Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » 1942 | Vampire Diaries » 03 Mystic Falls
1942 | Vampire Diaries
03 Mystic Falls
Mystic Falls, 2015
‘Dat meen je niet,’ fluisterde het meisje geschokt, terwijl ze haar hand geruststellend op de jongens schouder legde. ‘Is de vloek door –’
‘Ja,’ onderbrak hij haar, terwijl hij naar het bladerdek onder zijn voeten staarde. ‘Ik heb de vloek ontketend door mijn bloedeigen vader van het leven te beroven.’ Hij zuchtte, haalde haar hand van zijn schouder af en stond op. Doelloos begon hij heen en weer te ijsberen, terwijl de beelden van die verschrikkelijke nacht genadeloos over zijn netvlies dansten. Zijn vader, het bloed, de angst in de ogen van mevrouw Gilbert – het voelde alsof het gisteren was.
‘Mason,’ begon het bruinharige meisje, terwijl ze zijn stappen nauwlettend volgde vanaf de boomstam waarop ze zat. ‘Het is niet jouw schuld. Je moet dit vast al meerdere keren hebben gehoord, maar het is wel de waarheid. Jouw vader was aan het veranderen – je hebt hem eerder gered dan vermoord, gezien het feit dat hij eigenlijk al dood was.’ De jongen stopte met ijsberen, draaide zich om naar het meisje en keek haar aan. Gepijnigd beet hij op zijn onderlip, vechtend tegen de opwellende tranen, terwijl hij besefte dat ze gelijk had.
Ze hadden altijd gelijk.
‘Misschien moet je nog wat proberen te rusten,’ ging ze toen verder, terwijl ook zij opstond van de boomstam. ‘We vertrekken al over een paar uur.’
‘Ik ben niet moe.’
‘Nou, ik wel, dus wat je ook doet – slaaplekker.’ Ze gaf hem een knuffel en liep toen terug naar het kampvuur, waaromheen hun tenten waren opgezet. Mason keek hoe ze in haar rode tent kroop en besloot toen zelf nog wat bij het kampvuur te gaan zitten. Hij was niet moe, had geen zin om te slapen. Sowieso was het verstandig als iemand de wacht zou houden en gezien het feit dat ze daar nog niets over hadden afgesproken, nam hij die taak nu op zich. Daarbij voelde de warmte die het knisperende kampvuur uitstraalde prettig aan en op een vreemde manier voelde de jongen zich veilig. Bij zijn vrienden, zijn familie – zijn roedel.
Na twee uur viel hij uiteindelijk in slaap.
***
Explosies. Dichtbij, ver weg. Hoog, laag. Overal hoorde hij ze, luid en pijnlijk, en geschrokken opende hij zijn ogen. Er werd geschreeuwd, gegild. De rook die hem en hun kampeerplaats had omringt, deed zijn longen prikken en paniekerig keek hij om zich heen. Gedaantes renden hem voorbij, vielen op de grond, renden verder en schreeuwden zijn naam. Hij was klaarwakker en toch leek het alsof hij droomde. Alsof hij in een regelrechte nachtmerrie was beland, alsof hij weer zeventig jaar terug in de tijd was.
De oorlog.
‘Mason! Mason! Waar ben je?’ Het geschreeuw drong plotseling tot hem door en meteen sprong hij op, terwijl zijn armen zich een weg door de rook zochten naar de bron van de stem. Hij hoestte luid, probeerde met zijn armen zijn gezicht te beschermen tegen de giftige dampen, terwijl hij zich een weg door hun kamp baande.
‘Mason! We moeten weg hier!’ Vingers sloten zich pijnlijk om zijn rechterarm, sleurden hem mee door de rook, weg bij de tenten en het na smeulende kampuur. Zijn benen bewogen sneller dan zijn gedachten en de persoon die hem meetrok leidde hem blindelings langs de enorme eikenbomen. De geluiden van meerde explosies suisden om zijn oren heen en met alle macht probeerde hij zijn ademhaling onder controle te houden.
‘Snel, hierheen!’ De vingers trokken hem naar beneden, waarna ze hem een oude, stenen trap af lieten dalen. De trap gaf hen toegang tot een soort ondergrondse kamer, waar achterin een grote cel zichtbaar was. Op hoge snelheid leidde zijn lotgenoot hem door de roestige, stalen celdeur en met een klap viel deze achter hen in het slot. Ze renden verder naar achteren, gingen met hun rug tegen de muur staan en zogen dankbaar de rookvrije lucht naar binnen. Mason voelde hoe zijn hart tegen zijn borstkas aan ramde en hoe zweet in straaltjes over zijn rug liep, terwijl hij zijn gedachten op orde probeerde te krijgen. De ontploffende geluiden waren nog altijd aanwezig, maar ze waren gedempt, als vuurwerk dat onderwater ontplofte.
‘Waar is iedereen? Mason, wat is er in godsnaam aan de hand?’ Hijgend keek de jongen opzij naar het meisje dat hem al die tijd door het bos had meegesleurd en iets in haar bruine ogen kalmeerde hem. Zijn denkvermogen keerde langzaam terug en het voelde alsof hij ontwaakte uit een trance.
De oorlog was uitgebroken. Het was begonnen.
‘De Warlocks,’ fluisterde hij zacht, terwijl hij een hand door zijn bruine haren haalde. ‘Het is begonnen.’
‘Wat? Waar heb je het over? Wat is begonnen?’ Het meisje keek hem niet-begrijpend aan en langzaam schudde de jongen zijn hoofd, terwijl alles op zijn plek viel. Als puzzelstukjes die eindelijk een plaatje begonnen te vormen.
Het was ineens zo duidelijk.
‘De Warlocks, Yvonne. De Pythonwar…’
‘Wat - Warlocks? Als in mannelijke heksen?’ Mason knikte.
‘Ja. En de vampieren...'
'Vampieren?' onderbrak ze hem ongelovig. 'Hebben die smerige bloedzuigers hier iets mee te maken?' Het meisje spuugde de woorden uit alsof ze vergif waren, terwijl ze haar beste vriend doordringend aankeek.
'De Warlocks, de vampieren - ja. Ze werken samen.' Mason slikte en een rilling gleed over zijn ruggengraad heen toen de beelden van zeventig jaar terug over zijn netvlies dansten. De Tweede Wereldoorlog en hun oorlog - zijn vader... Er was nog zoveel dat het meisje niet wist en Mason beet op zijn onderlip. Hij wist dondersgoed dat ze niet gek was en vroeg of laat moest hij het haar vertellen. Het hele verhaal, alles, te beginnen bij zijn vader en de Warlock Gustav.
'Mason, leg het me alsjeblieft uit.' Yvonne sloot haar vingers om Masons onderarm en de jongen knikte langzaam.
'Ja, maar niet hier. Ik weet niet hoelang het duurt voor ze ons hier vinden en het is een lang verhaal dat je moet zién.' Hij maakte haar vingers los en deed een stap naar voren, waarna hij gebaarde dat ze hem moest volgen. Voorzichtig slopen ze de cel uit, richting de trap, waar de rook hun schuilplaats al had bereikt.
Ze moesten opschieten.
'Wat is je plan?'
'We gaan naar het oudste herenhuis in Mystic Falls. Een oude vriend van me woont daar, hij kan ons helpen... Kan het jou laten zien.'
'Welk herenhuis? De onze? Ik begrijp het niet -'
'Nee. Niet de onze,' zei Mason hoofdschuddend, terwijl ze langzaam de trap opslopen. De knallen werden luider, de rook dikker. Er was geen tijd meer.
'We gaan naar huize Salvatore. Nu.' Yvonne wilde nog wat zeggen, maar Mason stak zijn hand op, gebaarde dat ze hem moest volgen en sprintte ervandoor.
Ze hadden Damons hulp nodig. En wel nu.
Reacties:
Damon yeah.
Dit is echt zo gaaf geschreven. Het leest als een goed boek. Een boek dat je niet kunt wegleggen. En waar je op vreemd soort manier naar verlangd als je niet kunt lezen omdat je andere verplichtingen hebt. Alleen een klein dingetje hoe vreemd het ook klinkt het meervoud van Vampier is Vampiers. Dus met een S inplaats van en.
Verder is dit echt een top verhaal en ik hoop dat je snel verder gaat want ik wil zo graag weten hoe dit af gaat lopen.
Jaaaaa Damon
Me like! Oke, nu kan ik -met mijn Damonverslaving- niet meer wachten^^
Ik ga hem snel lezen & dan krijg je morgen of zometeen een reactie >:3 owh en jij gaat alvast verder schrijven, right?
ooohh dit klinkt best interesant!!!