Hoofdcategorieën
Home » Overige » Schrijfwedstrijd » Misguided Ghosts
Schrijfwedstrijd
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
13 mei 2013 - 10:50
Aantal woorden:
1510
Aantal reacties:
6
Aantal keer gelezen:
461
Misguided Ghosts
Schrijfopdracht 3
Misguided Ghosts
Misguided Ghosts
Regendruppels gleden langs de donkere ramen naar beneden, eenzaam staarde ik naar buiten. Ze weerspiegelden de binnenkant van mijn ziel, langzaam uiteen spattend op de koude grond. Mijn vingers raakten het glas en volgden hun natte wegen. Ik wilde naar buiten, weg van hier. Weg van de regels die ik geacht was op te volgen en weg van het toezicht van de Ouderen.
Ik wilde gewoon naar hem.
‘’Lucinda!’’ Zuchtend draaide ik me weg bij het raam, wachtend op de persoon die mijn naam had geroepen. Ik hoorde haar voetstappen denderen door de koude gang, die zacht verlicht was met toortsen, gebonden aan de donkere muren. Wat werd er ook anders verwacht van een kerker, het donkerste en meest droevige gedeelte van ons Huis. Daarom voelde ik me hier ook zo fijn, wat kon ik anders? Ik was Verdoemd. Al vanaf mijn geboorte.
‘’Lucin- Oh. Hier ben je.’’ Haar stem klonk enigszins teleurgesteld, waarschijnlijk omdat ze had gehoopt dat ik er tussenuit was geglipt, zodat ze me weer kon straffen .Ze deed niets liever, de oude heks. Liet haar dat maar niet horen.
‘’Wat?’’ snauwde ik naar haar, een grijns om mijn lippen vormend bij het zien van de zweetdruppeltjes op haar oude, rimpelige gezicht. Ze was één van de Ouderen, maar dat deed me niets. Het was hoe dan ook een gemeen, oud, kreng. Wat ze ook hoorde te zijn, volgens de regels van ons Huis.
‘’Terug naar je kamer, voordat je er weer tussenuit glipt.’’ Ze keek me venijnig aan en tot mijn grote spijt gehoorzaamde ik haar. Ik zou nooit weer via de Kerkers wegglippen. Alleen al het denken aan de vorige straf deed opnieuw de vele littekens op mijn rug brandden en vuur in mijn binnenste oplaaien. Zwijgend verplaatste ik me geruisloos langs haar, mijn weg vervolgend terug naar boven. Controlerend liep ze achter me aan, ik voelde haar ogen in mijn rug brandden. Rotwijf.
Zodra ik de grote, eikenhouten deur die toegang gaf tot de begane grond opende met een zwiep van mijn arm, wierp een lichaam zich op dat van mij en tuimelden we bijna weer naar achteren – wat wel grappig geweest zou zijn, omdat we dan die oude heks hadden geplet. Kreunend richtte ik mezelf weer op zodra ze los had gelaten en keek ik glimlachend in haar donkere ogen.
‘’Natuurlijk. Ik had het kunnen weten,’’ lachte ik naar mijn overbezorgde, beste vriendin waarvan ik nog steeds niet snapte dat ze van onze soort was. Daar was ze in wezen veel te aardig voor.
‘’Waarom laat je me altijd zo schrikken? Flauw, hoor,’’ zuchtend haakte ze haar arm in de mijne en trok ze me mee de gang op, die een teint lichter was dan die van de kerkers. De geplaveide, donkere vloer en met kaarsen verlichtte muren duidden in ieder geval onze aard aan.
‘’Ik moet hem gewoon weer zien, Scar,’’ antwoordde ik met een gepijnigde stem. Scarlett glimlachte zwakjes, niet zo goed wetend wat ze moest antwoordden. Ik wist hoe ze erover dacht, helaas.
‘’Het kán niet, dat weet je. Jij bent een wezen uit de diepte en hij is-‘’ Ze kon haar zin niet afmaken, te bang om het woord uit te spreken. De tegenstelling was in haar ogen te groot voor een relatie, laat staan op die manier. Toch verlangde mijn hart naar niemand anders dan hij.
Ik stopte, draaide me naar haar toe en keek haar intens aan. Ze was even groot als ik, maar minder krachtig. Mijn ogen waren overtuigender, mijn zwarte haren waren langer en mijn postuur was vrouwelijker. Perfect voor iemand zoals ik, perfect voor het overtuigen van iemand zoals zij.
‘’Je moet me helpen, vanavond,’’ siste ik tegen haar, waarop ze enkel knikte.
‘’Om twaalf uur precies moet je het raam van de Zuidelijke Toren voor me openen, een half uur blijven staan en weer sluiten als ik terug ben. Begrijp je dat?’’ Opnieuw knikte ze, tevreden wendde ik mijn blik af. Een zucht ontsnapte uit haar mond, woedend bleef ze staan.
‘’Deed je het weer? Dat is… Zo…’’ Ze schudde enkel haar hoofd, niet in staat uit te spreken hoe ze zich voelde. Een gemene grijns sierde mijn lippen, terwijl we ons naar de Zuidelijke Toren begaven, daar waar ze me moest helpen ontsnappen. Het was de enige manier om hem te zien, anders moest ik weer een hele maancyclus wachten. Als het geen volle maan was, konden we elkaar simpelweg niet ontmoeten. Hij zou me niet kunnen zien, laat staan kussen. Mijn lippen begonnen te brandden bij het idee aan de zijne en ik versnelde mijn pas.
‘’En wat als ze ons snappen?’’ zei Scarlett, me haastig achtervolgend. Ik schudde zachtjes mijn hoofd en glimlachte naar haar. ‘’Dat doen ze niet.’’ Hoofdschuddend bleef ze me volgen terwijl ik de reusachtige wenteltrap betrad, die toegang gaf tot één van de vier grootste torens. Normaalgesproken waren deze open, maar omdat er meerdere meisjes hier waren die nog wel eens weg wilden glippen, waren ze afgesloten met deuren. Gelukkig voor mij was Scarlett net zo sterk als tien bodybuilders. Het was haar speciale kracht en ik maakte er gebruik van met mijn eigen; manipulatie. Je bent zo geschapen als je bent geschapen, is ons altijd verteld. Nou, ik was al gedoemd om te zijn wie ik ben, dus waarom mijn kracht niet gebruiken? Ik vond het meer dan eerlijk.
Toen we zo goed als bovenin waren, werd ik voor enkele seconden overdonderd door het mooie uitzicht. We mochten dan demonen zijn, wezens uit de diepste diepte, maar ook wij vonden natuur mooi en betoverend, zoals de helder verlichtte hemel met zijn fonkelende sterren die twinkelden in het licht van de volle maan.
‘’Wauw,’’ fluisterde Scarlett zachtjes, terwijl ze als automatisch al naar het raam liep. De toren was ongeveer dertig meter hoog, maar voor mij maakte dat niets uit. Ik kwam hier wel weg en terug.
‘’Oké, het is bijna zover. Vergeet me niet, alsjeblieft.’’ Scarlett glimlachte en schudde driftig haar hoofd.
‘’Nee, wie moet ik dan gebruiken om ervoor te zorgen dat de Ouderen ons met rust laten?’’ Glimlachend knikte ik, er nu vrijwel zeker van dat ze me niet liet zitten. Ik wierp nog een laatste blik op de heldere maan, draaide me toen om naar het grote raam dat voorzien was van tralies. Met één simpele beweging van haar arm liet Scarlett zowel het glas als de tralies door midden barsten, waardoor ze de weg voor me vrijmaakte. Tevreden ging ze op de balustrade zitten, leunend met haar rug tegen één van de grote, stenen palen.
‘’Tot straks,’’ zei ze tevreden, toch wel blij met dit plan. Ik knikte, bewoog me soepel langs haar heen en liet me naar beneden zakken. Via de donkere muur van ons Huis zette ik me af en liet ik me door de lucht suizen. Binnen enkele seconden stond ik in het natte gras, regendruppels likten mijn huid. Ik wierp nog één blik naar achteren en zodra ik me er zeker van was dat ik niet werd gevolgd, zette ik het op een lopen. Mijn hart begon tegen mijn borstkas aan te bonzen zodra ik het dichte bos betrad en alsof het geen enkele moeite kostte zigzagde ik tussen de dikke eiken door. Ik haalde mijn neus op, een tinteling voltrok zich door mijn maag. Hij was vlakbij.
Nog geen vijf minuten later kwam ik aan op onze open plek. Hij werd volledig verlicht door de schittering van de maan, die de regendruppels in het gras deed fonkelen. Dikke eiken omringden de plek, waardoor het leek op een soort grasveld.
Ik deed een stap naar het licht toe, voelde het zachtjes mijn huid strelen. Mijn hoofd richtte ik op en mijn donkere ogen vonden de lichtblauwe van hem, een paar meter van me vandaan. Hij was volledig gekleed in stralend wit, waardoor zijn donkere haren nog mooier leken in het licht van de nacht. Zijn bleke huid en lange, slanke vingers strekten zich uit en voorzichtig sloop ik naar hem toe. Zijn geur hing overal om me heen, deed alarmbellen rinkelen en mijn maag borrelen. Maar hij borrelde niet van haat of venijn. Hij borrelde van ware liefde.
Zijn vingers sloten om de mijne en bijna leek het alsof er vuurwerk vanaf spatte. Het was zo verkeerd, zo fout en als iemand er ooit achter zou komen werden we allebei per direct gestraft. Misschien wel met de dood – niet dat het voor mij zo erg klonk, maar voor hem zeker wel. Want hij was het tegenovergestelde. Hij was de mooiste engel die ik ooit gezien had.
‘’En zo werd de Engel verliefd op zijn eigen angst,’’ sprak hij met een diepe, melodieuze stem. Ik glimlachte, keek hem intens aan in zijn prachtige ogen.
‘’En zijn angst werd verliefd op hetgeen zijzelf nooit zou kunnen zijn.’’ Hij straalde, boog zich naar voren en drukte zijn lippen op de mijne. Mijn hele lichaam raakte van slag, felle vlammen likten mijn binnenste en mijn lange, zwarte haren wapperden in het licht van de maan. Het was verkeerd, ongelooflijk fout en toch. Ik zou het niet anders gewild hebben.
Azula©
Reacties:
Bodine zei op 15 mei 2013 - 0:39:
GA TOCH WEG. Hoe kan ik nou de wedstrijd winnen als jij dit doet? Pff. Ik haat je.
GA TOCH WEG. Hoe kan ik nou de wedstrijd winnen als jij dit doet? Pff. Ik haat je.
Chrissy zei op 13 mei 2013 - 20:13:
Als jij dit niet gaat winnen ga ik iemand in de fik steken! Serieus! Dit is ZO goed!! omgggggg
Kusss
Als jij dit niet gaat winnen ga ik iemand in de fik steken! Serieus! Dit is ZO goed!! omgggggg
Kusss
Faylinn zei op 13 mei 2013 - 16:53:
wow gewoon WOOW...meer kan ik niet zeggen dit is gewoon zo...zoo.......gelweldig!
woooooooow.....
wow gewoon WOOW...meer kan ik niet zeggen dit is gewoon zo...zoo.......gelweldig!
woooooooow.....
Aimeery zei op 13 mei 2013 - 16:28:
ahw... Das echt... Schattig en zielig...
echt heel goed geschreven!
ahw... Das echt... Schattig en zielig...
echt heel goed geschreven!
Dit is heel goed, alleen heb ik meer het gevoel dat het een deel in een groter geheel is dan een echte Stand Alone, maar desalniettemin: erg goed gedaan.