Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Live on TV, Dead on TV » [2.]

Live on TV, Dead on TV

6 nov 2009 - 19:27

1113

13

548



[2.]

Dorien POV
Voor de zoveelste keer staar ik naar het witte plafond. Het witte plafond van de kamer waar ik volgens mijn horloge nu precies een uur geleden gedumpt ben. Een uur vol nutteloze pogingen weg te komen van een plek waarvan ik niet eens weet hoe ik er ben gekomen. Ik was gewoon op school, en toen was ik hier. En ik weet zeker dat ik niet het lokaal uit ben gelopen, want ik stop mijn pen altijd in mijn zak als ik opsta, en ik heb geen pen bij me. Natuurlijk kan ik hem zijn vergeten - dat lijkt me niet - of ik heb hem uit mijn zak gehaald, maar dan nog, waarom ben ik dan hier? En waar the hell is hier? Nou, in ieder geval niet meer op school, want het plafond heeft geen grijzig gekleurde panelen en Tl-buizen. Alles behalve dat, eigenlijk. Een enkel gloeilampje hangt aan een boel gekleurde draadjes en de helft van het lage plafond is slordig geschilderd in een kleur die tussen blauw en groen in zit. De muur waar ik nu tegenaan zit is van baksteen - onze school is van een raar soort beton gemaakt. Misschien ben ik wel in slaap gevallen, naar het dichtstbijzijnde huis gelopen, en schrok degene die daar woont zo hij me heeft opgesloten. Zonder het eigenlijk te willen glimlach ik. Nou, mijn fantasie heb ik in ieder geval nog. Wat ik niet meer heb is mijn vest. En dat vind ik niet leuk, want het is koud in mijn bouwvallige kamertje. Nu ik erover nadenk, kou is eigenlijk wel mijn minste zorg. Wie weet waarom ik hier zit, of door wie, en hoe lang ik hier blijf. Ik ga op mijn zij liggen en probeer niet te denken aan dingen waar ik niet aan wil denken. Alleen weet ik niet helemaal waar ik wel aan wil denken. Niets dus. Ik voel me moe. Geen zin om ook maar iets te doen. Ik kom hier toch niet uit tot wie dan ook wil dat ik hier uit kom. En ik heb zo het idee dat dat nog lang kan gaan duren. Ik draai een pluk paars haar rond mijn vinger. Ja, paars, ik werd het roze een beetje zat. Ik voel een harde tik op de zijkant van mijn hoofd - een steentje. Ik kijk omhoog, met het vermoeden dat plafond op instorten staat. Niets te zien. Ik zucht en leg mijn hoofd weer op mijn arm. Ik hoor gefluister, en iemand hoest. Of denk ik alleen dat ik dat hoor?
‘Ehm - hallo?’
Oké, dat verbeelde ik me dus niet, hoop ik, maar - wie zei dat? Ik roep hallo terug, en voel me nogal dom, alsof ik tegen mezelf praat, of tegen een van de mensjes in mijn hoofd. Maar dat doe ik kennelijk niet, want de stem-uit-het-niets praat weer. ‘Heb jij enig idee wat ik hier in Godsnaam doe?’
‘Ehm. Ik denk het niet. Waar is hier, eigenlijk, of zit jij in mijn hoofd?’
God, zei ik dat nou echt? Ik lijk wel gek.
‘Hier boven.’
‘Wat - waar, zweef je?’
‘Nee, verder naar boven, de kamer boven je.’
Ik sta op en staar naar het plafond. De kamer boven me? Is er een kamer boven me? Het moet wel, want de stem-uit-de-kamer-boven-me lacht zachtjes.
‘Loop naar de hoek.’
‘Welke hoek?’
‘Links. Ehm - andere links. Voor jou rechts.’
‘Slim.’
Ah, ik ben mezelf nog. Gelukkig.
‘Sorry. En ik bedoelde die í¡ndere hoek rechts.’
‘Zijn er nog meer hoeken?’ zucht ik, en ik verbaas mezelf over hoe nonchalant ik eigenlijk nog klink.
‘Ja, nog drie, kom nou maar.’

Kayley POV
Met mijn rug naar het ongeschilderde plafond toegekeerd lig ik in een klein kamertje, kijkend door een gat van ongeveer tien centimeter in de vloer. Geen idee hoe ik hier kom, maar ik wil hier snel weer weg. Een bos paars haar verschijnt in mijn zicht op de kamer onder me, en een stel blauwe ogen kijken me berekenend aan.
‘A-ha.’
Ik zeg niets - geen idee wat ik zou moeten zeggen - dus het blijft stil. Heel erg stil. De persoon onder me, die ik me eigenlijk heel anders had voorgesteld - iets - hoe zeg je dat - normaler, trekt haar wenkbrauwen op.
‘Juist. En nu?’
‘Geen idee. Ik ben Kayley, trouwens.’
‘Hmm. Dorien. Maar ik hoop dat ik je niet lang ken, want ik wil weg hier.’
‘Ahja. Nou, aangenaam, denk ik.’
‘Geweldig. Als je maar niet te lang praat, want ik niet tegen zeurende kindjes.’
Oké - zeurende kindjes? Óf ze is heel erg chagrijnig, of gewoon niet aardig. Ik hoop het eerste, ik vrees het laatste. Nou, ik wil hier ook snel weg, want ik hou het niet lang uit met een paarsharig geval dat doet alsof ze de wereld zou kunnen overheersen als ze daar zin in zou hebben.
‘En, ga je nog iets verzinnen, of niet?’
Oh ja, í­k moet iets verzinnen - nou, Dorien, doe het zelf. Ik wou dat ik dat durfde te zeggen. Maar ik hou het op ‘doe mijn best’ en kijk toe hoe ze wegloopt, tot ik haar niet kan zin. Ik zucht en ga weer met mijn rug tegen de muur zitten en staar naar de grote deur in de kamer die er veel minder sterk uitziet dan hij is. Ik hoor Dorien’s voetstappen onder me - nouja, het klinkt niet alsof het van onder me komt, maar dat zal wel liggen aan het gebouw. Denk ik. Misschien. Zouden er trouwens nog meer mensen zijn, op Dorien en mij na? Het zou raar zijn als we de enige waren, maar het idee dat er overal om me heen mensen zijn zoals zij-van-hieronder maakt me ook niet bepaald vrolijk. De voetstappen worden steeds luider. Of ze stampt heel hard, of ze is het niet. O, laat het alsjeblieft het eerste zijn. Stilte. Ik hoor een sleutelbos rinkelen, en een hol gekuch. Dan steekt iemand een sleutel in de deur waar ik al die tijd naar aan het staren ben en zwaait die open. Tot mijn verbazing staat er geen enge man in pak met zonnebril en geweer, maar een jonge vrouw, ik gok achtentwintig, met blond haar dat in een los staartje om haar gezicht hangt. Ze glimlacht als ze me ziet en wenkt. Aarzelend sta ik op.
‘Kom op, ik bijt niet,’ zegt de vrouw, en ze glimlacht. Ze lijkt me nou niet bepaald het type om mensen te ontvoeren en op te sluiten. Ik loop de deur uit en kijk toe hoe een van de mouwen van het vest dat ze over haar jurk heen draagt zachtjes beweegt als ze de sleutel uit het slot haalt. Dan loopt ze de gang door, al even vervallen als mij kamertje van net, en beweegt haar hoofd op een kom-maar-mee-manier. En ik loop met haar mee, het kan toch al niet erger worden.


Reacties:

1 2 3

Neeriash
Neeriash zei op 23 sep 2010 - 23:25:
Dit is leuk!
Ga je er eigenlijk nog wel mee verder?
Zo ja, melding?


Monster23
Monster23 zei op 24 juli 2010 - 22:25:
Arme Kay, arme Dorien
en even, is ze écht zo erg?


Phae
Phae zei op 10 dec 2009 - 22:04:
‘Welke hoek?’
‘Links. Ehm - andere links. Voor jou rechts.’
‘Slim.’
Ah, ik ben mezelf nog. Gelukkig.
‘Sorry. En ik bedoelde die í¡ndere hoek rechts.’

over geniaal gesproken...

precies.

ga je snel verder?


witch
witch zei op 10 dec 2009 - 19:10:

mooi
(dit doet mij een beetje denken aan een boek, de hongerspelen)


xDevilBitch
xDevilBitch zei op 1 dec 2009 - 21:26:
Kol,
Je bent heel erg lief,
En Kol,
Je schrijf echt heel erg goed <33
En Kol,
Je bent nog liever als je snel verder gaat

xxXXX