Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » A Thousand Suns [Stand Alones] » Niet hem

A Thousand Suns [Stand Alones]

20 feb 2013 - 20:02

898

3

664



Niet hem

Twee kleutertjes op blote voetjes renden voorbij. Een vrouw snelde erachteraan, twee paar schoentjes in haar hand. Ze schreeuwde iets tegen de jongetjes, maar die luisterden niet. Ze renden verder, almaar verder. In hun verbeelding renden ze zo ver weg dat de vrouw hen niet meer bij kon houden. Ze zouden vergeten worden, en hun schoentjes ook. Eeuwig zouden ze doorrennen, op blote voeten.
Hij niet.
Hij wilde wel, maar hij kon het niet. Doodstil stond hij, midden op het pad, niet wetend waarheen te gaan, wanneer en hoe. Hij was vergeten hoe hij moest lopen, vergeten hoe het voelde om het gras zijn blote huid te laten strelen. Zijn moeder was nergens te bekennen, zijn schoenen zaten om zijn voeten heen en hij stond stil. Versteend.
“Ik jou van je.”
De wind woei, zachtjes, was eigenlijk niet meer dan een briesje. Het fluisterde gehele verhalen tot de kinderen. Geheimen. Geen geheimen over grote mensen dingen, maar geheimen over de bomen en het gras. De kikkers, de spinnetjes en de libelles. Soms, heel soms, als ze heel aandachtig luisterden, vertelde de wind over de elfjes en de kaboutertjes. De kaboutertjes waren nors, zeurden dat de elfjes teveel lawaai produceerden met hun vrolijke gezang en gedans. De elfjes dartelden daarentegen om de kleutertjes heen, verwijderden eventuele scherpe voorwerpen waar ze in konden stappen. Ze zorgden voor de jongetjes. De wind zorgde voor de jongetjes.
Niet voor hem.
Hij stond doodstil, zag de kleutertjes steeds verder richting de horizon rennen. De moeder erachteraan. Tot aan de horizon, voorbij de horizon, de hele aarde rond en weer terug. Hij geloofde daar niet meer in. Hij geloofde daar allang niet meer in. Nergens meer in, als hij eerlijk moest zijn. Het enige wat hij nog deed was staan, midden op het pad, schoenen aan zijn voeten en de wind in zijn oren. Hem werden geen verhalen verteld, geen sprookjes. Slechts dreigementen. De wind bracht berichten die hij niet wilde horen. De wind lachte hem uit, viel hem lastig, betastte hem, randde hem aan, verkrachtte hem. Intimideerde hem. Sneed recht door zijn huid heen en dwong kippenvel overeind te komen. De elfjes waren er niet om hem te beschermen, om hem warmte toe te blazen. Hij geloofde er niet meer in, dus gebeurde het niet. Er waren alleen nog dreigementen.
“Ik wil je.”
Het was warm, ergens halverwege juli en de zon stond hoog aan de hemel. Het weerkaatste in het water dat langs het park liep. De kleutertjes voelden de zon aangenaam over hun huid likken. Ze werden er bruin van, kleine negertjes, twee kleine negertjes met lichte ogen. Groen en grijs, en de haren op hun hoofd werden iets lichter bruin dan ze eigenlijk waren. Ze hielden van de zon, ze hielden van de zomer. Het was warm, het was buiten en het was goed. Ze waren samen.
Hij niet.
Hij voelde de zon op zijn huid branden, genadeloos, pijnlijk. Het werd rood en hij wilde weg, in de grond verdwijnen, maar hij leek vergeten te zijn hoe hij moest bewegen. Hij haatte de zon. Hij haatte alles. Hij schudde zijn hoofd in de hoop dat zijn bruine krullen voor zijn gezicht zouden vallen om hem te beschermen. Het werkte, half. Niet goed genoeg. Hij haatte het, haatte alles. Buiten, de zon, zijn haar. Alles. Hij was alleen.
“Kom.”
De jongetjes waren bijna uit het zicht verdwenen. De vrouw had hen onder dwang de schoentjes aangetrokken, waarna ze onverstoord verder renden. Ze wisten het niet, ze merkten het niet. Ze beseften niet dat ze het gras nooit meer door hun tenen zouden voelen kietelen. Het ging totaal aan hen voorbij dat ze het zoveelste hoofdstuk van hun leven hadden afgesloten. Ze wisten het niet.
Hij wel.
Plotseling begon hij te rennen. Hard, steeds harder, met alle energie die hij nog in zich had. En hij had veel. Van avonden lang springen, vliegen, rennen, zingen. Zingen. Optreden. “Ik kom,” fluisterde hij, zachtjes, en hij rende het pad over, richting de kinderen en hun moeder. Ze hobbelden nog steeds verder, maar ze hadden veel van hun tempo verloren.
Hij zag hen.
Zij hem niet.
Hij bestond niet. Hij was er niet. Zij bestonden niet, waren er niet. Hij wist het niet, rende alleen maar verder, constant verder, verder, verder. Tot aan de horizon, voorbij de horizon, de hele aarde rond en weer terug. Ergens moest een einde zijn. Hoe sneller hij ging, hoe eerder hij het zou vinden. Hoe beter het zou zijn.
Steeds sneller.
“Ik wacht.”
Hij rende de twee kleutertjes voorbij, zag hun lachende ogen, zag hoe ze naar elkaar keken. Hij wilde naar ze schreeuwen, hard schreeuwen, zeggen dat ze halt moesten houden en dat ze moesten genieten van de zon zolang ze er nog van konden genieten. Hij wilde ze verhoeden. Hij wilde zichzelf verhoeden.
Ze zouden hem niet horen. Ze zouden niet luisteren. Hij vocht tegen de tranen terwijl hij verder rende. Hij rende hen voorbij, rende zichzelf voorbij.
Ergens moest een einde zijn, dat wist hij heel zeker. Er was altijd een einde, dus bleef hij voortgaan. Het geraas van de auto’s kwam dichterbij. Voor zijn gevoel ging hij sneller dan ooit tevoren. Hij ging met de snelheid van het geluid, van het licht en zelfs daar voorbij. Richting de auto’s. De chauffeurs praatten met de bijrijders, de kinderen op de achterbank. Ze lachten, zagen de zon en de bomen en het water. Ze zagen de lente.
Hem niet.
“Welkom.”


Reacties:


xjeszell
xjeszell zei op 26 feb 2013 - 19:46:
Okay. Eigenlijk had ik eerst geen tijd en toen had ik tijd en waren de tekentjes er en ze zijn e nog steeds en ook al erger ik me er enorm aan, ga ik ze negeren. En dit eindelijk lezen. Sorry dat het zo lang duurde, though.

Okay. This is pretty awesome. Maaar. Ik heb geen idee wie de ik persoon is. Ik ga daar wel even over nadenken. ^^"


Azula
Azula zei op 22 feb 2013 - 10:13:
Ik denk inderdaad ook dat het Hazza is.
Eeeennn - I like. Eerst schets je een mooi plaatje, maarr maak je het met gevoelens van de ik-persoon droevig. Da's je goed gelukt.
Het enige wat ik jammer vind is dat het een beetje onduidelijk is. Want sommige stukjes springen een beetje van de hak op de tak, masr dat is vooral een smaakdingetje denk ik. Anyway, ik vind dit een goede SA (:
Sorry voor de saaie reactie, maar ik typ/lees dit op mijn telefoon.

Keep going on like this!


1Diloveniall
1Diloveniall zei op 20 feb 2013 - 23:08:
Wauw, just wauw!

Je laat elk voorwerp leven. Hoe klein het ook is.
De haren op de hoofden van de kinderen, de zon.

Geweldig.

En ik neem aan dat de ik-persoon Harry is, toch?