Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Oorzaak en Gevolg [TC] » [5] Bill - Conclusions
Oorzaak en Gevolg [TC]
[5] Bill - Conclusions
Zijn...
Zijn wí¡t?
Zijn vriendin?
Die bímbo?
Alsjeblieft, doe normaal of iets wat daarop lijkt? Ik ken Tom, hij valt écht niet op zo’n del. Ik bedoel, kijk daar eens serieus naar! Blonde haren, dikke tieten, en een smoel als een mopshond, met zoveel make-up op dat ik mijn volledige pink erin kan duwen zonder haar eigen huid te voelen.
‘Veel plezier samen,’ zeg ik koeltjes en draai me om. Ik hoor het dichtgeplamuurde mens giechelen, heb plotseling heel veel zin om naar achteren te schoppen maar doe het niet. In plaats daarvan til ik nuffig mijn kin op en loop mijn kamer weer in. De deur slaat met een klap achter me dicht.
Oh shit. Tom en ik moesten vannacht in dezelfde kamer, in hetzelfde bed. Meteen springt mijn humeur op moordlustig. No way dat die slét in mijn bed komt! Ik bal mijn vuisten en piep even als ik per ongeluk mijn nagels door mijn huid duw. Goed, dat klonk stom, maar daar gaat het nu even niet om! Ik ga níet, níet, níet in hetzelfde bed slapen als Heidi, vriendin van mijn tweelingbroer of niet!
Ik zucht en kruip weer onder de dekens. Ik had het al koud, maar nu nog veel meer. Koud vanbinnen. Tom en die groupies de hele tijd... Ik snap echt niet wat hij daar zo leuk aan vindt. Volgens mij vindt hij het ook helemaal niet leuk. Het is meer... Hij is op zoek naar iets, denk ik. Liefde? Dan zoekt hij toch echt op de verkeerde plek.
Buiten voor mijn deur hoor ik geschuifel en gegiechel, gevolgd door een zachte kreun. Met een ruk draai ik mijn rug naar de deur en trek de dekens over mijn kop. Gaan ze nu serieus de nacht doorbrengen voor mijn kamer? Tom, dat kan je niet menen...
Ik knijp mijn ogen zo hard dicht dat het pijn doet in mijn hoofd. Nou had ik sowieso al hoofdpijn, dus het kan me niets schelen. Al mijn gedachten draaien rondjes om mijn tweelingbroer. Wat is er in godsnaam met hem aan de hand? Hij voelt zich rot, dat is duidelijk - daarom voel ik mij ook rot. En hoe komt hij opeens aan een vriendin? Ik bedoel...
Wat bedoel ik eigenlijk? Hoofdpijn en duffe slaperigheid laten al mijn gedachten eindigen in puntjes. Puntje puntje puntje... Puntje... En dan val ik in slaap.
‘Bill? Bill, ben je wakker?’ Iemand slaat met een kussen op mijn hoofd. Ik schiet nog net niet gillend overeind, draai me in plaats daarvan richting de stem en murmel: ‘Muh...’
‘Ja dus,’ zegt dezelfde stem en gaat vervolgens op topsnelheid verder: ‘Tom is naar jullie huis, hij heeft een briefje achtergelaten op tafel, hij heeft jouw sleutel meegenomen dus je moet bellen als je naar huis komt want anders is hij misschien wel weg. En er zijn croissantjes voor het ontbijt, mocht je geïnteresseerd zijn.’
Wat wat wat? Wie praat daar en wí¡t praat hij? Met enige moeite dwing ik mijn ogen open en kijk de prater suffig aan. Het duurt even voor ik besef dat het Andreas is, en nog langer voor het tot me doordringt wat hij zegt. Verbaasd ga ik overeind zitten. ‘Tom naar huis? Wanneer dan?’
Andi haalt zijn schouders op. ‘Het briefje lag op tafel, er stond geen datum op. Ik dénk dat ik gisteravond de deur heb horen slaan, maar daar kan ik niet zeker van zijn, want op dat moment moest ik overgeven.’
Hij gooit het kussen op mijn hoofd, huppelt - ja, huppelt - naar het raam en trekt de gordijnen open. ‘Kijk eens wat een prachtige dag! Grijze lucht, regengordijn, chagrijnige mensen...’
Ik slaak een diepe zucht en trek de dekens weer over mijn hoofd. ‘Andi, rot op, ik wil slapen!’
‘Bill, het is al half één.’ Andi’s stem is plotseling vlakbij; ik draai mijn hoofd een ministukje en schrik me meteen het leplazarus, zijn gezicht is nog geen centimeter van het mijne verwijderd. Hij grijnst. Oh God, laat dit ophouden.
‘Rot op!’ herhaal ik, met enige moeite. Andi staat al bij de deur en roept nog: ‘Opstaan!’, voordat hij de kamer uit springt.
Als ik mij een halfuur later toch maar bij het ontbijt vertoon, schuift Georg net het laatste stukje croissant tussen zijn tanden. Heerlijk op de vroege morgen, een levend lijk dat er vandoor gaat met míjn ontbijt. Niet dat ik het nu nog mijn ontbijt wil noemen.
Gustav ziet er wat beter uit, maar ze zijn allemaal fuifbeesten en alleen Andi is gestoord genoeg om zijn kater weg te drinken met rum. Die jongen wordt nog eens alcoholist. Op dit moment zal mij dat een salami wezen. Ik wil iets eten en dat wil ik níº. En daarna gaan mijn hersenen vast weer normaal werken, dan kan ik me weer zorgen maken over Tom en Andi.
‘Is er nog iets te eten?’ brom ik en laat me naast Gustav op een stoel zakken. ‘Of heeft Georg alles opgevreten?’
Andi neemt een slok uit de fles rum, boert opgewekt en roept, wijzend op de koelkast: ‘Kijk daar eens, zou ik zeggen!’
Ik laat mijn hoofd met een bonk op tafel vallen. Nu heb ik weer hoofdpijn. ‘Andi, alsjeblieft...’
‘Slokje rum?’ lalt hij en zwaait met de fles. Ik kijk weer op, zie hem de koelkast opentrekken en begin onwillekeurig te giechelen. Buiten breekt de zon door het regengordijn. Ik moet het allemaal niet zo donker inzien, besef ik. Er is altijd wel een reden om vrolijk te zijn. Wat is er met de positieve, vrolijke, zorgeloze Bill gebeurd? Ik ga een manier vinden om Tom te helpen, ik ga hem laten inzien dat de wereld niet zo slecht is als hij lijkt. Hebben wij niet altijd gezegd dat je verder moet kijken dan de buitenkant?
Wel, de wereld ziet er van buiten bar slecht uit. Maar Tom moet verder kijken dan de buitenkant en begrijpen dat het lang zo erg niet is. En als hij daar moeite mee heeft, zal ik er voor hem zijn om hem te helpen.
Zo is het, zo was het, en zo zal het blijven.
Dit is de geniaalste zin uit dit hele stuk
Ik lag zo plat,
dat mijn familie mij nu officieel voor gek heeft verklaard.
MAar deze zin is echt té geniaal<3