Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Attention » Changing moods
Attention
Changing moods
We naderen het hotel. En dat merk ik niet aan een groot, glazen gebouw, maar aan het geschreeuw wat met afnemende meters toeneemt. Een menigte staat dringend bij de ingang met zwaaiende armen en bordjes met tekst in hun handen. Ik hoor Tom er om lachen en stoot Georg aan met zijn elleboog om hem mee te laten kijken. Een meisje, geschat veertien, staat in haar roze tanktop met een stukje karton waar ‘Tom’ op staat en iets in de trant dat ze geneukt wilt worden. Het heeft snel mijn interesse verloren en loop naar Espresso die nog vrij rond dartelt.
“Kom liefie, we gaan naar buiten.”ť Voordat we de stad Rotterdam betraden zijn we een tankstation opgereden, omdat David het handiger vond om in de bus van de jongens te zitten, zodat onze bus achterom kan gaan en de rest naar het concerthal. Daarom heb ik alleen mijn handtas meegenomen en houd ik Espresso onder de arm.
De deur gaat open met een sisser. Bill en Tom zetten tegelijkertijd hun zonnebril op, de laatste knipoogt vluchtig mijn kant op en stapt dan achter zijn broer aan. Gustav volgt met Georg. De manager staat bij de opening, wacht met een glimlachend gezicht tot ik er ben. Zijn hand wrijft over het kopje van Espresso. Een vreemd gevoelt borrelt in mijn onderbuik wanneer ik de paar trees afga. De kleine, rode loper is afgezet met paaltjes en bewaking. Kinderen drukken zich zo ver mogelijk naar voren om een glimp van hun idool op te vangen. Hun namen worden gekrijst, de ene harder dan de andere om zo aandacht te krijgen. De jongens lijken het leuk te vinden, want op ieders gezicht staat een identieke glimlach.
David begeleidt me naar binnen, terwijl de jongens druk zijn met hun markers. Verbaasd kijk ik nog één keer over mijn schouder, met Espresso die nieuwsgierig meekijkt, krijg een paar felle flitsen tegemoet, en loop dan door de glazen draaideur. De rush eindigt wanneer de herrie verstomt door het dikke glas van de hotelramen.
De band komt nu ook binnen draven. Ik sta bij de receptie met een man te praten die ik eerder aan de telefoon heb gehad. Hij heeft een vergaderruimte geregeld om de interviews te houden. Ik bedank hem en neem de papieren aan waar alles in staat genoteerd. Een luide bonk haalt mij uit mijn concentratie. Een meisje staat in haar eentje achter het glas, een paar meter van de ingang vandaan. Het geluid laat Bill als enige omdraaien. De brunette steekt enthousiast haar duim op naar Bill, deze zwaait erop en wanneer hij zich omdraait zie ik een grote glimlach gebeiteld op zijn gezicht. Op het gezicht van het meisje staat een zelfde lach, met een kleine verbazing er doorheen. Waarschijnlijk meer door haar eigen stomme actie dan de reactie van de zanger. Mompelend loopt ze weg.
Ikzelf kan een grinnik niet onderdrukken en duik achter mijn papieren als een beschaamde schoolmeisje. Gustav merkt mijn aanwezigheid op en knipoogt dan op een meer vriendschappelijke manier dan Tom zojuist in de bus.
De kater neemt gebruik van mijn ingedoken houding om tegen mijn kin kopjes te geven. Als antwoord houd ik hem steviger vast en loop op automatische piloot achter David aan.
“Het ziet er perfect uit,”ť is het eerste wat David zegt na lange tijd. “Goed gedaan, Ade.”ť Opgelucht kijk ik hem aan en dan door de ruimte. Het een geen grote vergaderzaal, maar perfect om een bank, een paar stoelen, apparatuur en mensen in kwijt te kunnen.
“De eerste interview start met de Hitkrant, waar zijn de jongens?”ť
“Die zijn zich even opfrissen. Geef de schema maar aan mij, je krijgt een day off.”ť Verbaast schiet een wenkbrauw omhoog. Vrij? “Niet zo kijken. Het concert begint vanavond pas, de interviews zijn geregeld, voor de rest hoeft er nog niet zoveel gedaan te worden. Ga lekker de stad in en dan zie ik je om vijf terug, dan gaan we met ze alle eten.”ť Ik wil er iets tegen in brengen, maar ik word al weg gewapperd door zijn papieren en loop dan onthutst de ruimte uit.
Boven bij mijn hoteldeur houdt mijn gedachte mij op van binnen gaan. Neemt David mij wel serieus? Zou hij weten dat ik van shoppen houd? Ade..aan al die kleding die je draagt en om de minuut veranderd kan hij echt wel raden dat je van winkelen houdt, daar hoeft hij echt geen genie voor te zijn. Maar ik wil niet als het modepopje gezien worden die bang is haar nagel te breken. Zo ben ik niet.. Onrustig begin ik te ijsberen. Wat als dit een test is? Een test om te zien of ik echt klakkeloos naar de stad ga of dat ik aan zijn zijde blijf en hem overal mee help, want daar heeft hij mij toch voor aangenomen? De hotelpas gaat door de kaartlezer. Opgeslokt door mijn eigen gedachtetirade dump ik Espresso op bed en mijn tas niet ver ernaast. Mijn hakken trap ik uit en val dan ook neer op bed. Een hele diepe zucht komt uit mijn mond.
“Uhm..”ť Geschrokken schiet ik omhoog, zie Tom halfnaakt in de badkamerdeuropening die aan de zijde van het bed ligt. Schaamrood schiet op mijn wangen bij het idee dat hij vanaf zijn positie schaamteloos tussen mijn benen had kunnen kijken, helemaal hoe mijn benen zaten. Maar daarentegen zie ik hem afwijkend mijn kant opkijken.
“Wat doe jij hier?!”ť weet ik mijn stem terug te vinden en trek mijn omhoog gekropen kokerrok bruut naar beneden en houd mijn handen er krampachtig aanvast, alsof zijn ogen het stukje stof zonder probleem weer omhoog kan laten schuiven.
“Dit is mijn kamer? Ik kan eerder vragen wat jij hier doet, of ben je eindelijk voor mij gezwicht?”ť De niet gemiste, zelfingenomen, grijns is weer terug, het laat de kleur op mijn wangen nog meer gloeien, maar dit keer aangedreven door woede.
“Hoe kan dit jouw kamer zijn als ik een pasje heb?”ť
“Ik heb ook een pasje, en zoals je ziet liggen al mijn spullen hier al.”ť Er liggen inderdaad al spullen. Hoe is mij dat niet opgevallen bij binnenkomst? Juist ja, er was een gedachtestrijd in mijn hoofd waar ik al mijn aandacht aan heb besteed.
“Je mag hem houden. Ik loop wel naar de receptie om een nieuwe kamer te vragen.”ť Zuchtend probeer ik van het bed af te komen, maar de jongen maakt het verdomd moeilijk door niet naar achteren te gaan. Noodgedwongen plant ik mijn hand op zijn blote en natte bast om niet te struikelen en wat ruimte te creëren. Hij mompelt een ‘pas op’ en legt zijn hand bij mijn elleboog om te helpen. Geïrriteerd ontdoe ik mij van zijn hulp en graai naar mijn pumps.
“Waar heb jij last van?”ť Het liefst wil ik heel hard ‘van jou!’ schreeuwen, maar dat zou niet zo professioneel overkomen, plus, hij zorgt indirect ook een soort van voor mijn salaris.
Met een ingehouden zucht zeg ik: “Niets, sorry, moet een beetje aan dit nieuwe leventje wennen.”ť
“Oh, dat komt wel goed. Uiteindelijk heb je niet meer zo door dat je in bussen en hotelkamers slaapt. Al kijk wel altijd uit naar de hotelbedden,”ť lacht hij schuin. Stiekem moet ik er beetje om glimlachen. Niet dat hij het kan zien, ik ben te druk met mijn voeten in die verdomde pumps te wurmen. Wanneer ik ze eindelijk aan heb gooi ik de tas over mijn schouder en wil Espresso pakken, maar zie hem niet meer. Dan tref ik hem in de armen van Tom, genietend van de krabbende vingers achter zijn oor. Een ietwat vreemd beeld; een jongen met zijn blote bast een kater in zijn armen, maar het heeft iets zoets. Oké Ade, breng het allemaal weer op orde!
Tom overhandigd mij Espresso, totaal niets doorhebbend van de toestand in mijn hoofd, en kijkt mij nog eens intens aan. Ik weer mijn hoofd, blijf zo even plakken op zijn strakke buik en sekslijntjes die onder het elastiek van zijn bokser verdwijnt. Gelukkig heeft hij daarover nog zijn wijde broek aan, anders was het helemaal een drama.
Zonder een gedag storm ik de deur uit, weet net op tijd Bill niet van zijn sokken te lopen. Zijn verbaasde blik danst nog op mijn netvlies en zijn woorden paraderen nog in de binnenkant van mijn schedel: “Wat heb je gedaan?!”ť
“Niets!”ť was nog het zwakke antwoord van Tom.
De kamer is geregeld, ik heb nog eens goed met David gepraat en hij had lachend gezegd dat hij het meende van de vrije dag en dat het geen test was [ja, dat heb ik hem letterlijk gevraagd.] Nu heb ik mezelf in iets comfortabels gehesen en heb Espresso in mijn kamer gelaten met al zijn spulletjes die hij nodig heeft.
Het is wat aan de koude en natte kant buiten, al heb ik niets anders verwacht in maart en in Nederland. Gelukkig heb ik in een van mijn vijf koffers ook mijn wollen jas ingepakt. Hij is prachtig bordeauxrood en heeft grote, goudkoperen knopen erop zitten. Mijn handen zijn verstopt in een nepbonte handmof die veel weg heeft van Espresso’s zijn vacht. En dan te bedenken dat mijn lieve, kleine poezel gefokt is om dat perfecte bont te gebruiken voor handmoffels. Gatver.
Met de internet op mijn BB weet ik een winkelstraat te vinden met mijn smaak. De ene avantgardische modewinkel naar de andere wordt in mijn gezicht gesmeten, ik kan een opgetogen kreet niet onderdrukken en loop de volgende winkel in, samen met een dozijn tassen om mijn polsen. Ergens ver in een andere dimensie hoor ik een verwelkoming, maar mijn ogen zijn te fixeert op wat de paspop draagt.
“Ik zie dat je onze nieuwste binnenkomer hebt gevonden?”ť Een vrouw in haar eind dertig in pak staat met haar handen in elkaar gevouwen naast mij. “Wil je het aanpassen?”ť Met hongerige ogen kijk ik haar aan, weet mijn blik van het kledingstuk te scheuren.
Een tevreden zucht komt uit mijn lippen wanneer het stof mijn blote schouders raakt. De vrouw ritst de eindes aan elkaar en bedekt deze met stof door het met drukknopen te sluiten. De Chinees zijde kraag voelt koel tegen mijn nek. De zwarte schoudermantel past perfect en geeft een heerlijk warmte door de wol in keperbinding. Het heeft driekwarts raglanmouwen en zakken aan de zijde. En dan die geweldige voering en de stikwerk op de achterkant. Ik ben verliefd.
“Wat kost het?”ť
“€1690,-“ Auch. Is het dit waard? Ik heb al zoveel euro’s aan mijn armen hangen. Mijn moeder gaat me vermoorden als ze hier achterkomt. Aan de andere kant, hoe zou ze hier achter moeten komen? En het is een Chloé..
“Ik neem hem. Accepteert u creditcard?”ť Het gouden pasje houd ik omhoog tussen mijn wijs- en middelvinger en de vrouw knikt hierop.
Tevreden loop ik de laatste winkel uit, ik kijk naar mijn horloge en zie dat het bijna vijf uur is. Ik heb heel de dag gewinkeld, dat is een lange tijd geleden. Het geef me een kinderlijke grijns en probeer met mijn bepakte handen mijn telefoon uit mijn handtas te krijgen.
“Mercedes!”ť Celine neemt enthousiast op en vraagt gelijk hoe het met me is.
“Je weet dat we elkaar vanochtend nog hebben gesproken?”ť
“Jij bent degene die belt..”ť Daar heeft ze een punt.
“Ik wilde gewoon inhoudloos kletsen met iemand.”ť Er komt gegniffel door de telefoon. “En ik wilde je op de hoogte houden van mijn nieuwe aanwinst.”ť
“Oh, vertel!”ť
“Ik heb een See by Chloé gekocht,”ť vertel ik opgetogen. Er alleen aan denken geeft mij terug het gevoel de schoudermantel om te hebben. Het heeft mij dan ook moeite gekost hem niet gelijk om te doen bij aankoop, maar ik heb mezelf weten tegen te houden door mezelf te vertellen dat de jas die ik nu aan heb veel zwaarder is en ik zo nog meer gewicht aan mijn polsen zou geven.
“Echt?! Is het die schattige jurk die Rihanna ook aanhad? Met die puntige schouders en visgraatmotief in champagne en wit?”ť Ik lach heimelijk om haar enthousiasme en schud mijn hoofd.
“Die is inderdaad prachtig, maar nee. Ik heb een schoudermantel gekocht en hij zit werkelijk als gegoten. Ik voel mij net Prinses Diana.”ť
“Maak gelijk een foto wanneer je tijd hebt! Oh, ik kan het mij al bijna inbeelden! Trouwens, even iets anders.”ť De verandering van onderwerp laat mij de telefoon dichter tegen mijn oor drukken met mijn wenkbrauwen omhoog gerezen, en stap de tram in. “Weet je nog die keer dat we met zijn drieën uitgingen in Berlijn en daar hebben overnacht?”ť Ik humde er zachtjes op. “Nou, daar kwam ik toch die leuke, blonde barman tegen? Ik. We..zijn soort van aan het daten.”ť Op tijd weet ik een verraste kreet binnen te houden.
“Serieus? Hoe dat dan opeens? Het is zo’n zes uur rijden vanuit Keulen!”ť Mijn geroep, in het Duits, lijkt niet geapprecieerd te worden in te tram, aan de geïrriteerde ogen te zien. Beschaamd vervolg ik: “Goed, vertel.”ť
“Nou..je weet dat ik in mijn dronken bui mijn telefoonnummer aan heb gegeven. Hij heeft mij week geleden gebeld en we hadden gisteren ons eerste afspraakje. En zes uur is inderdaad lang en ver weg, maar hij kwam naar mij toe, hij had Keulen nog nooit gezien, dat was zijn smoes. En het was zo geweldig, en..”ť
“-Wacht, wat?”ť Het is stil aan de andere kant van de lijn. “Waarom hoor ik dit nu pas? Vorige week? Toen was ik ook gewoon thuis en gisteren een date? Weet Alex dit allemaal?”ť Ik weet niet precies waarom ik zo aangevallen ben, misschien omdat het mij pijn doet dat ik als beste vriendin oud nieuws krijg te horen. Een week is meer dan een jaar in een beste vriendinnen kalender.
“Zo moet je het niet zien,”ť klinkt er zachtjes. “Je was zo druk met van alles, dat ik daar niet echt mee wilde aankomen. En het was nog ontzettend pril, niet noemenswaardig!”ť Het geeft mij geen geruststellend gevoel. Er waren tijden dat we juist dingen vertelden wat niet interessant was, dat waren de leukste gesprekken. Er steekt ook een schuldgevoel op, om de reden dat ik zo egoïstisch met mezelf bezig ben dat ik niet eens de tijd neem om met mijn vriendinnen te praten. Tot nu toe hebben we het alleen maar over mij en mijn spannende nieuwe baan gehad.
“Het spijt me. Het is niet jouw schuld, ik ben er te weinig voor jullie. Dus vertel eens, hoe was die date?”ť
“Je hoeft je niet te verontschuldigen! Ik had het veel slechter gedaan in jouw schoenen.”ť Opgelucht zucht ik onhoorbaar, maar vloek bijna wanneer ik merk dat we bij mijn halte zijn gestopt en de deuren weer gaan sluiten.
“Wacht, wacht!”ť roep ik, gooi één van mijn tassen tussen de deur waardoor er een alarm afgaat. De conducteur gooit hem open waardoor ik hem in het Nederlands bedank, het lijkt veel op Duits. “Sorry, ik miste bijna mijn halte. Vertel.”ť Wanneer Celine haar verhaal eindelijk wilt hervatten zie ik een groepje meiden naast het hotel staan. Gekleed in zwart en hun, eveneens, zwarte haren staan rechtovereind. Ze kijken naar me, smoezend. Ongemakkelijk loop ik verder en vraag mijn vriendin nog heel even te wachten met haar verhaal. Mijn taal lijkt hun te triggeren en rennen mijn kant op. Verschrikt laat ik mijn telefoon bijna vallen, start met snelwandelen omdat rennen met hakken en bepakt met tassen onmogelijk is. Ze roepen van alles, ik kan het alleen niet verstaan. Met hartkloppingen word ik omsingeld door de tieners. Wat moeten ze van mij?
“Are you with Tokio Hotel?”ť vraagt een meisje met zwart omringde ogen en een wenkbrauwpiercing aan de rechterkant. Ongemakkelijk blijf ik om mij heen kijken, hopend op een ontsnapping. “We heard you speak German, so?”ť
“And we’ve seen pictures from you at their first concert in Luxembourg! I’m positive it’s you!”ť Ik kijk naar de andere kant, naar het meisje die sprak. Mijn mobiel is tegen mijn hals gedrukt en ik hoor Celine iets brabbelen.
“Come on! We want to see them, please?”ť Nog een meisje spreekt. Ik raak ongemakkelijk en bedrukt door de omsingeling, ik krijg het gevoel dat ze steeds dichter komen.
“Sorry,”ť is mijn zwakke excuus en probeer een gaatje te creëren om er langs te kunnen, maar ze zijn verbazingwekkend sterk, of ik ben uitgeput door het winkelen.
In mijn ooghoeken zie ik een grote man het hotel uitlopen. Aan zijn aankleding kan ik zien dat hij bij de crew hoort en als ik het goed heb onthouden is het Saki, de persoonlijke lijfwacht van de jongens. Zonder pardon breekt hij de cirkel en grijpt me bij mijn arm.
“Oh God, It’s Saki! She is one of them!”ť gilt er een van hen, wat mijn vermoedens over de lijfwacht doet kloppen. “Tokio Hotel!”ť
De hopeloze schreeuw blijft buiten wanneer wij, gelukkig, binnen zijn en ik de man dankbaar, en met nog een klein beetje angst in de ogen, aankijk. De man knikt zonder een woord te zeggen en laat mijn arm los. Ik drop mijn tassen en merk dan mijn telefoon pas weer.
“Cel!”ť
“Ja-ja, ik ben er nog! Wat was er allemaal aan de hand? Het klonk hectisch.”ť
“Uit het niets werd ik omsingeld door een stel tieners die wilde weten of ik bij de band hoorde of niet. Het dat was nog niet het enge gedeelte, schijnbaar herkennen ze mij van het eerste concert. Hoe doen ze dat?”ť Erg langzaam zakt de adrenaline en veeg de krullen uit mijn gezicht. Hopeloos probeer ik mij in de hal van het hotel te fatsoeneren.
“Media, my friend, dat gaat als een lopend vuurtje. Helemaal bij hitsige tieners die een vrouw in de buurt van hun ‘eigendommen’ zien. Dat had je kunnen verwachten.”ť
“Misschien..na het tiende concert, niet na de eerste! Laat maar, vertel mij alsjeblieft over je date, ik kan niet meer wachten.”ť
“Goed dan. Hij heeft mij gisteren opgehaald en hij heeft mij..”ť Vanuit het restaurant zie ik David naar de receptie komen, mijn kant op. Hij haalt zijn hand naar zijn keel, ten teken dat ik het gesprek moet afkappen, en aan zijn gezicht te zien wilt hij wat dringends vertellen. Ongelukkig kijk ik naar mijn telefoon.
“Cel, lieverd?”ť Het is stil. “Het spijt mij heel erg, maar ik moet ophangen. Is het goed dat ik je vanavond terugbel? Ik wil echt heel graag je verhaal horen, maar mijn baas heeft mij dringend nodig. Oké?”ť Het is nog steeds stil.
“Prima.”ť Mijn hart zakt naar de bodem bij het horen van haar norse stem en zeg haar vlug dat ik veel om haar geef en hang dan op.
“Wat is er aan de hand?”ť De manager staat een halve meter van mij vandaan met een serieuze blik in zijn ogen. Dit is de eerste keer dat ik hem op die manier mag meemaken.
“Ik hoorde net van Saki over de fiasco buiten. Het spijt me dat je dit hebt moeten meemaken, het zal vast vervelend voor je zijn geweest. Als ik eerlijk ben had ik niet verwacht dat je zo opvallend zou zijn voor de buitenwereld. Aan de andere kant verbaast het mij ook weer niet zoveel, als je denkt aan wat voor gekke fans de jongens hebben opgebouwd. Voor nu kijk ik het nog even aan, maar ik ben bang dat je de volgende keer niet meer alleen naar buiten kan. Het ging nu goed, maar stel je voor dat het er meer waren geweest en zij niet zo vriendelijk vragen hadden gesteld? Ik wil niet op mijn geweten hebben dat er iets met je gebeurd, en ik denk niet dat ik levend van je vader afkom. Het is één keer zo erg geweest bij de jongens en dat laat ik niet in herhaling vallen. Breng je spullen naar boven, dan kunnen we gaan eten. De jongens moeten nog soundchecken.”ť
Na de woordenvloed van David wist ik niet meer wat te zeggen en heb zwijgzaam zijn ordes opgevolgd en mijn spullen naar boven gebracht om dan bij hem aan tafel te schuiven met een paar andere crewmembers. De jongens zitten aan hun eigen tafel, lachend, hebben waarschijnlijk niets meegekregen van net. Bewonderend bekijk ik ze terwijl ik in mijn macaroni prik. Wat voor erge dingen hebben zij dan meegemaakt dat David zo beschermend is? Het zal niet zoiets onbenulligs zijn als wat ik zojuist heb meegemaakt.
Reacties:
Wat Vespertine zegt, is allemaal waar. Ik heb niks meer toe te voegen. (:
Snel verder! <3
<3.
Ik hou van Attention en ik hoop heel erg dat je er snel mee verder gaat. Ade is leuk, haar winkelen en modepopje maar tegelijk no nonsense-status is heerlijk, Tom is stiekem misschien toch wel een klein beetje tof, David is sexy -- heel Attention is om verliefd op te worden. ^-^
Tom met die kat. Ik smolt. (En daarbij is Tom niet eens mijn favoriet! Maar man, dat zag er in mijn hoofd heel sexy uit.)
En ik vind het sneu van die vriendin. :/ Dat ze daar weinig tijd voor heeft. Dat hele gesprek.
Maar die laatste zin maakt mij nieuwsgierig! Wat hebben ze dan meegemaakt? Ik denk meteen aan de stalkers, I wonder... En deze zin vond ik heel erg mooi. <3