. Terwijl hij dit deed, wierp hij een halve blik op de koelkast. Slechts vaag, hij verwachtte niets. Hoopte stiekem de berichtjes van afgelopen nacht te zien, maar ging er vanuit dat die weg waren.
Ze waren inderdaad weg. In plaats daarvan stond er weer iets anders, iets nieuws. Het was niet eens een woord. Haha, stond er. Bill grinnikte, wat zijn vrienden raar op deed kijken. ‘Bedankt dat jullie gekomen zijn,’ zei hij toen. Dat leek de jongens ietwat gerust te stellen. Een klein beetje, maar het was een begin.
Reacties:
Yep - me likes this.
En just - Ja. Tom. Hahaha. Ik zag het gewoon voor me - shirt dat aan de lamp hangt...
Maar also ja - awesome. ^^
Next?<3
Haha, aww, arme Bill met dat geplaag (:
Ik vind het nog steeds echt superleuk om te lezen over die speciale band tussen de 2 broers.
Ik vind het ook leuk hoe Tom doormiddel van dingen als de koelkast en Bill's kleding contact maakt met hem.
Nog steeds superleuk!
I like it. <3 Tom is leuk, zelfs als geest. Wel een beetje een klein kind, de koude kraan aanzetten. (: Als hij daar gelukkig van wordt, moet hij dat lekker doen. (:
Und. Ik vind het dom dat iedereen zo bezorgd is om Bill. Alsof ze zeker weten dat hij zelfmoord wil gaan plegen -wat niet het geval is, toch?-.
In elk geval, dit was weer een prachtig deeltje. (:
Snel verder!
HAHAHA. X'D
Okay, ik vind het zo cool dat je Tom gewoon Tom laat, dat je hem niet veranderd in één of ander overbezorgd type die geen grapjes uithaalt en Bill niet probeert te irriteren. Ik vind het zo cool dat je hem zo laat. Gewoon. Tom.
En en. Ik vind die reactie van Tom zo droog en zo cool. x'D En en ik zie die gezichten van Georg en Gustav en ohmygod. *smiles*
En nu kan ik niet verder lezen. *cry*
Next? ^^