Hoofdcategorieën
Home » Overige » A Thousand Suns [Stand Alones] » Zijn ogen
A Thousand Suns [Stand Alones]
Zijn ogen
Grijs. Het was diepgrijs en het staarde hem aan. Hij staarde terug, zonder iets te zien. Zonder iets te zeggen. Hij hield niet van het grijs. Niet van de lichte tinten en ook niet van de donkere. Het was zo kil, ook al glimlachte het en ook al was het mooi. Altijd mooi, natuurlijk altijd alleen maar mooi. Nooit lelijk, wel kil. Afstandelijk. Niet naar hem toe, maar naar de wereld en dat was bijna even erg, omdat hij wist met welke innerlijke gevechten dat gepaard ging. Nee, het grijs stond hem niet aan, maar hij glimlachte ernaar en liet het onderdeel van hem worden, zoals altijd, welke kleur dan ook. Inclusief het grijs, hoewel dat altijd gepaard ging met sterloze nachten. Ze versmolten wel, maar het bleef. Alles bleef grijs en alles bleef kil. Koud, en niets kon het opwarmen. De dekens niet en hij niet en de centrale verwarming niet. Niemand, want grijs had geen kookpunt en geen smeltpunt, het was er gewoon en de kou was constant. Soms had hij het gevoel dat hij onderkoeld raakte, maar hij zei het nooit, want het was niet expres. Het grijs was er nou eenmaal, en het was nou eenmaal koud en kil en passieloos.
Iets beter al was het blauw. Soms leek het blauw. Het was nooit zo, maar het leek erop. Dat beviel hem, want zo waren zij ook. Ze waren niet, maar ze leken wel. Of eigenlijk leken ze niet, maar waren ze wel. Of, voor sommigen, leken ze wel en waren ze wel, maar nooit echt en nooit officieel. Nooit echt blauw. Altijd maar eventjes, en de impressie bleef hangen en ging nooit meer weg. Foto’s werden teruggekeken. Kijk, daar was het. Daar was het blauw. Geen ontkenning mogelijk. Altijd ontkenning mogelijk, maar de impressie bleef en werd een illusie, tot niets meer zeker was en alles leugens. En dan toch die foto’s, maar er waren meer foto’s zonder blauw, dus de blauwe waren nep en bestonden niet. Het bestond niet, het blauw, maar de illusie bleef altijd en het was precies zoals zij, behalve dat zij wel echt waren maar niet echt leken. Blauw en toch niet, een bestaande illusie en een waarheid die over het algemeen onwaar was, slechts heel af en toe een klein beetje als waarheid aan de oppervlakte leek te komen. Nooit echt. Absoluut nooit echt. Uiteindelijk leek het allemaal alleen maar zo. Toch was het allang beter dan het grijs en als het blauw zich in hem begroef, deed het dat tenminste voor altijd. Als het blauw was op het moment dat het onzichtbaar werd, was het nooit meer blauw als het terugkwam. Hij slokte het blauw in zich op, nam er bezit van en gaf het nooit meer terug. In hem was het blauw. Zijn blauw, niet zijn eigen blauw en het leek alleen maar zo en alleen zij wisten het, niemand anders. Niemand kon het zien. Niet echt. Het blauw was alleen van hen.
Toch was groen het beste. Groen was echt. Groen was hij, groen was zij. Het was vrolijk en vriendelijk en uitnodigend en het glinsterde. Het groen glinsterde altijd en als het op zijn aller felst was, kon hij erin verdrinken. Het was dieper dan het blauw en echter en het zoog hem op, zodat hij vergat waar hij was en dat anderen het groen ook konden zien. Jaloers werd hij dan als hij daaraan herinnerd werd en dat was zichtbaar op zijn gezicht, waardoor het groen alleen maar feller ging glinsteren. Ook als de lichten al uit waren. Het groen was zijn persoonlijke lichtpuntje, naast hem en tegen hem aan en in hem. Groen was het beste, altijd het beste want hij hield ervan. Groen was echt. Het leek echt en het was echt, op foto’s en video’s en in herinneringen. Kijk. Nee, echt, kijk, het was groen. Ja, het was groen. Mooi, mooi groen met kleine spoortjes goud. Het goud was alleen voor hem. Dat wist verder niemand, zij zagen alleen maar groen. En grijs, en blauw soms, maar nooit echt. Ze zagen wel maar ze wisten niet en ze wisten wel maar ze zagen niet. Niet echt. Niet grijs en niet groen en niet blauw, niet de passie voor het kleurenpallet en niet de kleine druppeltjes puur goud die ontdeugend glinsterden. Ze waren blind en onervaren en dom. Ja, dat vooral en ook nog naïef en ze geloofden alle grijze leugens en de groene glinsteringen. Alles, want het was zoals het leek. Zij wisten niet dat het niet leek zoals het was en ze zagen het verschil niet tussen grijs en groen, nooit echt en onbewerkt. Bewerkt wel, zodat het feller was maar dan was het nep en zonder goud. Zonder glinstering. Vol grijze leugens, vol blauwe schijn. Zij wisten het niet.
Holy. Wow.
Dit is zo fucking awesome.
Just. Amazing. Totally amazing.