Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Ogen » Louis
Ogen
Louis
Groen. Allemaal bomen, struiken. Gras. Groen. En grijs. De gebouwen waren grijs. En bruin, en rood. Met blauw en geel en paars. En rood. Rood was de kleur van Floors blouseje. De kleur van bloed. De kleur van alles, maar dan ook alles wat hij niet meer wilde weten.
De beelden schoten aan hem voorbij, stuk voor stuk. Hij haatte ze. Eliza, door zijn schuld tegen de betonnen trap geklapt. Deborah, door hem naar het hiernamaals gezonden. Isa, vermoord in een poging hem te vermoorden. Ina, Maggie, Simone. Lily. De emotionelere gevallen; Niall en Josh. Liam. Kathryn, voor wie hij meer dan voor wie ook verantwoordelijk was. En Kathryn leidde tot Cynthia en zij liet hem geen moment met rust. Helemaal niet meer.
Er werd zachtjes in zijn hand geknepen en hij kwam bij uit zijn gedachten, stelde zijn ogen scherp. Ze waren tot stilstand gekomen voor de deur. Rode bakstenen. Een deur.
Een koude rilling liep over zijn rug, terwijl hij aan zijn hand de auto uitgetrokken werd. In zijn gedachten zag hij de Kale alweer voor zijn voordeur staan. Ze wisten waar hij woonde, ze wisten – voor de gedachten geheel konden vormen, begonnen zijn voeten al onder hem te bewegen. Ze probeerden hem te verplaatsen richting de weg, hij wilde zover mogelijk verwijderd zijn van de plek waar het allemaal begonnen was.
Een warme hand hield hem op zijn plek. De grip om zijn vingers verstevigde en hij begon harder te trekken. Steeds harder, en hij stopte pas toen hij de motor van de auto weer hoorde starten. Als ontwaakt uit een trans keek hij om zich heen, zag hij alle bagage op de stoep staan. En Eleanor, maar niet Louis en de auto trok alweer op. ‘Nee!’ riep hij, terwijl hij de paniek nogmaals omhoog voelde borrelen. Hij begon opnieuw aan zijn hand te trekken, dit keer om de auto te achtervolgen. Hij moest achter Louis aan, zo hard hij kon achter hem aanrennen, maar hij werd aan zijn hand tegengehouden. Nog steeds.
‘Harry!’ drong na een poosje tot hem door. ‘Harry!’ Het was een vrouwelijke stem en Harry draaide zich in haar richting. Glazig keek hij het meisje aan. Zijn ogen stelden niet scherp, maar dat hoefde ook niet. Hij wist wie ze was.
‘Hij is alleen even de auto aan het parkeren, dan komt hij terug.’
‘Ja maar –’
‘Nee, geen gemaar. Hij komt zo terug, heus waar.’ Harry schudde zijn hoofd en gaf opnieuw een ruk aan zijn hand. Ditmaal had hij wel succes en voor de anderen er erg in hadden, was hij de straat al opgerend. ‘Fuck!’ hoorde hij uitgeroepen worden, gevolgd door voetstappen en voor hij de auto ook maar in zijn gezichtsveld had gebracht, sloten vijf vingers zich ruw om zijn pols. ‘Harry!’ werd hem toegeschreeuwd, toen hij bleef proberen weg te rennen. De kracht waarmee hij trok nam ietwat af, maar hij gaf niet geheel op. Hij kon Louis niet zomaar in de steek laten, ook niet omdat hij moe was en tegengehouden werd.
‘Harry, kijk me aan.’ De jongen gehoorzaamde, liet langzaam zijn grip verslappen tot hij uiteindelijk helemaal geen kracht meer uitoefende. Hij was moe en de bruine ogen kalmeerden hem. Ze deden hem aan Cynthia denken, vaag, maar bovenal stelden ze hem gerust. Ze waren zijn houvast en Zayn was zich daar maar al te goed van bewust. ‘Luister,’ sprak hij met zijn zachte, geruststellende stem. ‘Louis brengt alleen even de auto weg. Daarna komt ‘ie terug en we slapen alle vier hier. Er is geen reden tot paniek.’
Harry keek de jongen aan en hij knikte. De tranen prikten achter zijn ogen en hij wist dat hij ze niet binnen kon houden als hij een poging zou doen tot spreken.
Zayn leek het te zien, of aan te voelen – hij was in de afgelopen paar dagen een ster geworden in het aflezen van de getraumatiseerde Harry. Vandaar dat het niet als een verrassing kwam toen hij de jongen naar zich toetrok en stevig omhelsde.
‘Sorry,’ fluisterde Harry, alsof hij oprecht geloofde dat het zijn schuld was.
‘Het geeft niet,’ fluisterde Zayn in zijn oor, waarna hij de omhelzing verbrak. ‘Kom,’ sprak hij, Harry’s hand weer beetpakkend, ‘we brengen de bagage alvast naar binnen. Dat stelt Louis vast op prijs.’
Harry knikte onzeker en liet zich terug naar de auto voeren. Zayn hielp hem bij het omdoen van zijn rugzak, pakte vervolgens zijn eigen sporttas beet en samen begaven ze zich naar binnen.
Het huis was niet leeg, zoals het geweest was toen Harry er de laatste keer geweest was. Anne en Jay zaten op de bank, naast elkaar, in doodse stilte en met hun blikken op de deur gericht.
‘Harry!’ riep Anne uit, zodra ze haar zoon door de deur zag komen. Ze sprong op en rende op hem af, sloot hem in haar armen alsof ze hem in geen jaren gezien had. ‘Ik was zo bang,’ snikte ze tegen zijn schouder. Twee tellen later leek ze echter te merken dat Harry zich er maar ongemakkelijk bij voelde en liet ze hem los. De jongen keek haar vluchtig aan, zag haar betraande ogen en liet zijn blik vervolgens de gehele kamer scannen.
Jay zat nog steeds op de bank, bleek, doodstil. ‘Louis,’ fluisterde Harry, terwijl zijn ogen steeds sneller door het vertrek begonnen te dartelen. ‘Louis,’ fluisterde hij nogmaals, en hij draaide zich om met de intentie weer naar buiten te schieten.
‘Harry,’ klonk er achter hem, bevelend, en het deed hem stilstaan. ‘Louis komt zo,’ vervolgde Zayn rustig. ‘Jij blijft hier.’
Net op dat moment kwam Eleanor binnen, zowel haar eigen als Louis’ tas in haar handen. Ze hadden de tassen, compleet met inhoud, gekregen om de paar dagen tussen redding en thuiskomst door te komen. De dagen waarin de verslagen waren afgelegd, en ondertekend, de dagen waarin ze eindeloos geteisterd werden met vragen, met opdrachten, met allerlei dingen die hen aan de vreselijke gebeurtenissen herinnerden.
‘Is Lou oké?’ vroeg Jay met onvaste stem, zodra ze Eleanor zonder haar vriend binnen zag komen.
‘Ja hoor,’ reageerde het meisje. ‘Hij parkeert de auto eventjes.’
Anne draaide zich naar haar vriendin toe en besloot weer naast haar plaats te nemen op de bank. Vervolgens nam ze haar handen in de hare en probeerde ze haar gerust te stellen. ‘Hij komt heus zo wel. Wat kan er nu helemaal gebeuren in dat kleine stukje?’
‘De vorige keer hebben ze hem toch zeker uit zijn eigen huis geplukt? Dan kunnen ze hem ook van de straat plukken.’
Harry verstijfde, terwijl het weer begon te tikken in zijn hoofd. Tik, tik, tik. Drup. Schot. Hij hoorde het schot in zijn hoofd, voelde de angst, zag Louis op de straat liggen – zijn ogen open, starend in het niets. Grijsblauw. Grijsblauw. Het was overal. Overal waar hij keek, Louis’ ogen. En haar ogen. De bruine ogen en ze glimlachten.
Harry werd door elkaar geschud. Krachtig. En hij hoorde zijn naam. Opnieuw, opnieuw en opnieuw. Toen een hand op zijn schouder, warme adem tegen zijn oor, nogmaals zijn naam. De stem die hij uit duizenden herkende, die hem zijn ogen deed openen. Zijn zicht was wazig vanwege de tranen die zich een weg naar buiten baanden. ‘Louis?’
De lippen maakten contact met zijn wang, eerst zachtjes, toen iets harder en daarna werd het contact weer verbroken. Harry voelde een nieuwe vlaag van paniek over zich heen komen, maar daar kwam een einde aan zodra twee sterke armen zich om hem heen sloten. ‘Kom,’ fluisterde Louis’ stem hem toe, waarna de armen hem overeind trokken. Gewillig liet Harry zich meevoeren. De woonkamer door, de trap op, zijn slaapkamer in. Het bed was netjes opgemaakt en alles was opgeruimd, zelfs de kleine prulletjes die her en der verspreid hadden gelegen toen hij wegging.
Louis droeg hem tot aan het bed, toen liet hij Harry’s voeten langzaam op de grond zakken. ‘Volgens mij ben je uitgeput,’ legde hij uit, met zijn hoofd richting het bed knikkend. Harry’s ogen gleden van het bed naar Louis, naar het bed en terug naar Louis. ‘Blijf bij me?’
Zachtjes schudde Louis zijn hoofd. ‘Onze ouders hebben alles gezien, Harry. Het nieuws, de kranten. Ik ben ze heel wat uitleg verschuldigd. Het is één ding dat jij er niet bij bent, maar ik kan het ze niet aandoen dat ik er ook niet ben. Dan moet Eleanor alles vertellen zeker? Ze heeft het meeste niet eens meegemaakt.’
‘Ik kan niet alleen –’ begon Harry met zwakke stem.
‘Je hoeft niet alleen,’ onderbrak Louis hem met een zwakke glimlach. ‘Zayn blijft bij je.’ Hij gebaarde richting de deur, waar de jongen inderdaad stond te wachten. Harry knikte alleen maar, trok Louis vervolgens stevig tegen zich aan. ‘Tot morgen,’ fluisterde hij tegen Louis’ huid.
‘Slaap lekker,’ luidde het antwoord, waarna Louis aanstalten maakte te vertrekken. Harry’s stem hield hem tegen: ‘Lou!’ De jongen draaide zich om, keek Harry vragend aan.
‘Tot morgen,’ sprak de jongste drukkend. Het was geen groet, het was een bevel. Hij moest uit Louis’ eigen mond horen dat ze elkaar de volgende dag weer zouden zien.
‘Tot morgen,’ sprak Louis zachtjes, alvorens langs Zayn de kamer uit te glippen.
Reacties:
):
Arme Harry.
Maar ik moet wel zeggen dat hoe ongelooflijke knap is hoe je Harry's gekte weer hebt gegeven. Hoewel het in de derde persoon is geschreven leest het alsof je in Harry's hoofd zit: heel chaotisch en onstuimig. Precies zoals het moet.
Harry doet me nu echt denken aan een bang jongentje van 15 en
dat is zo schattig & het suit hem maar tegelijkertijd ook weer
totaal niet en - ohhhh.
Ik vond dit hoofdstuk erg leuk, tho. ^^ En Zayn.
Zayn blijft bij hem. How sweeeet.
ZARRY FEEEEEEEEEELS.
Ahw, arme Harry, en dat schot dacht ik echt zo van:
NOOOOOO
Maar het was dus maar een gedachte...
ZarryLarryZarryLarryZarryLarryZarryLarryZarryLarryZarryLarry
Ik begreep het eerste deel he-le-maal niet, maar dat kwam omdat ik dacht dat het Louis was waarover je sprak. Maar gelukkig snapte ik het daarna wel.
Mhm. Geen theorie..
Ik ga verder (: