Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Ogen » Philip
Ogen
Philip
Op haar hoede wierp het meisje een blik door de voorruit. Ze zag niet meer dan een grasveld en wat bomen. Een picknicktafel; een gezin bestaande uit een vader, een moeder en twee meisjes, dat hun kleffe boterhammen verorberde; een konijn dat voorbij spurtte en een stel vogels dat overvloog. Geen mannen met geweren. Geen mannen met messen. Geen Harry of Louis of Zayn of Chris om haar te betrappen op het lezen. Helemaal niemand, niets, geen bedreigingen.
Toch wierp ze om de minuut een blik door de autoruiten heen. De voorruit, de zijraampjes, de spiegels. Ze moest zeker weten dat ze veilig was, de hele tijd. Als ze gevolgd werd zou dat op zich al slecht nieuws zijn, maar als ze in haar bezigheden betrapt werd, zou ze helemaal verloren zijn.
Daarom deed ze het ook op de parkeerplaats langs de snelweg, waar de kans het kleinst was dat ze één van haar zogenaamde bondgenoten tegen zou komen. Niet dat ze ze per se wantrouwde, maar ze kon ook nog niet zeggen dat ze ze wel vertrouwde. De antwoorden hield ze in haar hand, daar was ze vrijwel zeker van. En toch wist ze nog lang niet genoeg om te weten wie ze wel en niet volledig kon vertrouwen.
Ze had net de eerste paar pagina’s doorgespit. Ze had juist achterhaald dat Kate meer had geweten dan zij, en dat Lily inderdaad alles zelf had gedaan. Aan de ene kant wilde ze doorlezen, aan de andere kant wist ze dat het eeuwig zou duren voor ze daarmee klaar zou zijn. Ten eerste vanwege de aandachtigheid waarmee ze las, ten tweede omdat ze haar omgeving de hele tijd in de gaten moest houden. Het was vermoeiend en het kostte veel tijd en tijd was iets waar ze slechts weinig van tot haar beschikking had.
Het was niet alleen zo dat zij niet wist wie ze wel en niet kon vertrouwen – dat gold voor iedereen. Behalve Kate, blijkbaar, en misschien dat er nog een alwetend persoon in het spel was, maar dat wist ze niet en daar zou ze waarschijnlijk ook niet achterkomen. Ze kon zich niet voorstellen dat ze zoiets aan Kate zouden vertellen. Het kwam er dus op neer dat ze moest zorgen dat Harry en zijn aanhang haar niet meer zouden gaan wantrouwen dan ze al deden. Als ze haar uit de groep stootten, zou ze kwetsbaar zijn en daar zat ze niet op te wachten.
Ze legde het schriftje na een korte aarzeling en een aandachtige analyse van de rustige omgeving in het dashboardkastje en startte de motor weer. Eén van de kleine meisjes keek op, zei iets tegen haar moeder wat Sharon niet kon verstaan en zonder er verder acht op te slaan reed ze weg. Ze was nog niet zo laat dat ze argwaan zou wekken, maar veel meer vertraging kon ze niet meer gebruiken.
Onderweg naar het huis bedacht ze in haar hoofd hoe ze het ging spelen. Zelfs van Philip wist ze niet in hoeverre hij te vertrouwen was en als er iemand was van wie ze het moest weten, was hij het. Alles draaide om hem en dus besloot ze het op Lily’s familie te gooien. Dat was een veilige manier om op zijn minst iets proberen te achterhalen.
Ze wist niet wat ze verwacht had. Een hypertechnische flat, een vrijstaande villa met camera’s op elke vierkante meter, een metershoog hek dat alles afsloot van de buitenwereld – in elk geval niet het rijtjeshuis waar ze uitkwam. Onzeker parkeerde ze haar auto voor de deur en stapte ze uit. Was dit het? Bevond Philips hoofdkwartier zich in een rijtjeshuis? En dan nog wel een degelijk rijtjeshuis in een rustige buurt. Net niet rijk, maar ook niet arm. Gewoon een wijk van modaalverdieners, gezinnen met kinderen, rust, vrede en saamhorigheid. Geen plaats voor een hoofdkwartier dat moorden in de doofpot stopte.
En juist daarom, realiseerde ze zich, was het hier. Dus liep ze het pad op en begaf ze zich naar de voordeur, drukte op de bel. Het duurde heel eventjes voor de deur geopend werd, maar niet lang genoeg om een tweede keer aan te bellen.
‘Sharon,’ glimlachte de man die de deur opende. Hij was lang, niet breed en niet smal, had een gezonde kleur op zijn huid maar was niet belachelijk bruin, droeg een spijkerbroek en een overhemd, had een bril op zijn neus en zijn haarwortels gaven hier en daar wat grijsheid prijs. Hij zag eruit als een doodnormale man, halverwege veertig, basisschoolleraar en vader van twee kinderen – iets in die richting.
‘Hallo,’ stamelde Sharon. Ze vroeg zich niet af waarom hij haar naam kende, was zich er heel goed van bewust dat hij waarschijnlijk een ton dossiers op zijn bureau had liggen en meer van haar wist dan zijzelf. Het bezorgde haar een onbehagelijk gevoel, maar ze deed haar best om dat niet te laten blijken. En toevallig was dat één van haar specialiteiten.
‘Kom erin,’ sprak de man, terwijl hij opzij stapte zodat het meisje langs hem heen het huis kon betreden. Hij leidde haar richting de woonkamer en gebaarde dat ze plaats mocht nemen op de bank. In de woonkamer, bij de haard, tegenover de televisie, in een doodnormale woonkamer in een doodnormaal huis van een doodnormale man. Nou ja, misschien was dood niet helemaal het juiste voorvoegsel, maar daar dacht Sharon op dat moment niet bij na.
‘Ik neem aan dat je niet zomaar op de thee komt?’ vroeg de man, terwijl hij een mok dampende thee voor haar neerzette. Alsof hij haar komst verwacht had en de thee alvast klaar had gezet. Had hij haar komst verwacht? ‘Verwachtte u mijn komst?’
‘Nee, ik had toevallig net water opgezet.’
Sharon knikte, zei niets, maakte geen aanstalten haar drankje aan te raken. Het was toch nog heet, hield ze zichzelf voor. En ze voelde zich niet op haar gemak.
‘Goed, vertel, wat is er aan de hand?’
‘Twee dingen,’ sprak Sharon op zelfverzekerde toon. Hier was ze wel zeker van, geen twijfel over mogelijk. Ze moest en zou antwoorden krijgen. De man knikte haar toe als teken dat ze verder mocht gaan, dus ging ze verder: ‘Ten eerste iets kleins. Ik vroeg me af of er al nieuws is over degenen die erachter zitten?’
‘Nee, nog helemaal niets.’
‘Ook niet van de families aan wie het geld uitgekeerd zou worden?’
‘Het geld is uitgekeerd,’ sprak de man, een bedenkelijke frons tussen zijn wenkbrauwen. ‘Dat wel, maar het is in cash aan de familie gebracht. Gewoon door de brievenbus gegooid en niemand heeft een signalement. Nergens vingerafdrukken, natuurlijk, dus dat is een dood spoor.’
‘Oké…’ sprak Sharon langzaam, terwijl ze zich vooroverboog om haar thee in handen te nemen. Ze kon moeilijk weigeren het op te drinken, ze kon geen enkel geldig excuus bedenken.
‘En het tweede?’
‘We willen weg bij Harry’s ouders.’ Het was geen vraag, hoewel het ook niet echt een bevel was. Het was eerder een constatering. Philips gaf geen emoties prijs. ‘En waar willen jullie precies heen?’ vroeg hij.
‘Naar een locatie waar we met zijn allen kunnen onderduiken zonder zijn ouders erbij te betrekken. Zij staan op hun werk niet onder bewaking en kunnen dus sowieso overvallen worden – maar dat worden ze niet. Ze zijn dus nog buiten schot, maar als iedereen daar nu intrekt dan komt daar snel verandering in. Toch is het zowel voor jullie als voor ons een voordeel om iedereen bij elkaar te houden: veiligheid en minder mankracht. Jullie zouden één mannetje op Harry’s ouders kunnen laten staan en de rest aan ons geven.’
‘Wie vallen er precies onder ‘jullie’?’
‘Wij allemaal. Ik, Chris, Floor, Jade, Harry, Zayn, Louis, Eleanor, Danielle en Perrie.’
‘Perrie?’
‘Ja, Zayns vriendin.’
‘Ik weet dat ze Zayns vriendin is, maar wat heeft zij ermee te maken?’
‘Ze kwam toevallig binnenvallen.’
‘En jullie hebben haar erbij betrokken?’
‘We hadden weinig keus, ze weigerde Zayn met rust te laten. Veronderstelde dat hij vreemdging en weet ik veel wat allemaal, en we hebben alles geprobeerd maar niets werkte. Uiteindelijk hebben we haar moeten vertellen hoe de vork in de steel stak, voor zij degene was die een moord beging.’
Philip zuchtte. ‘Goed, jullie zijn nu dus met zijn tienen?’
‘Geen idee, ik heb het niet geteld.’
‘Ik wel.’
Waarom vraag je het dan? wilde Sharon vragen, maar ze deed het niet. Philip was en bleef iemand die boven haar stond, die op cruciale momenten het verschil tussen leven en dood kon betekenen. Ze kon hem maar beter te vriend houden, voorlopig.
‘Goed,’ ging Philip verder, toen hij merkte dat het meisje niet van plan was te reageren. ‘Ik heb nog wel een huis dat jullie kunnen gebruiken, ik zal mijn mankrachten op de hoogte brengen. Wanneer zijn jullie van plan over te gaan?’
‘Vanmiddag.’
‘Hebben jullie genoeg auto’s tot jullie beschikking?’
In haar hoofd maakte Sharon vliegensvlug een optelsommetje. Perries auto, haar eigen auto en waarschijnlijk ook Harry’s auto. Of twee, naar haar weten bezat hij er twee. ‘Ja,’ antwoordde ze dus. ‘Ik heb alleen het adres nodig, en de sleutel.’
Philip knikte en stond op. ‘Het is wel oud, een beetje gehorig. Tochtig, ook. Het is niet zo dat ik tientallen villa’s in mijn bezit heb. Als jullie er niet tevreden mee zijn, is het niet mijn probleem. Ik heb geen alternatief.’
Sharon schudde haar hoofd en volgde de man met haar ogen terwijl hij de kamer verliet. In de tijd dat hij wegbleef dronk ze haar thee op, om vervolgens het vertrek in zich op te nemen. Er was werkelijk niets wat ook maar enigszins de indruk wekte dat het huis de plaats was waar strikt geheime missies uitgevoerd werden. En intussen wachtte ze, en wachtte ze. Tik, tik, tik.
Na een poosje begon ze zich af te vragen wat hij allemaal aan het doen was. Half om half verwachtte ze dat hij terug zou komen met een geweer in zijn handen, dat ze terplekke vermoord zou worden en dat niemand het iets uit zou maken – de enige met wie ze een band had opgebouwd was Kate, en zelfs zij bleek achteraf niet te vertrouwen geweest te zijn. Of wel, maar in ieder geval niet voor de volle honderd procent. Daarbij was ze zelf al dood.
Sharons angst bleef onbeantwoord, want Philip kwam terug de kamer in met niets dan een rammelende sleutelbos in zijn hand. Hij liet de sleutels één voor één aan haar zien, legde uit: ‘Voordeur, achterdeur, schuur. De kelder heeft ook een slot, dat is deze sleutel. Dit is het enige exemplaar dat ervan bestaat, dus mocht er ooit iets zijn, raad ik jullie aan daar te schuilen. Hoewel het wel krap zal worden met z’n allen.’
Sharon knikte, stond op en nam de sleutels van de man aan. Hij vertelde haar het adres en daarna gaven ze elkaar een hand. ‘Bedankt,’ glimlachte Sharon, meer uit beleefdheid dan omdat ze de ontmoeting met de man aangenaam had gevonden.
‘Geen dank,’ antwoordde Philip, alvorens het meisje naar de deur te begeleiden. Met de sleutels in haar handen geklemd liep ze terug richting haar auto.
Reacties:
Ehm. Ja. Dat dacht ik ook - waar is Harry?
En ik wil weten wat voor onderkomen het is en zo.
Next <3 ?
Op weg naar het huis!
Ik vond Philip eerst enigszins verwarrend. Waarschijnlijk vanwege het 'moorden in de doofpot stoppen'-deel. Hij staat in ieder geval aan hun kant (of lijkt aan hun kant te staan, maar in dat geval zullen ze allemaal redelijk snel dood zijn en dan red je de vijftig hoofdstukken niet, so).
Oke. Hooo. Harry was toch met Sharon mee?
Of ben ik nou achterlijk?
Maarre, ik mag die Philip wel ^.^
Snel weer verder
Xoxo
Ik mag Philip ook wel! Ook al heb ik geen idee wie het is. Misschien een klein idee, maar waarschijnlijk is dat onzin.
Ik ben benieuwd wat de rest van het huis vind, en ik durf te wedden dat ze vragen gaan stellen aan Sharon hoe ze eraan komt. Waarschijnlijk verteld ze het niet. Denk ik dan.
Ga maar snel verder ^^
Hoe was je vakantieee?
WAAR IS HARRY? Hij kan niet in de auto zitten want dat ia te gevaarlijk tenzij in de kofderbak is gan verstoppen
Typgebrek.