Hoofdcategorieën
Home » Overige » Schrijfwedstrijd » Hoofdpijn
Schrijfwedstrijd
Hoofdpijn
Maandag morgen 9 uur. Met een flinke kater zit ik achter mijn bureau en tik wat loom op mijn computer. Afgelopen weekend ben ik flink los geweest en de alcohol is helaas nog niet helemaal uit mijn systeem. De hoofdpijn dreunt op het zelfde ritme als het geboor en gehamer in de garage. Werken in me vaders bedrijf heeft zo zijn voordelen als nadelen. En dit is toch echt een groot nadeel.
Ik zucht en sta op. Op naar het koffieapparaat.
Ik gooi koffie in het ding, vul het water bij en druk op start. Het ding komt gorgelend tot leven terwijl ik op zoek ga naar een aspirine.
“Waar heb ik dat stripje nou gelaten.” Zucht ik terwijl ik me tas omkieper op mijn bureau.
“Zoek je wat?” Hoor ik achter me.
Ik verstijf en draai me dan om. Daar staat hij dan. De jongen waar ik altijd al een gruwelijke hekel aan heb gehad. En precies nu staat hij daar, in de deur opening, met ze besmeurde overal aan en een grijns op zijn gezicht.
“Tom. Moet jij niet aan het werk!” Bijt ik hem toe
“Volgens mij was ik de gene die eerst een vraag stelde.” Lacht hij en loopt langs me heen de keuken in.
Ik rol met mijn ogen en ga verder opzoek naar het stripje aspirine. Na een paar minuten zoeken vind ik het tussen de troep op mijn bureau. Gooi alles weer terug me tas in en loop met het stripje de keuken in. Ik zucht als ik Tom in de keuken zie staan. Is hij nou nog niet weg?
“Zwaar weekend gehad, Yara? Koffie en aspirine. Wat heb jij uitgespookt en waarom was ik niet uitgenodigd?” zegt hij met een grijns op zijn gezicht.
“Gaat je niets aan wat ik dit weekend heb gedaan. En waarom jij er niet bij was heb ik je al meerdere keren uitgelegd.” Bijt ik hem toe en pak een glas uit het keuken kastje. Vul het glas met water, haal twee aspirines uit het stripje en spoel ze weg. Daarna pak ik een beker, schenk hem vol met koffie, draai me om en loop terug naar mijn bureau met de ogen van Tom op mijn kont gebrand.
De rest van de dag verloopt zoals ieder andere dag. Er komen veel telefoontjes binnen, er zijn een paar afspraken, pakketjes worden bezorgt en de mails blijven binnen stromen. De hoofdpijn neemt gelukkig af met iedere slok koffie en Tom stoort mij de rest van de dag niet meer om dat ongedaan te maken.
Rond vijf uur zijn bijna alle monteurs naar huis en zit ik nog ijverig te werken. Als eenmaal de laatste monteur gedag heeft gezegd en ik halfslachtig ‘doei’ roep, merk ik dat ik alleen ben. Ik wil nog een slok koffie nemen maar kom tot de conclusie dat mijn beker leeg is. Ik sta op en sjok naar de keuken.
Hoeveel kannen met koffie ik vandaag op gedronken heb weet ik niet. Maar ik voel me al een stuk beter dan vanochtend. Ik schenk de koffie in de beker en draai me om. Ik schrik en laat mijn beker uit me handen vallen. Daar staat hij dan, net zoals vanochtend, in de deur opening met een grijns op zijn gezicht.
“Je hoeft niet te schrikken, Yara. Ik ben het maar.” Zegt hij met een cheeky smile en loopt op me af. Ik deins achter uit en voel na twee stappen het aanrecht tegen me kont aan. Hij blijft op zo’n half meter voor me staan en lacht me toe.
“Vroeger had ik al een beetje een crush op jou. Wist je dat?” Ik antwoord niet en hij gaat verder.
“Je ogen waren toen ook al zo mooi, je lippen waren net zo vol als nu en je mooie lichaam is nu nog mooier.” Hij stapt dichterbij bij en ik wend mijn gezicht af, zodat hij me niet meer kan aankijken. Ik hoor hem zachtjes lachen. Hij zet nog een stap dichterbij zodat ik nu tussen hem en het aanrecht vast geklemd sta.
Hij buigt zich naar mijn nek en geeft een lichte zoen net onder mijn oor. Ik knijp mijn ogen stijf dicht en wens dat dit niet gebeurt. Dan draait hij ruw mijn hoofd naar hem toe en duwt zijn lippen op de mijne. Ik sper mijn ogen open, duw hem met al mijn kracht van me af en sla hem in zijn gezicht.
Even blijft hij perplex staan maar dan vertrekt zijn gezicht. Wrong move schiet er door mijn hoofd heen. Hij glimlacht gemeen en probeert me hand te pakken. Ik spring net op tijd weg en ren de keuken uit richting het kantoor. Achter me hoor ik hem me volgen. Vlak voordat ik de deur in het slot kan gooien pakt hij mijn arm vast en draait me ruw om.
“Ik ben het een beetje zat dat jij mij altijd afwijst. Jij gaat gewoon een keertje met mij uit en je gaat het leuk vinden of je het wilt of niet!” dreigt hij in me oor.
Ik kijk verstijf en knik. Hij kijkt me glimlachend aan, loopt weg en vlak voor de garage deur houd hij stil en draai zich om.
“Vrijdag avond om 7 uur kom ik je ophalen. Kleed je netjes maar sexy. Oh, en geen woord hier over tegen iemand. Anders gaan er nog wel ergere dingen gebeuren.”
Ik blijf hem nakijken tot hij door de deur verdwenen is. Laat me dan langs de deur naar beneden zakken en laat mijn hoofd op mijn knieën vallen. De hoofdpijn is terug.
Reacties:
Mwoaaah. Ik dacht dat het begon met oh-ik-haat-hem en zou eindigen in oh-hij-is-toch-wel-leuk, maar dat is het niet helemaal geworden. Ho, Tom, naughty boy. Stay away from my Hussie would you.
Ze moet gewoon verschrikkelijke kleren aantrekken zodat ze niet meer mee mag! :-D