Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Ghost of you » Hoofdstuk 7
Ghost of you
Hoofdstuk 7
And all the wounds that are ever going to scar me.
Hij werd wakker van de deurbel. Het was geen simpele, korte druk op de bel. Het hield aan. Het ging maar door en het maakte hem doof, het irriteerde hem. Hij stond op en snelde de trap af. De moeite iets aan te trekken nam hij niet. Nergens voor nodig, zijn boxer was genoeg. Hij wist toch al wie er voor de deur stond. Er was maar één logische mogelijkheid. Eén laatste persoon om de cirkel van babysitters te completeren. De deurbel werd losgelaten zodra zijn gestalte in de hal verscheen, waarschijnlijk omdat de persoon voor de deur kon zien dat hij thuis was. Of, beter gezegd, dat hij leefde en nog rondliep.
‘Zo, jij ziet er uitnodigend uit,’ hoorde Bill toen hij de deur opende. Hij glimlachte en nam de jongen in zijn armen, liet zich kussen. Hij deed alsof hij het niet merkte, maar het ontging hem niet dat de jongen huilde. Stille tranen, zonder geluid. Zonder dat zijn lichaam schokte of andere dingen deed die andere mensen deden als ze huilden. Er waren slechts tranen. Zout, nat. Bill had geen shirt aan om de tranen de absorberen, dus liepen ze langs zijn borstkas naar beneden. Slechts een paar, niet veel. Hij leidde de jongen aan de hand naar de keuken. Het hoorde andersom te zijn. Hij hoorde te huilen, van stuur te zijn en gesteund te worden door zijn vriend. Niet andersom.
Gay, vertelden de magneetjes Bill toen hij de keuken binnenliep. Hij grinnikte. ‘Je meent het,’ fluisterde hij, zo zacht dat Andreas het niet kon horen. Tom hoorde het wel. Hij wist honderd procent zeker dat Tom het hoorde. Daar waren ze tweelingbroers voor. Nee, ja. Hij kon het niet uitleggen, niet eens aan zichzelf, maar hij wist dat het zo was. Het interesseerde hem ook niet hoe het kwam. Het ging erom dat het zo was, en het was zo.
Hij vroeg Andreas niet of hij iets wilde drinken, ging er gewoon vanuit. Ze kenden elkaar door en door. Zo goed als twee niet-verwante mensen elkaar konden kennen. Het zou nooit zijn wat het met Tom was, maar dat was logisch. Desondanks wist Bill dat Andreas behoefte had aan een glas water, om rustig te worden. Dat hielp hem altijd. Het was niet de eerste keer dat hij huilde in het bijzijn van Bill. Niet de eerste keer dat Bill hem moest troosten. Wel de eerste keer dat Bill degene was die eigenlijk in tranen hoorde te zijn. Het deed er niet toe. Andreas kon nou eenmaal niet weten dat Tom niet weg was.
Bill zette het glas voor de neus van zijn vriend, hoopte dat Tom zich in zou houden. Waarschijnlijk wel. Hij gaf om zijn vrienden, wilde Andreas niet zien huilen. Hij was er überhaupt niet, wilde het niet zien. Hij was weg, ergens anders, zodat Bill en Andreas het uit konden praten zonder door hem gestoord te worden. Bill wilde hem bedanken maar Tom zou het niet horen omdat het er niet toe deed. Tevreden ging hij zitten en keek toe hoe zijn vriend voorzichtig het water opdronk. De tranen waren al bijna opgehouden met stromen.
‘Waarom ben je vandaag pas gekomen?’ vroeg Bill. Het was niet dat hij het hem kwalijk nam, maar hij had de jongen sinds het ongeluk nog niet gesproken en hij snapte het niet.
‘Nou ja,’ begon Andreas stotterend. ‘We dachten allemaal dat je…’ Hij maakte zijn zin niet af.
‘Ja,’ reageerde Bill. ‘Dat weet ik. Maar dat is toch geen reden om me niet op te zoeken zolang ik nog leef?’
‘Nee, jawel. Nee, maar ik - je zou zo overstuur zijn. Ik heb gesproken met je moeder en die had weer gesproken met de politie die er die avond bijgekomen was. Ze zei dat je jezelf niet was en dat je alleen maar kon schreeuwen de hele tijd, en dat je agressief was en - ze zei dat ze je niet terugherkende. Ik wilde niet… Ik wilde me je niet op die manier herinneren. Ik wilde dat je voor mij Bill zou blijven, de vrolijke jongen, jezelf. Niet - niet één of andere gestoorde die zichzelf van een flatgebouw werpt. Snap je?’ Hij verontschuldigde zich niet, want het speet hem niet. Bill realiseerde zich dat de jongen achter zijn beslissing stond, het opnieuw zo zou doen als hij de kans kreeg. Hij stelde de eerlijkheid op prijs. ‘Ik snap het,’ zei hij. Hij meende het. Hij snapte het. Waarschijnlijk zou hij hetzelfde gedaan hebben. Nee, hetzelfde gewild hebben. Andreas was sterker dan hij, kon de angst onderdrukken en het verlangen aan de kant schuiven. Bill zou dat nooit kunnen, eraan toegeven. Zoals hij toegegeven had aan Tom.
‘Gaat het weer?’ vroeg hij, om de gedachte van zich af te duwen. Hij wilde zichzelf niet met een schuldgevoel opzadelen, bleef zichzelf vertellen dat het niet zijn schuld was. Niet zijn schuld. Toms schuld. Haar schuld.
‘Ja, het gaat wel weer. Ik - ik was rustig toen ik kwam. Ik heb Gustav gisteravond gesproken en hij zei dat je er verbazingwekkend goed aan toe was, dus ik hoopte erop dat je - nou ja, dat… Maar toen deed je niet open en raakte ik alsnog in paniek. Ik dacht heel even - ik dacht…’ Zijn stem brak en hij hield op met praten.
‘Sorry,’ fluisterde Bill, en hij vervolgde iets luider: ‘Ik sliep. Hoelang heb je staan wachten?’
Andreas vestigde zijn ogen op het plafond. Dat deed hij altijd als hij nadacht - in het niets staren. ‘Ik belde eerst gewoon aan, en toen nog een keer. Nog een keer… daarna iets langer, maar je reageerde nog steeds niet. En toen hield ik het ding ingedrukt, tot ik je in de hal zag verschijnen. Ik denk - hooguit een paar minuutjes. Maar de situatie, en -’
‘Ik snap het, het spijt me,’ onderbrak Bill hem. Het speet hem oprecht. Dat hij zijn vriend zo had laten schrikken - niet dat hij geslapen had. Tom had hem tot diep in de nacht wakker gehouden door allerlei gekke geluiden te maken, zijn dekens van hem af te trekken, de kraan te laten druppelen. Net zolang tot Bill de tranen van vermoeidheid achter zijn ogen had voelen prikken, toen had zijn broer zich gerealiseerd dat het niet grappig meer was.
‘Als ik morgen langskom,’ begon Andreas aarzelend, ‘ben je er dan?’
‘Waar zou ik heen moeten gaan?’ vroeg Bill glimlachend. Andreas vond het niet grappig en antwoordde geërgerd: ‘Je weet best wat ik bedoel.’
‘Ik zal op je wachten.’ De jongen knikte en dronk zijn glas water leeg. Iets in zijn gezicht was veranderd, alsof hij Bill geloofde. Een soort van tevredenheid straalde van hem af. Hij was gerustgesteld. Natuurlijk waren het slechts woorden die ze gesproken hadden, maar hij wist dat ze niet tegen elkaar logen. Dat deden ze gewoon niet. Die afspraak hadden ze jaren geleden gemaakt en ze wisten allebei dat ze hem niet zouden breken. Dingen verzwijgen was een optie - Bill was niet van plan te vertellen dat Tom nog in huis was - maar liegen niet. Als Andreas hem ernaar zou vragen, zou hij eerlijk antwoord geven.
Andreas zou er niet naar vragen. Hij vertrouwde op Bill, wist wat hij wilde weten. De rest deed er niet toe.
Reacties:
Oh my god. Andreas. En. Bill. Whieeee. ^^
Gay, vertelden de magneetjes Bill toen hij de keuken binnenliep.
En ja. Dat. X'D
Ik vind Andreas zo'n sweetie. En ik zou Bill eng vinden, als ik hem in zo'n situatie in zo'n humeur zou vinden. *hugsss tooooooo Andiii*
Me wants moreee. ^^
Ik vind het zielig voor Andreas. Vooral omdat hij dacht dat Bill zelfmoord had gepleegd. Maar ik vind het ook een beetje dom dat iedereen daarop zit te wachten. Waarom? Bill die heeft het ook door, maar hij zegt er niks op.
Ik zou echt helemaal gek worden en vinden dat ze me gewoon met rust moeten laten. Maar. Andreas is cute. Misschien moet hij maar iets met Bill krijgen. Ofzo. Denk niet dat dat gaat gebeuren, aber doch.
Snel verder! <3
Ohohoh. Andi. En - can I just. Hug him? And Biel?
And
Gay, vertelden de magneetjes Bill toen hij de keuken binnenliep.hahaha.
Bfkbisvj this id amazing. <3
Oh man, ik reageer echt niet normaal laat s:
Maar, ik vind het nog steeds echt superawesome en, gewoon.
Hoe iedereen denkt dat hij zelfmoord gaat plegen enzo en het is gewoon zo cool hoe Tom en Bill nog steeds communiceren en zo.
Echt nog steeds super (: