Hoofdcategorieën
Home » Overige » A Thousand Suns [Stand Alones] » Pianoles
A Thousand Suns [Stand Alones]
Pianoles
Zijn vingers op de toetsen en duizenden noten door de kamer, miljoenen tonen en klanken die mijn oren vullen. Mijn trommelvlies trilt goedkeurend, zo accuraat mogelijk, geeft alles door aan het binnenste van mijn oor zodat het naar mijn hersenen kan. Alles registreer ik, hoewel ik waarschijnlijk de helft mis. Mijn gehoor is aangetast de laatste jaren door gegil en muziek en alles wat slecht is voor het gehoor. Toch kan ik nog geluid waarnemen en klanken en tonen. Ik kan er nog van genieten en dat doe ik ook. Elke noot, elke klank. Ik geniet ervan en vergeet alles om me heen. Ik vergeet waarom ik hier ben, wat ik hier doe. Wie de klanken voortbrengt. Niets is er behalve de muziek. Zijn muziek en mijn muziek, onze muziek en muziek van andere mensen. Hij praat tegen me, zachte honingzoete klanken die hard door de pianoklanken heendringen. Hij zingt of hij praat. Misschien schreeuwt hij wel, ik weet het niet, het klinkt bij hem allemaal hetzelfde. Alles klinkt mooi en vol en melodieus. Ik hou van zijn stem, ben jaloers op zijn stem. Ik wil ook zijn stem en dan zou ik de hele dag zingen, wat ik nu eigenlijk ook al doe. Nog meer zingen. Ik zou nog meer zingen, net zolang tot ik geen stem meer had en dan mocht hij hem terughebben en zou ik verder zingen met mijn eigen stem. Altijd zingen. Ja, dat lijkt me wel wat. Intussen speelt hij verder. Melodieën ritmes en gewoon losse noten. ‘Kijk,’ zegt hij met zijn betoverend mooie stem. ‘Deze toets en die vinger dí¡í¡r,’ terwijl hij mijn vingers op de goede plaats duwt, zachtjes. Daarna doet hij het voor en drukt hij eerst een soortgelijke akkoord in, ergens anders op de piano. Prachtige klanken, maar als ik het ook doe klinkt het niet. Niet synchroon, niet goed, hij doet het veel mooier dus trek ik mijn hand terug en laat hem verder spelen. Hij speelt verder, een klein stukje en houdt dan weer stil. ‘Nog een keer,’ moedigt hij me harmonisch aan en ik smelt. Mijn trommelvliezen breken, kunnen de druk van de wondermooie klanken niet meer aan en geven zich over aan het hiernamaals, waar ze niet meer hoeven te trillen en geen moeite meer hoeven te doen, alleen maar hoeven te luisteren zoals ze mij hebben doen luisteren al die tijd. Mijn oren schreeuwen om genade en ik ook, want ik wil zijn klankvolle stem langer kunnen horen. Mijn handen om mijn oren in een poging om de klanken terug te brengen en ik schreeuw.
Zijn handen pakken mijn polsen beet en dwingen me tot rust te komen. Zijn zachte woorden die ik niet meer hoor kalmeren me. Ze stellen me gerust, net zolang tot ik ze weer hoor. Mijn trommelvliezen zijn niet gescheurd, ze zijn er nog en ze trillen nog steeds voor me. Ze zullen altijd trillen voor me en hij zal ze voor me doen trillen. ‘Als je niet wilt, hoeft het niet,’ zegt hij sonoor, zijn grijze ogen de mijne trefzeker doordringend. Ik schud mijn hoofd, knik. ‘Je speelt zo mooi,’ complimenteer ik hem met mijn minder bijzondere stem. Ze bibbert en trilt en vibreert in mijn keel. Hij hoort het, glimlacht, bedankt me. Honingzoet, schitterend. Ik wil ook zijn stem en zijn grijze ogen blijven maar naar me glimlachen, om me gerust te stellen en om me aan te moedigen. Ik zuig lucht mijn longen in en breng mijn vingers weer op de toetsen. Diep haal ik nogmaals adem, dan druk ik het akkoord in. ‘Ja,’ zegt hij met zijn sublieme stemgeluid en het maakt mijn noot gelijk tien maal duizend maal mooier, dus ik glimlach ook weer. ‘Ja,’ voeg ik toe, met mijn warme stem die minder warm is. En mijn accent. En ze trilt nog steeds. ‘De volgende,’ zegt hij onverstoord en hij duwt mijn vingers weer op de juiste plaatsen en ik gehoorzaam, druk mijn vingers weer zachtjes naar beneden. Mijn nagels zijn net zo zwart als die van hem, maar mijn nagels zijn langer en mijn vingers ook. Toch kan hij beter spelen. Hij kan veel beter spelen en ook beter zingen. En hij wil het mij leren. Nu. Hij is het me aan het leren. Ik kan het alleen nog niet.
‘Kom,’ zegt hij en hij neemt me mee. Ik weet niet waarheen. Als hij het maar weet. Of niet. Hij weet zoveel, hij kan zoveel. Zijn wondere wereld is mij totaal onbekend, maar ik wil het kennen en hij zal me voorstellen. Hij introduceert me zijn klanken, zijn noten, zijn mensen en zijn milieu. Zijn alles - ik wil alles over hem weten en hij zal me alles vertellen, ik hoef het alleen maar te vragen. Hij zal mijn nagels voor me lakken als ik er geen zin in heb en dan zullen ze mooier worden dan als ik ze zelf lak. Hij zal mijn ogen opmaken met zijn eyeliner als de mijne op is, en mijn ogen zullen bijna net zo mooi zwart zijn als de zijne nu. Ik wil hem zijn en hij zal mij hem maken, hoewel hij mij wil zijn. Ik wil hem niet maken, want hij is mooier dan ik, slimmer dan ik, talentvoller dan ik. Hij moet mij leren. Alles leren, ik wil alles leren. Zijn stem, zijn zang, zijn noten. Mijn trommelvliezen aanbidden hem nog meer dan mijn netvliezen. Mijn huid is verliefd op zijn subtiele aanraking, mijn hersenen zijn verslaafd aan de illusie van hem naast me. Tegen me aan.
Hij neemt me mee naar zijn wereld en ik wil er altijd blijven. Hij zingt voor me, voor we in slaap vallen. Hij zingt voor me, als ik wakker word. Hij houdt van me hij zal me alles leren en het begint bij zijn pianospel. Hij is de god van mijn trommelvliezen. Hij is hij en ik adoreer hem. Altijd, en samen zijn we in zijn wereld en daar zullen we altijd blijven, samen. Alleen wij met miljoenen tonen en klanken. Nog even en ik kan alle toetsen bespelen.
Reacties:
Dit is echt heel erg mooi, Bo. En lief, zoals Jess al zei.
Mwhiiii. <3
AWHGJNFJKCBN.
Okay. Dit. Is. Geweldig.
En lief-ig n mhhihihihihi.
<3
Ja. I just. REALLY. Love this.
Dit is zooo lieeeef. OHMYGOD<3
Weet je wat ik zo cool vind? Dat je met één handeling/objectdingie zo'n mooi stuk kan maken. Dat je die piano zo'n mooie betekenis kan geven. I totally love that. <3