Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » 1942 | Vampire Diaries » 01 Mystic Falls
1942 | Vampire Diaries
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
14 maart 2015 - 19:37
Aantal woorden:
1355
Aantal reacties:
7
Aantal keer gelezen:
630
01 Mystic Falls
70 jaar eerder
Mystic Falls, 1942
Het was een stille nacht in het dorpje dat al meer dan een eeuw had bestaan. De geallieerden waren vertrokken naar Europa om daar hun bondgenoten te steunen en de oorlog verspreidde zich steeds verder door het land. Hoewel Mystic Falls een rustige plek was, hadden ook hier de burgers last van de ellende die de oorlog met zich meebracht. Er was veel armoede, honger, angst en zelfs voor de afstammelingen van de Stichters, waren het donkere tijden. Donker, zoals een nachtmerrie die niet op leek te houden, een vreselijke droom waarbij ontwaken nauwelijks een optie was.
Donker, zoals het hart van een demon.
‘Is vader al terug?’ De vraag werd gesteld door een meisje met halflang, donkerbruin haar dat stijl op haar schouders rustte. Ze staarde afwachtend door het raam naar buiten, liet haar ogen over de kiezelstenen op hun oprijlaan glijden. Het was zo donker dat ze niet voorbij de poort van hun landgoed naar de hoofdweg kon kijken en ongerust wierp ze een blik op de grote, bruine klok die aan de muur van hun ruime woonkamer hing. Deze gaf aan dat het vijf voor half twee ’s nachts was en zuchtend draaide het meisje zich weer terug naar het raam.
‘Je vader is vast onderweg. Maak je geen zorgen, lieverd,’ antwoordde haar moeder toen, waarop het meisje haar schouders ophaalde.
‘Had hij niet al terug moeten zijn?’
‘Neen, hij zou om half twee terugkeren. Dat is het nog niet.’ De vrouw stond op van de bank en liep naar haar negentienjarige dochter toe. Ze sloeg een arm om haar schouders en gaf haar een tedere kus op haar wang, alsof ze haar wilde geruststellen.
‘Hij komt heus wel terug, geloof me nou maar.’ Ze liet haar dochter los en liep de woonkamer uit, het meisje alleen achterlatend. Haar moeder was altijd al lief en zorgzaam geweest en ze had het met haar te doen, maar de afgelopen jaren was ze veranderd. Door de oorlog, maar ook al voor die tijd en Casey snapte niet waarom. Ja, oké, ze snapte wel dat haar moeder en zo ook haar vader, haar broertje en zijzelf, sterk moesten zijn om te overleven in deze donkere tijden. Natuurlijk moest dat, want anders zouden zij zo het volgende slachtoffer kunnen zijn van de onderlinge burgeroorlogen. Maar zelfs voor de oorlog, voor al deze ellende, was haar moeder anders. Harder, zelfverzekerder – naïever.
Vooral naïever.
‘Nog steeds niks?’ Hoofdschuddend draaide Casey zich om en wierp ze een geruststellende glimlach naar haar broertje, ook al schreeuwde haar binnenste dat er iets mis was. Ze voelde het gewoon, alsof ze wist dat er iets zou gaan gebeuren.
Of al gebeurd was.
‘Het komt wel goed, Mason,’ zei ze desondanks, terwijl ze naar haar broertje toe liep en hem omhelsde. ‘Moeder zegt dat hij zo zal terugkeren.’
‘Echt? Maar ze is zelf net weggegaan.’ Met grote ogen keek ze Mason aan en ze zag meteen aan zijn blik dat hij de waarheid sprak.
‘Zei ze waar ze heenging?’ De jongen schudde zijn hoofd.
‘Nee.’ Casey zuchtte en wierp opnieuw een blik op de klok, die bijna half twee sloeg. ‘Ik dacht dat ze gewoon een luchtje ging scheppen, eigenlijk. Het spijt me.’
‘Nee, nee, dat geeft niet – maar we moeten haar wel gaan zoeken, samen.’ Casey keek hem doordringend aan en Mason knikte, waarna hij vrijwel meteen de woonkamer uit liep en de trap op rende richting zijn slaapkamer. Casey liep naar de mahoniehouten kast die tegen één van de hoge muren in de woonkamer stond en trok de bovenste lade ervan open. Vervolgens ontdeed ze zichzelf van haar rok en verving deze door één van de donkere broeken die in de lade onder meerde tafelkleden lag verstopt. Haar rok vouwde ze netjes op en legde ze op diezelfde plek, waarna ze de lade sloot en zich naar de hal van het huis begaf. Mason stond inmiddels al bij de voordeur op haar te wachten, gehuld in donkere kleding. Een zwarte capuchon verborg zijn bruine krullen en voor de zoveelste keer sinds de oorlog verbaasde Casey zich erover hoe sterk een zeventienjarige jongen eruit kon zien. Ze mochten de kleding eigenlijk ook niet dragen van hun moeder, maar hun vader had het stiekem door het hele huis verstopt ‘’voor het geval dat.’’
Dit was zo’n geval.
‘Heb je je dolk bij je?’ vroeg Casey voor ze de enorme voordeur openduwde, waarop Mason knikte.
‘Ja. Jij?’ Ze knikte en samen liepen ze de nacht in, voorbereid op hetgeen dat kon gaan komen. Zodra Mason de voordeur had afgesloten, renden ze de voortuin in en volgden ze het kiezelstenen pad naar links, dat uiteindelijk een kleinschalig bos in kronkelde. Het bos behoorde tot het officiële landgoed van de eerste Lockwoods, maar diende tegenwoordig als jachtgebied voor de jagers uit Mystic Falls. In ruil daarvoor brachten zij hen elke week vlees om van te eten, zodat hun vader daar niet aldoor zelf voor hoefde zorgen. Hij was niet zo scherp en goed te been meer als hij was geweest en de overeenkomst met de jagers was de perfecte uitweg geweest.
Een mooie win-win situatie, zoals hun vader het altijd beschreef.
‘Denk je dat moeder het jachtgebied in is gelopen?’ vroeg Mason zodra ze voor de ingang van het bos stonden.
‘Geen idee, maar de poort is nog dicht en dit is de enige uitgang die er dan nog overblijft.’ Casey liet haar ogen onderzoekend over de takken en bladeren glijden, waarna ze de duisternis in tuurde. Het bos was zo dichtbegroeid dat ze bijna niets kon zien en met alle macht negeerde ze de kippenvel die op haar armen ontstond.
‘Goed, laten we maar gaan dan,’ zei Mason, waarna hij zijn zus voorging en het kiezelstenen pad verder begon te volgen. Casey liep vlak achter hem aan, haar rechterhand om het lemmet van haar dolk gevouwen. Ze zag haar broertje hetzelfde doen en zodra ze zowel voor als achter hen de uitgang niet meer zagen, stopten ze met lopen en spitsten ze hun oren. Nog geen seconde later drong een vreemde, vieze geur Casey’s neus binnen en van walging begon ze te kuchen.
‘Wat is het, Casey?’ De dood.
‘Nee, niks. Laten we doorlopen.’ Mason bleef haar argwanend aankijken, maar ze negeerde hem. Vastberaden vervolgde ze het pad door het bos en concentreerde zich op het geluid van de krakende kiezelsteentjes onder hun schoenen, die ze ook stiekem van hun vader hadden gekregen.
‘Misschien moeten we hun namen schreeuwen? Als ze wel ergens vast zitten, dan -’ Maar Casey stak haar hand op als teken dat haar broertje zijn mond moest houden en meteen hield Mason op met praten. Zwijgend stopte ze met lopen en keek ze rond, haar oren op scherp en haar dolk stevig in haar hand geklemd. Het geluid dat ze had gehoord, had iets weg van voetstappen - maar dan anders. Anders dan de hare, anders dan die van Mason. Het kon een dier zijn of misschien een jager die tussen de bomen door sloop, al neigde haar gevoel meer naar het eerste.
En dan was het geen klein beestje.
‘Is er iemand anders hier?’ fluisterde Mason zachtjes, waarop Casey stilletjes haar hoofd schudde.
‘Geen idee, maar ik hoorde een geluid, iets dat leek op voetstappen. Een jager, misschien, of een dier.’ Ze luisterde nog voor enkele seconden en zodra ze het geluid niet meer hoorde, vervolgden ze beiden hun pas en liepen ze verder over het pad. Voor enkele meters, althans, want zodra ze tussen een aantal bomen door waren gelopen, werd het pad uit het niets volledig geblokkeerd.
‘O mijn hemel -’
Twee felle, gele ogen staarden hen vijandig aan en een lage grom waarschuwde hen, gaven hen de kans om nog weg te rennen. Om te vluchten, het gevecht uit de weg te gaan, zichzelf in veiligheid te brengen. Het was de beste optie, het slimste om te doen, maar er was één probleem dat zowel Casey als Mason ervan weerhield: hun gewonde, bloedende vader die een aantal meters achter de enorme wolf in de modder lag. Roerloos, raspend ademhalend - nauwelijks nog in leven.
En na dat gruwelijke besef was vluchten al niet meer mogelijk.
Reacties:
Bambi zei op 18 feb 2015 - 12:55:
Oh, darling. I love this! <3
Keep on the work, want ik wil meer!
xoxo
Oh, darling. I love this! <3
Keep on the work, want ik wil meer!
xoxo
xjeszell zei op 16 feb 2015 - 14:46:
Ik zag de naam Mason en ik dacht al meteen JAAAA LOCKWOOD!!
Maar damn, Cynth, dit is echt al meteen heel spannend. Je zit er echt meteen helemaal in en je schrijfstijl is echt heel fijn - ik kan heerlijk aan een stuk doorlezen.
Also, ik ben gewend om een heel stuk bij te moeten lezen bij fanficties maar nja dit is net begonnen en dat heeft één nadeel: ik kan nu dus niet verder lezen maar ik wil ZO graag weten hoe het verder gaat, Gosh.
Ik zag de naam Mason en ik dacht al meteen JAAAA LOCKWOOD!!
Maar damn, Cynth, dit is echt al meteen heel spannend. Je zit er echt meteen helemaal in en je schrijfstijl is echt heel fijn - ik kan heerlijk aan een stuk doorlezen.
Also, ik ben gewend om een heel stuk bij te moeten lezen bij fanficties maar nja dit is net begonnen en dat heeft één nadeel: ik kan nu dus niet verder lezen maar ik wil ZO graag weten hoe het verder gaat, Gosh.
Oooohhhh... Weerwolfje! Hihi
Maar o,o zijn Casey en Mason dan ook Lockwoods? o,o of, is deze Mason, de Mason van de serie? oh ik kom er ook wel achter !