Hoofdcategorieën
Home » Overige » Vijf klootzakken » Hoofdstuk twee
Vijf klootzakken
Geschreven door:
Onderdeel van:
Laatst bijgewerkt:
24 nov 2015 - 23:50
Aantal woorden:
1022
Aantal reacties:
3
Aantal keer gelezen:
392
Hoofdstuk twee
O F ;; "Alby is een klootzak."
woensdag, acht april.
03:37, 7°C.
Met een tekenblok, zijn telefoon en een ongezonde dosis wilskracht lukt het Newt om zijn shift te overleven. Door de getinte, van ‘2+1 gratis!’-stickers voorziene ramen kan hij de stad steeds donkerder zien worden, tot alleen nog het licht van de lantaarnpalen overblijft. Rood, blauw en groen licht flikkert af en toe door de duisternis – omdat de winkel zich in een zijstraatje van Broadway bevindt – maar verder is het op en top nacht buiten.
Hij maakt de laatste tekening voor zijn vorige commissieronde af tussen het helpen van de schaarse klanten door. Bijna niemand wil tussen een en drie uur 's nachts stripboeken kopen.
Zoals Thomas tijdens de livestream raadde – met het ontploffen van zijn brein als resultaat – zijn het Matt Murdock (Daredevil) en Oliver Queen (Green Arrow) die samen op een dak naar een stad staan te kijken. “Ze behoren niet eens tot dezelfde universe!” had Thomas verontwaardigd geschreeuwd.
Newt moet toegeven dat dit één van zijn beste werken tot nu toe is. Niemand kan Manhattan tekenen als iemand die er woont, al zegt hij het zelf.
Hij maakt een foto en stuurt die via WhatsApp naar de persoon die er vijftig dollars voor heeft neergelegd, om te vragen of er nog aanpassingen aan gemaakt moeten worden voor hij de tekening in een koker naar de andere kant van het land opstuurt. Het doet hem goed dat Teresa er ontzettend tevreden mee is en niet kan wachten het aan haar vriendin Brenda te geven.
Ah, verliefde geeks. Wonderlijk goed voor zijn portemonnee.
Om drie uur ’s nachts kan hij dan eindelijk weer vertrekken. Hij knipt alle lichten uit, draait de glazen voordeuren op slot en knuffelt zijn trui steviger om zich heen. De temperaturen zijn fel gedaald. In het donker kan niemand hem zien – waardoor hij zich veilig voelt – maar ze kunnen zijn geklappertand vast tot op Fifth Avenue horen.
Hij slalomt om de poelen van lantaarnpaallicht heen en blijft zo dicht mogelijk bij de huizen lopen.
Hij haat de avond-en-nachtshift. New York is een fijne stad, maar niet als je alleen bent—niet als je ’s náchts alleen bent.
Pas als hij op het felverlichte Broadway staat, kan hij weer ademhalen. Hij valt nauwelijks op tussen de kunstzinnige types die nu nog naar een nachtvoorstelling van het ene of het andere theaterstuk gaan of van de net-geen-nachtvoorstelling terug komen. Hij blijft zo lang hij kan op de drukke straat, waar niemand – gevaarlijk of niet – hem een blik waardig gunt. Waarom zou de jongen met het lange, blonde haar en de donkere kledij opvallen te midden paars, blauw en groen haar, excentrieke outfits, plateaulaarzen, en zelfs een jongen die op blote voeten op het voetpad danst.
(Op New Yorkse straten zou hij niemand blote voeten aanraden, maar—theatergeeks.)
Het laatste stuk rent hij en hij stopt pas als hij de lift in dendert. Hortend en stotend wordt hij naar de zevende verdieping gebracht; hij leunt hijgend tegen de wand. Ondanks dat hij elke dag een half uur naar zijn werk en terug wandelt, heeft hij helemaal geen conditie. Daar zou hij wat aan moeten doen, maar dan zou hij minder op het internet kunnen zitten.
Verward komt hij tot stilstand voor zijn deur. Onder het bordje met ‘Het Nest’ dat hij in het hout gespijkerd heeft, kleeft een post-it waarop staat: “Niet schrikken.” Licht schijnt onder de deur door. De reservesleutel onder zijn mat is weg.
Hij neemt diep adem, stapt zijn woonkamer in en gooit zijn tas nog net niet tegen het hoofd van zijn allerbeste vriend. “Alby? Wat doe jij hier?”
Alby zit in kleermakerszit op zijn bank het speeltje uit zijn doos cornflakes te vissen. De grijns die hij toegeworpen krijgt, straalt zo’n duizend Watt. “Jou bezoeken, uiteraard. En dit.” Hij wuift twee tickets in de lucht.
“Wat? Is New York Comic-Con dit weekend al? Dat kan ik me echt niet veroorloven nu!” Hij dumpt zijn tas op zijn bureau, steelt het plastic zakje uit Alby’s vingers en haalt er het plastic Minionfiguurtje uit. “Ik kan je dat ticket niet terugbetalen.”
Alby rolt zijn ogen, alsof hij iets ontzettend dom gezegd heeft. Dat oogrollen doet hij wel vaker als Thomas aan het praten is. “NYCC is in oktober pas, maar de ticketverkoop begon en ik had deze week vrij, dus ik dacht: hé, laat ik mijn goede vriend Newt bezoeken en mijn tickets in het conventiecenter zelf halen.”
“Uhuh, oké. Want jij komt altijd gewóón maar even naar New York, toch?”
Weer die grijns, alleen glinstert er deze keer ook ondeugendheid in die zwijmelwaardige, donkere ogen van hem. “Dit is eigenlijk waarmee Mama een commissie koopt. Ze wil een portret van haar allerliefste, -leukste en –knapste zoon hebben.”
Newt grinnikt. “Oh, van je broertje dus?”
“Haha, erg grappig, Newt. Hier, zet me maar neer voor tweehonderd dollar. Dat betekent dat je dit weekend mooi twee dagen mij mag gaan zitten tekenen.”
Dit is precies waarom Newt een crush op hem had. (Hád!) Alby is zelfzeker en speels, zich heel bewust van hoe knap hij is en wat voor effect dat heeft op de mensen die ook bewust zijn van hoe verdomd knap hij is.
Zijn ademhaling trilt. Tweehonderd dollar is ontzettend veel geld. Hij kan er zijn huur niet mee betalen, aangezien het vastzit in het ticket, maar New York Comic-Con is het enige dat hij zichzelf elk jaar opnieuw gunt, maakt niet uit hoe zijn financiële zaken ervoor staan.
En Alby heeft gelijk – de hoogste bieder van de commissieronde krijgt absolute prioriteit en er heeft nog nooit iemand zoveel geboden. Thomas spendeert wel vaker al zijn zakgeld aan zijn tekeningen en hoewel vijftig dollar echt niet niets is (Thomas is soms de enige reden dat hij überhaupt dingen kan doen), komt het niet eens in de buurt van Alby’s bod.
Drieduizend keer verdomme.
“Jij bent nu eens echt een verdomde narcist, Albus,” mompelt Newt, die het ticket net iets te liefdevol gladstrijkt om zijn woorden kracht bij te zetten; hij is maar wat blij met deze betaling. Dus zit er niets anders op dan te hopen dat langdurig naar Alby kijken zijn crush niet terugbrengt.
“Voor je me neerbliksemt met je ogen… is die Thai om de hoek nog steeds ’s nachts open?”
Voor Bo, want Grass.
Reacties:
xNadezhda zei op 24 nov 2015 - 23:43:
Er zitten een paar Engelse constructies in, maar het is wel heel erg leuk. Al vind ik Alby niet echt een klootzak, hij is juist een vriend. Although I suppose klootzak ook best een koosnaam kan zijn.
Also Teresa/Brenda - yay for lesbians!
Er zitten een paar Engelse constructies in, maar het is wel heel erg leuk. Al vind ik Alby niet echt een klootzak, hij is juist een vriend. Although I suppose klootzak ook best een koosnaam kan zijn.
Also Teresa/Brenda - yay for lesbians!
Bodine zei op 24 nov 2015 - 14:58:
Alby is geen klootzak :c </3
Thomas is.
Is het toeval dat Newt op de zevende verdieping woont?
En. Asdfghjkl Kay you make me so happy with this. <3 het is de beste Newt-fic die ik in tijden gelezen heb [ik lees namelijk al jaren Newt-fics, y'know]. Maar. Yyayayayya. <3
Also. Ik wil ook vrienden zoals Alby en Brenda en Teresa en Thomas (though I hate Thomas)... Waar is Minho? Maar - nee, anyways, het is zo liefig en mwi-ig en hihihi eenhoorns regenbogen WHOEESH. Cheers me up, 's all.
Alby is geen klootzak :c </3
Thomas is.
Is het toeval dat Newt op de zevende verdieping woont?
En. Asdfghjkl Kay you make me so happy with this. <3 het is de beste Newt-fic die ik in tijden gelezen heb [ik lees namelijk al jaren Newt-fics, y'know]. Maar. Yyayayayya. <3
Also. Ik wil ook vrienden zoals Alby en Brenda en Teresa en Thomas (though I hate Thomas)... Waar is Minho? Maar - nee, anyways, het is zo liefig en mwi-ig en hihihi eenhoorns regenbogen WHOEESH. Cheers me up, 's all.
Ik hoop dat het niet al te verwarrend wordt als ik TMR niet ken/gezien heb. (Is er een boek van btw?)
THOOOOUGH this is amazing <3
(sorry ik ben echt verschrikkelijk slecht in reageren op een hoofdstuk)