Hoofdcategorieën
Home » Overige » Schrijfwedstrijden » De dag dat de muziek verdween
Schrijfwedstrijden
De dag dat de muziek verdween
Midden in het kale, door de apocalyps een daarop volgende oorlog verwoeste landschap stond een brievenbus. Het ding werd veelal de ‘brievenbus van boven’ genoemd: een plek waar mensen brieven aan hun verloren nabestaanden konden achterlaten. En voor de brievenbus stond een jongetje van een jaar of acht. In zijn hand hield hij een brief met ‘mama’ erop.
“Hey,” zei een vriendelijke stem achter hem, toen hij de brief in de gleuf had laten verdwijnen. Geschrokken draaide het jongetje zich om. Voor hem stond een jongen met felrood haar. “Voor wie was die brief?” Hij vroeg het niet op de scherpe toon van de meeste mensen. In plaats daarvan was de toon oprecht geïnteresseerd. De toon van iemand die precies wist wat de jongen doormaakte en hoeveel praten op kon luchten.
“Mama,” zei het jochie zachtjes. “Er was een bom in het centrum toen mama boodschappen ging doen en toen is ze niet meer teruggekomen. Papa was al weg. Al jaren.” Verdrietig staarde het jongetje naar zijn schoenen. De tiener knielde bij hem neer om hem te troosten. “En jij?” vroeg het jongetje. “Waarom ben jij hier?”
De jongen met het felrode haar toonde zijn brief. ‘Papa’ stond erop. “Mama leeft nog, geloof ik, maar ik heb haar al jaren niet meer gezien. Dat zou te gevaarlijk zijn voor haar.”
“Hoezo?”
Even zweeg de jongen. Nadenkend scande hij het jochie. “Wat nu? Bij wie woon je nu?”
Het kind haalde zijn schouders op. “Op straat.”
“Wil je met mij mee?”
Op een dag was de muziek zomaar ineens gestopt. De killjoys waren samen met hun nieuwste aanwinst – Jimmy – aan het eten, toen de net binnengekomen plaat ermee stopte. Geërgerd had Party Poison zijn blikje voedsel opzij gezet om te kijken wat er aan de hand was, maar wat hij ook probeerde, hij kreeg het radiosignaal niet terug. Het was alsof het uit de lucht was verdwenen.
“Dit is foute boel,” mompelde hij toen hij terugkwam.
“Betekent dat dat we eindelijk tegen de boeven gaan vechten!” zei het jongetje opgewonden.
Party Poison keek zijn vrienden peinzend aan. “Als Roy uit de lucht is, moet er iets mis zijn. We kunnen op z’n minst gaan kijken, toch” opperde Kobra Kid.
De rest stemde in, dus vertrokken ze naar het voormalige restaurant waar ze wisten dat Roy zijn studio had. Eenmaal daar kwamen ze tot de schokkende ontdekking dat alle apparatuur verdwenen was, evenals de DJ en zijn assistente Natascha.
De beslissing om te vechten was nauwelijks een beslissing geweest. Roy’s radioshow was de stem van de revolutie: zonder hem waren ze reddeloos verloren. Ze gingen dus terug naar hun basis en maakten zich klaar, terwijl Jimmy om hen heen sprong als een chihuahua die eten ruikt.
Bewapend met felgekleurde pistolen, stapten ze weer in de auto. Dat het Better Living Industries was die het geheime radiostation had opgerold, stond buiten kijf. De vraag was waar ze de radioapparatuur en haar eigenaar moesten vinden. Het hoofdgebouw leek in ieder geval een goede plaats om te starten. Als ze niks vonden, konden ze de boel altijd nog uit wraak kort en klein slaan.
Bij het hoofdkwartier aankomen zouden ze niet. Toen ze op volle snelheid over de Route Guano reden, werden ze plotseling achternagezeten door een stelletje draculoid: de genetisch gemanipuleerde beveiligers van Better Living Industries, die de gehele stad met hun schrikbewind teisterden.
“Euh… Party?” begon Jet Star, die ze als eerste zag.
“Weten we in ieder geval dat we goed zitten. Trek de pistolen, jongens! Dan houd ik de auto op de weg.”
“Cool!” riep Jimmy enthousiast, maar de anderen waren al te druk bezig met het neerschieten van hun zojuist opgedoken vijanden om te reageren.
De actie was succesvol. De ene na de andere draculoid verdween door hun schoten van de weg. “Shit, Party! Draai om zodra die vervloekte wezens weg zijn! De auto is geraakt, probeer of je nog bij de garage kunt komen, anders krijg ik hem misschien niet meer aan de praat.”
Party Poison vloekte zachtjes, maar willigde het verzoek toch in, zodra het laatste monster in de vergetelheid was geschoten.
“Shit man. Hoe wisten ze dat we daar waren? En hoe gaan we Roy zo bevrijden?” foeterde Party Poison tegen Kobra Kid, nadat ze bij de garage waren aangekomen.
“Relax gast. We waren gewoon te snel ter plaatse,” zei de ander, terwijl hij door het tijdschrift dat hij net had opgepakt bladerde. “Jezus, dat ziet er goed uit! Moet je zien man! Wat een borsten!”
Party Poison zuchtte alleen maar geërgerd en liep weg met de mededeling dat ging wandelen.
“Nou ja zeg!” riep Kobra Kid hem na. “Lekker zeg. Hé, kijk! Een batterijenautomaat!” merkte hij op toen hij Jimmy verveeld in de auto zag zitten. “Ik bedenk me ineens dat we nog extra munitie nodig hebben. Komt dat even toevallig uit, niet? Wil je eens iets proberen, kerel?”
Het jongetje knikte gretig.
“Oké dan!” De blonde jongen liep naar de auto, en haalde er een apparaatje uit. Het leek een beetje op een portable spelcomputer. Vervolgens plugde hij het geval met een snoertje in op de automaat en gaf hem aan het jongetje. “Kijk, het is kinderlijk eenvoudig,” instrueerde hij. Enkele minuten later vielen er inderdaad enkele batterijen in het bakje.
“Cool!” riep de jongen enthousiast. “Zal ik het nog een keer doen?”
“Ja, natuurlijk! We hebben nog veel meer nodig.” En nadat dat ook nog een keer goed was gedaan, toonde Kobra Kid hoe je een pistool uit de automaat kon hacken. “Alsjeblieft. Eerlijk verdiend.”
Ondertussen was de sfeer op het hoofdkantoor van Better Living Industries een stuk minder amusant. Kwaad liep CEO Korse Morrison door de gangen, geflankeerd door twee draculoid.
“Minkukels! Hoe hebben ze het voor elkaar gekregen? Van de weg geschoten worden door een stelletje tieners in een auto! Ze reden verdomme op motors! Motors!”
Maar het schreeuwen was nog niet genoeg. Woest greep hij één van de draculoid bij zijn keel en smeet hem tegen de muur. “Luister eens heel goed naar mij. Je zorgt ervoor dat die kutjochies verdwijnen, begrepen? Vermoord ze! Of beter nog: ik doe het zelf wel.” Hoe hij dat zou doen, had hij zich al vaak genoeg voorgesteld.
Uiteindelijk was iedereen, zelfs Party Poison, het erover eens dat ze er beter nog een nachtje over konden slapen. Ze hadden dus maar een kampvuur gemaakt, waar ze zich nu rondom verschansten.
Omdat de radiostudio niet ver bij de garage vandaan was, was Jet Star er nogmaals naartoe gelopen. Hij had er een soort koffer gevonden, met daarbinnen allerlei computerapparatuur. Die waren ze nu aan het bestuderen. Tot de telefoon van het ding ging.
“Ja?” zei Party Poison toen hij opnam.
“Kijk eens, jullie waren dus wel slim genoeg om dit dingetje op te sporen. Goed zo! Luister: weet dat ik jullie die actie van vandaag niet zal vergeven. Maar ik ben de kwaadste niet. Laten we er een soort uitdaging van maken. Een shoot off, morgen bij de puntige rotsblokken. Jullie weten waar dat is, toch?”
“En waarom zouden we dat doen?”
“Als jullie winnen, laat ik Roy en Natascha vrij. Verliezen jullie, dan zullen ze overmorgen geëxecuteerd worden,” zei Morrisons duister. “Jullie keus.”
Party Poison keek de rest aan en zuchtte. “We doen het.”
“Mooi! Jullie hebben me niet teleurgesteld!”
“Wat doen we?” vroeg Kobra Kid meteen.
Party Poison legde de situatie uit. “Maar,” voegde hij eraan toe, “ik heb een plan.”
“Leg dat later maar uit,” zei Jet Star meteen. “Ik hoorde iets!” Meteen pakten ze hun fakkels en wapens, om de draculoid die het gewaagd hadden bij hun kamp te komen naar de andere wereld te knallen.
De omgeving van de puntige rotsen werd overspoeld door draculoid. Ook al waren de killjoys stuk voor stuk prima schutters – ze hadden zat oefening gehad – ze werden toch overstelpt door de grote hoeveelheid monsters. Niet dat ze iets anders verwacht hadden. Eerlijke strijd was geen begrip dat in Better Living Industries’ woordenboek voorkwam.
Ook Jimmy kwam goed mee. Fun Ghoul had hem achter in de auto los laten gaan met het grote geweer toen een groepje draculoids de achtervolging had ingezet. Inmiddels waren de andere jongens in gevecht met de wezens en verschool Jimmy zich volgens opdracht achter een rots, terwijl hij ook zijn aandeel leverde.
Hoewel er geen tijd afgepsroken was, wisten ze dat Morrison er snel aan zou komen. De handlangers hadden hun meester ongetwijfeld gewaarschuwd, maar ze hadden ook nog even voorbij enkele veiligheidscamera’s geparadeerd. Voor het geval dat.
Bij het gebouw dat een stukje verderop lag liep een draculoid inmiddels in op een hele andere verschijning. Het leek op een soort eekhoorn met blauw haar. Misschien was het een mascotte, maar de draculoid kende dat begrip niet. Zijn systeem liep langzaamaan vast: het hoorde niet bij hen, maar was ook geen mens, dus wat moest hij doen? Toen het wezen een pistool pakte, begon het systeem plotsklaps weer te lopen. Foute boel! Schieten!
Te laat. Kans om meer dan één kogel te vuren kreeg het wezen niet, voor de eekhoorn hem met een simpele beweging afmaakte. Toen de draculoid levenloos neer was gevallen, trok de eekhoorn zijn kop van zijn schouders. Party Poisons experiment was geslaagd en hij keerde weer terug naar zijn vrienden. Zolang hij zijn pistool verborgen zou houden, leek zijn plan te werken.
Langzaam maar zeker werd de groep monsters kleiner. De draculoid waren zeker niet zonder overwinningen geweest – hoewel de grootste een kapotgeslagen pistool in het gezicht van Fun Ghoul was – maar aan de kant van de killjoys waren nog altijd geen gevallenen.
Uiteindelijk begon de schemering in te zetten en was het grootste deel van hun vijanden dood of gevlucht. Van Morrison ontbrak echter nog ieder spoor.
Hetzelfde gold voor Jimmy. Bezorgd liep Party Poison over het slagveld, terwijl hij aan zijn vrienden vroeg waar het jongetje was gebleven. “Achter die rotsen daar, toch?”
“Nee dus.”
Hij rende door de woestijn, terwijl hij de naam van de jongen riep. Een reactie bleef uit. Al snel bleek waarom: twee draculoid op motoren waren het jochie aan het omsingelen. Het kind zelf stond doodsbang ineengedoken in het midden, zich vastklampend aan hun radio, die inmiddels was uitgevouwen zodat hij het uiterlijk van een pop had. “Rennen Jimmy! Wacht niet op mij!” schreeuwde de roodharige. De draculoid waren zonder dat het kind het door had gehad al neergeschoten.
Jimmy sprintte meteen weg toen hij de stem van Party Poison herkende. De radio bleef hij stevig vastgeklemd houden. Zijn taak was het veilig houden van het apparaat, daarin mocht hij niet falen. Dus rende hij zo hard hij kon. Sneller dan hij ooit had gedacht te kunnen. Tot hij struikelde.
De radio was hij in zijn val verloren en voor hem zag hij nog een draculoid. Hij wilde gillen, maar er kwam geen geluid uit zijn keel. Langzaam kroop hij achteruit, hoewel hij wist dat dat geen zin zou hebben. Het was voorbij, hij was overgeleverd aan de draculoid. Hij had gefaald. Dat had de draculoid ook door en hij lachte kwaadaardig.
Dat bleek zijn grote fout te zijn. Party Poison was meteen achter het jongetje aangerend en had door de lachpauze genoeg tijd gekregen om ook dit monster door zijn hoofd te schieten.
“Ik ben onder de indruk,” klonk een koele stem achter hem.
Hij draaide zich onmiddellijk om en zag Morrison aankomen, vergezeld door drie draculoid die zijn vrienden voor zich uit dirigeerden.
“Zo jammer dat jullie laatste uur geslagen heeft. Maar beloofd is beloofd: we gaan dit eerlijk doen. Vier tegen vier, recht tegenover elkaar. Het kind is onze scheidsrechter.”
Ze konden niets anders doen dan meespelen. Het kon niet misgaan: ze hadden al honderden draculoid verslagen, drie moesten geen probleem zijn. Dat bleek tegen te vallen. Uit Morrisons pistool kwam een schokgolf, gevolgd door een explosie, die hen compleet van hun voeten blies.
“Ik heb me bedacht. Dit is veel te leuk. Voor nu is de jongen mijn prijs. En jullie: keep running.”
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.