Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » [TC] You stole my heart before I could say Ã¢â‚¬Ëśno’. » I don't know how I meant to feel anymore.
[TC] You stole my heart before I could say Ã¢â‚¬Ëśno’.
I don't know how I meant to feel anymore.
I don't know how I meant to feel anymore.
Tom.
‘Bill!’ Een zucht van wanhopig verliet mijn mond. ‘Bill!’, riep ik nogmaals.
Geen reactie.
‘Bill, wordt wakker!’, gilde ik van wanhoop. De tranen liepen over mijn wangen toen ik mijn kleine broertje daar bewusteloos zag liggen. Ik schudde hem door elkaar, maar nog steeds geen reactie.
Ik twijfelde geen moment en pakte mijn mobiel uit mijn kamer. Ik deed het zo snel alsof mijn leven ervan afhing, waardoor ik van alles omvergooide.
Uiteindelijk lukte het me - na een mislukte poging vanwege mijn handen die als een gek trilden - Georg te bellen.
‘G.. Georg.. Je.. Je.. m-moet n-nu komen, a.. alsjeblieft, Bi.. Bill wordt niet meer wa.. wakker!’, stamelde ik terwijl ik luid snikte. ‘Ik kom er gelijk aan. Doe geen gekke dingen, Tom! Gustav en ik zijn zo snel mogelijk bij je!’
Ik wist niet hoelang het heeft geduurd, maar uiteindelijk vloog de deur open. Georg en Gustav renden samen met Andreas naar Bill’s kamer, en een zucht van een opluchting verliet mijn mond toen ze er waren. ‘Ik ben zó blij dat jullie zijn gekomen!’, snikte ik zacht.
‘We hebben gelijk Andreas gebeld en zijn gekomen, wat was er met Bill toen hij nog wakker was?’, vroeg Gustav, terwijl Georg 112 aan het bellen was. ‘Hij.. Hij had koorts en hij voelde zich niet lekker.. Ik.. Ik heb hem een paracetamol gegeven, toen viel hij weg..’
Ik verborg mijn gezicht in mijn handen waarna ik hard begon te huilen. ‘Rustig maar, Tom, het komt allemaal goed,’ zei Andreas terwijl hij naast me kwam zitten, op de rand van Bill zijn bed.
De ambulance was gearriveerd en twee ambulancebroeders kwamen met een brancard naar binnen, terwijl ze ons wegstuurden. ‘Jullie kunnen hier nu even niet bij zijn, het spijt me.’ Ze hebben me tegengehouden, want ik was in staat om naar Bill te rennen. Ik schreeuwde van wanhoop dat ik hem niet kwijt wilde raken.
‘Wie is bereid om mee te gaan in de ambulance?’ Ik keek op en toen de woorden door me doordrongen sprong ik op. ‘Ik ga mee,’ zei ik vastbesloten. ‘Wij komen met mijn auto achter je aan,’ zei Georg. Ik glimlachte. ‘Het komt goed, echt waar,’ stelde Gustav me gerust.
Ik ging met de ambulancebroeders mee, en toen ik Bill daar zag liggen, bleek en bewusteloos, begon ik weer te huilen. ‘Wat is er precies gebeurd?’, vroeg een van de broeders toen wij achterin zaten waar de brancard stond waar Bill op lag. Ondertussen kon ik de sirenes horen. ‘Ik.. ik heb geen idee. Hij voelde zich niet lekker, en had koorts, hoge koorts.’ De ambulancebroeder knikte. ‘Hoeveel precies?’ Ik herinnerde me dat Bill me op dat moment nog geschrokken aankeek. ‘40.7 heb ik toen gemeten.’ ‘Dan had u gelíjk actie moeten ondernemen, met zoveel graden koorts moet men naar het ziekenhuis!’ Ik voelde me schuldig. Een misstap - die ik dus gemaakt had - kon fataal zijn.
‘Dat wilde ik ook doen, ik gaf hem eerst een paracetamol en toen wilde ik gaan bellen, maar toen viel hij weg. Hij reageerde helemaal niet.’ De man knikte. ‘Wat heeft hij precies?’, vroeg ik wanhopig. ‘Dat kan ik niet met zekerheid zeggen. Ik laat het aan de dokters over.’ We kwamen tot stilstand en de motor sloeg af; we waren bij het ziekenhuis.
Mijn moeder en Gordon waren inmiddels ook al gearriveerd, en mijn moeder kwam naar Bill z’n bed toe gerend, terwijl haar ogen rood waren. ‘Bill, liefje,’ snikte ze. Zwijgend keek ik naar mijn nog steeds bewusteloze broertje. Nou.. Bewusteloos? De arts zei dat er een grote kans is dat hij uit zijn bewusteloosheid zou komen, maar hij kon niet zeggen wat er nou aan de hand was.
Alle herinneringen kwamen weer naar boven. Natuurlijk wist ik dat Bill me zoende, natuurlijk wist ik het. Hij wist niet dat ik het wist, maar ik was wel degelijk nuchter. Nuchter genoeg om te weten dat hij de stichter van mijn katers was. En ik wist dat hij verliefd op me was, maar ik liet het toe. Een apart gevoel was het, om je te laten zoenen door je broertje. Ik zag aan hem dat hij ergens mee zat - en dat kon zomaar zijn wat ik bedoelde. Maar hij uitte het niet. Nee, Bill kropte zijn gevoelens op. Hij huilde nooit.. Althans, niet in mijn bijzijn. En nu.. nu lag hij daar zo bewusteloos. Ik kon niet beseffen dat hij wel dood kon zijn. Ik kon alleen maar huilen en schreeuwen.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.