Hoofdcategorieën
Home » De Hongerspelen » Tranen versus de diepte der oceanen • Finnick Odair » O2•
Tranen versus de diepte der oceanen • Finnick Odair
O2•
‘Eerst doen we District 5, dan 6, dan 7, dan 8, dan 9, dan…’ ik sluit mijn ogen geërgerd. Ik heb nooit gesnapt waarom ze alle districten zo nodig bij naam hoeft te noemen. Niet dat ik het wil snappen, wellicht. Niets is erger dan Esm snappen, dan begint het stap voor stap slechter met je te gaan tot je helemaal een airwijf geworden bent.
Ik moet wel eerlijk toegeven dat Esms haar er al beter uitziet dan de laatste keer dat ik haar gezien heb. Komt waarschijnlijk door de hatelijke opmerking die ik erop gegeven heb. Ze is twee weken kwaad op me gebleven, totdat ik me uiteindelijk vrij gedwongen voelde mijn verontschuldigingen aan te bieden. Haar nieuw kapsel ziet er tamelijk goed uit. Moest ik een meisje zijn, zou ik misschien nog overwegen het te dragen. Iets dat je lang niet altijd van haar haar kan zeggen. Het is gewoon bijna mooi. Bijna. Echt mooi kun je het niet noemen, al is het ook niet lelijk. Ik besluit er toch maar iets over te zeggen. Ze heeft het tenslotte voor mij gedaan. Denk ik.
‘Je nieuw kapsel is mooi, Esm.’ Ze glimlacht blij. Ik schrik me een bult. Dit is waarschijnlijk de eerste keer dat ik Esm heb zien lachen, zonder dat het er té fake uitzag.
‘Dankjewel, Finnick. Ik heb het speciaal voor jou aangepast.’ Er verschijnt een lach op mijn gezicht. Een gemeende lach, voor een keer.
Op dat moment komen Lize en Mélissa, mijn mentoren tijdens de spelen vorig jaar, binnen. Mags was ook mentor tijdens mijn spelen, maar ze zag het niet zitten mee te komen op de toer. Ik begrijp haar wel, ze moet de districten ook beu gezien zijn na 60 jaar, als het niet meer is. Ik vlieg hen in de armen.
‘Ik heb je gemist,’ fluister ik in Lizes oor. Zelfs al wonen we in dezelfde straat, ik heb het de laatste maanden zo druk gehad met van alles en nog wat rond de spelen, dat ik bijna geen tijd meer had honderd meter te stappen en even bij haar aan te kloppen.
Er stromen tranen over haar wangen. Eerst vraag ik me af waarom, maar dan zie ik ook dat weer in. Ze is natuurlijk super blij dat iemand van District 4 het overleefd heeft. Lize heeft zes jaar terug de spelen “gewonnen” als zeventienjarige. Sindsdien hebben enkel Lena en ik de spelen nog gewonnen. Lena is de jongste winnaar uit de hele geschiedenis van de spelen, en zal dat wellicht ook altijd blijven. Ze was twaalf, heeft vorig jaar gewonnen en mag van Lize en Mags onder geen voorwaarden mentor zijn.
Ik kan me Lizes blijdschap niet voorstellen, maar het zal niet lang meer duren eer ik dat wel zal kunnen: als ik zelf mentor ben.
‘Jou ook.’ Mélissa glimlacht. Ze knikt, wellicht als een ‘ik jou ook’ bedoeld.
‘Ja, ja,’ klinkt Esms stem door de wagon. ‘We hebben straks wel tijd om sentimenteel te doen. Finnick, hier zijn de speechen van het Capitool.’ ik kijk haar ongeloofwaardig aan.
‘Vergeet dat maar, ik gebruik mijn eigen speechen.’ Esms ogen staan vol van de ongeloofwaardigheid. Niemand doet dat ooit, al is het bij wet niet verboden er zelf te schrijven. En dat weet Esm maar al te goed.
‘Hm,’ antwoordt ze. Ze vindt de situatie niet zo fijn, denk ik. Niemand heeft ooit geweigerd de speechen van het Capitool te gebruiken. ‘Maar ik mag hopen dat het deftige toespraken zijn, of ik…’
‘Of wat?’ ik werp een blik op Mélissa. Kan ze zich nu echt nooit eens inhouden?
‘Of… god, Mélissa, dat zal je dan wel zien!’ ik glimlach. Het is gewoon formidabel hoe Mélissa Esm telkens weer de stuipen op het lijf weet te jagen. ‘Maar nu even waar het om draait. We gaan eerst naar District 5. Je doet je toespraak, je ontmoet de plaatselijke winnaars, je krijgt een rondleiding door 5, er is een banket en we rijden door naar District 6. Hetzelfde voor de andere dagen. We eindigen in District 3.’ Ik knik ja. Wat moet ik anders ook doen? Ik heb geen zin in een bitchfight met Esm. ‘District 5 staat in voor elektriciteit. Doe alsof het je interesseert, zelfs al is dat niet zo. Komt beter over. 6 is transport. Zelfs de inwoners daar zijn er niet in geïnteresseerd, maar je doet toch alsof jij dat wel bent.’
‘Seryna!’ schreeuw ik uit. Mijn oude stylist komt de coupé binnengestapt. Volgens mij is ze één van de jongste stylisten in het Capitool. Ze is een jaar of achttien en heeft haar dat ze in de kleuren van de regenboog heeft laten verven. Of ze heeft het zelf gekleurd, ik weet het niet. Het ziet er in elk geval stukken beter uit dan als Esm met een felroze coupe rondloopt. ‘Hoe gaat het?’
‘Met mij prima,’ antwoordt ze glimlachend. ‘Met jou?’
‘Kan niet beter,’ zeg ik. Ergens is het wel de waarheid. Het Capitool zit niet achter me aan op dit moment; op meer kan ik niet hopen. Ik denk niet dat ze geheel begrijpt, maar ze moet toch enigszins begrijpen dat het helemaal niet goed gaat met mij. Om maar de krabben als voorbeeld te geven. Telkens als ik er een dood, zie ik de sterfscène van iemand die ik persoonlijk gedood heb weer voor me. Helena, het meisje uit 2, de jongen uit 12, het meisje uit 1 of de jongen uit 6. Ik had nooit begrepen waarom Lize geen krabben of vissen meer wilde vangen nadat ze de spelen gewonnen had, maar nu begrijp ik het beter dan wie dan ook.
‘Kom je mee? Dan laat ik je de kleding voor in 5 zien,’ vraagt ze. Ik knik. Alles liever dan Mélissa en Esm te horen kibbelen.
Seryna haalt een blauw-wit geruit hemd en een jeansbroek uit. Ik ben blij om te zien dat het geen strak pak is. Nog niet, in ieder geval. Ik kan moeilijk geloven dat er doorheen de hele toer geen pak tussen mijn kleding gaat zitten. Zó creatief is Seryna nu ook weer niet. Alhoewel ze vorig jaar tijdens de spelen wel heel wat mooie kleding voor me in petto had. Maar hierop had ze waarschijnlijk niet gerekend. Ik bedoel maar, District 4 heeft al zes jaar niet meer gewonnen, en zij is pas vanaf vorig jaar of twee jaar terug een van de stylisten van District 4. En dan heb ik nog liever een strak pak dan een jurk. Niet dat ze me dat zou geven, maar er zijn wel degelijk stylisten die dat voor elkaar zouden krijgen. Het hemd zit lekker los en de jeansbroek past perfect.
‘Nu enkel nog wat make-up en dan ben je helemaal klaar,’ zegt ze. Ik vraag me af waarom mijn voorbereidingsteam hier niet is. Ze zullen wel niet “belangrijk genoeg” zijn, veronderstel ik.
Ze smeert allerlei soorten zalven, glossen, maskers en weet ik veel wat op m’n gezicht. Ik kan natuurlijk niet zonder make-up in het openbaar verschenen. Want ‘dat zou niemand ooit goedkeuren’. Subtiele vorm van zeggen dat ik lelijk ben. Of dat ze me lelijk vinden. Ik weet best dat ik niet lelijk bén. ‘Zozo’, puft ze, ‘dat is ook weer gedaan. Ik denk dat we onderhand wel al dichtbij 5 moeten zijn.’ Vluchtig sta ik op en loop naar het raam. Stad. Dat is het enigste wat in me opkomt. Pure stad. Zelfs al denkt het Capitool dat ik lelijk ben zonder make-up, zelfs zonder make-up maak ik deze stad er mooier op.
Reacties:
Go FINNICK
I can't help it, I adore this!
Je kan Finnicks karakter echt goed neerzetten,
en dàt maakt het net geweldig!
Keep on posting, love! c:
xoxo
TOP gedaan!
Ik hou van jou shcrijfstijl!
Heerlijk!
xx
p.s. een klein tipje, pas op het einde werd me duidelijk dat ze in de trein zaten. Misschien was dat de bedoeling, maar het was wel verwarrend...