Hoofdcategorieën
Home » Overige » Schrijfwedstrijd » 300 seconden
Schrijfwedstrijd
300 seconden
Ik wist dat dit zou gebeuren maar ik kon het niet tegenhouden. Op geen enkele mogelijke manier.
Ik zag haar aan de overkant van de straat en ze zwaaide naar me. Meteen kwam er een lach op men gezicht en ik kon niet ander dan terug zwaaien.
Lotte liep de straat over.
“Pas op!” schreeuwde ik maar mijn stem kwam niet uit over het geluid van de vrachtwagen die zijn hoorn liet klinken. Enkele seconden later stopten verschillende auto’s en stond ik in shock te kijken. Dit alles was op twintig seconden gebeurd. De seconden bleven wegtikken voor ik weer in beweging kon komen.
David stond aan de overkant op me te wachten. Ik kon niet wachten om hem het grote nieuws te vertellen! Ik keek snel links en rechts en begon de straat over te lopen. Ik zie schrik op David’s gezicht en hoor een luid geluid voor ik plots een klap voel. En dan niets meer.
Ik zie Lotte op de grond liggen. Verschillende wagens staan stil, mensen halen hun mobieltjes uit en sommigen telefoneren. Er zit een jongeman naast haar en een oudere man klimt uit de vrachtwagen. Nu pas kan ik in beweging komen. Ik loop naar haar toe en kniel. Het is erg, heel erg. Ze heeft een hoofdwonde en haar ene been ligt in een onnatuurlijke positie. Haar ademhaling is enorm oppervlakkig maar ze is bij bewustzijn. Voorzichtig neem ik haar hand vast.
“Sssst, alles komt goed,” fluister ik. Vijfenzestig seconden.
Ik kan me niet bewegen. Overal om me heen hoor ik geluid maar ik kan men nek niet bewegen. Ik voel pijn maar kan niet achterhalen waar in mijn lichaam ik pijn heb. Het lijkt wel alsof het gewoon overal is. Ik probeer te praten maar ik merk dat dat niet gaat lukken, het doet zoveel pijn. Ik herken een gezicht maar kan het niet plaatsen. Een jongeman, misschien twintig jaar, komt naast me zitten. Hij kijkt bezorgt.
“Sssst, alles komt goed,” fluistert hij maar ik weet niet waarom ik hem niet geloof.
Iemand legt een hand op mijn schouder dus ik kijk op.
“Rustig jongen, ik heb de hulpdiensten gebeld. Ze zijn onderweg,” zegt een man van rond de veertig jaar. Ik knik. Zelf moet ik zorgen dat ik niet in paniek geraak. Daar heeft ze nu toch niets aan. Mijn Lotte. Ik geef mezelf de schuld.
“Ken je haar goed?” vraagt dezelfde man en weer knik ik.
“Ze is men vriendin.”
“Ze is men vriendin.”
Nu herken ik zijn gezicht. David! Ik probeer te bewegen maar het doet zo een pijn. Ik moet hem iets vertellen. Ik test of ik mijn mond kan bewegen.
“Sssst, rustig maar. Er is hulp onderweg, je hoeft niets te zeggen. Rustig.”
Honderdenendertig seconden.
Lotte’s gezicht vertrekt. Ze probeert zich te verplaatsen en heeft pijn.
Ze probeert te praten maar het lukt niet zo goed.
“Sssst, rustig maar. Er is hulp onderweg, je hoeft niets te zeggen. Rustig,” zeg ik zachtjes.
De man uit de vrachtauto kijkt naar ons en als hij ziet dat ik hem zie kijken slaat hij zijn ogen neer. Hij had hier niet moeten rijden! Hij had moeten uitkijken! Lotte, mijn Lotte! Ze heeft pijn en het is zijn schuld!
Ergens in mij weet ik dat het zijn schuld niet is maar dat kan mij nu helemaal niet schelen!
Lotte begint naar adem te happen. Mensen trekken mij achteruit en ik begin terug te vechten. Ik moet bij haar zijn. Ze willen haar helpen maar niemand kan haar helpen zoals ik. Ik moet bij haar zijn.
In de verte klinken sirenes.
Tweehonderd seconden.
Plots heb ik een verscheurende pijn in mijn borst en hap ik naar adem. David verdwijnt. Ik wil hem naast me hebben. Het lijkt alsof ik niet genoeg zuurstof kan krijgen. Ik heb een ijzersmaak in mijn mond. Vaag herken ik die als bloed. Nee! David! Ik moet hem naast me hebben. Ik ben bang.
De sirenes zijn dichterbij maar nog steeds niet hier. Ik weet me los te krijgen en ga weer naast haar zitten.
Voorzichtig neem ik haar hand vast.
“David,” haar stem klinkt zo zacht dat ik het bijna niet gehoord had.
“David, ik…”
Ze hoestte bloed op en ik werd weer weggehaald.
“We verliezen haar, waar blijft die ambulance!” Schreeuwde een van de mensen.
driehonderd seconden.
Op driehonderd seconden was ik haar kwijt.
Mijn Lotte.
Mijn meisje.
Mijn liefde.
300 seconden.
oké, de tranen springen in mijn ogen.
Het is zo zielig.
x