Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Teenage Wasteland [TC] » 42.

Teenage Wasteland [TC]

8 nov 2009 - 13:31

1793

21

746



42.

Bill
Na de begrafenis, bij het rouwregister. Ik krabbel mijn naam met trillende vingers en geef de pen door aan Gustav. Charlene Mary-Sue Taylor. Dochter van William Isaac Taylor en Michelle Rosanna Taylor, zus van Finnegan James Taylor… Dat is het dan. Nu is ze niet meer dan een naam op papier en een kist onder de grond. Ik rek vermoeid mijn schouders en draai me om. Vlak voor me staat de blonde jongen, Finnegan, met een glas water in zijn handen geklemd. Hij glimlacht moeilijk.
‘Hallo. Ik ben...’
‘Finnegan, Charlie’s broer,’ maak ik de zin voor hem af. Ik steek mijn hand naar hem uit en hij zet het glas water neer voor hij die schudt. Ik snap waarom, hij rilt nog steeds zo erg dat het zonder twijfel tussen zijn vingers uit zou glijden als hij het niet met al zijn kracht vasthoudt.
‘Eigenlijk hoor ik liever Finn.’ Weer die geforceerde lach. Broer en zus zijn geen van beide fan van lange namen. ‘En eigenlijk ben ik haar tweelingbroer.’
Dat had niet zo’n shock mogen zijn, hij is zo goed als identiek aan haar, maar toch heeft dit kleine geheimpje een extra venijnige steek. Ze had een tweelingbroer, en ze heeft hem niet één keer vermeld. Waarom ik me daar zo druk in maak? Geen idee.
‘Ik weet dat jullie met een boel vragen zitten, maar die beantwoord ik beter niet hier. Kom mee.’
‘Wacht. Kan jij wel weg?’ vraagt Gustav vertwijfeld. Hij werpt een blik op de ouders.
‘Ze begrijpen het wel,’ zegt Finn met een schouderophaal. ‘Kom op, het is een lang verhaal en ik wil er niet aan beginnen als iemand ons kan horen.’
‘Waar gaan we dan heen?’
‘Naar huis.’

Met Finn op kop lopen we twee blokken verder en slaan dan een zijstraat in. Hij houdt stil voor een onopvallend huis en vist een sleutel uit zijn broekzak.
‘Fuck,’ fluistert hij als zijn verkrampte vingers drie keer het sleutelgat missen.
‘Hier,’ zegt Gustav en neemt de taak over. De deur piept of kraakt niet. Onderhouden, net als binnen. Het is niet overdreven, niet overweldigend. Gewoon onderhouden en netjes, en huiselijk. Maar toch hangt de kilte van verlies en verdriet hier ook binnen. Misschien ligt dat aan de omgedraaide fotokaders.
De trap omhoog, trede na trede achter Finn aan. Ergens halverwege zit een paarse potloodstreep op de muur. Nog een schok in mijn maag. Zou zij dat gedaan hebben? Hoe oud was ze toen? Waren haar ouders erg boos?
‘Einde van de gang links,’ wijst hij. De deur is egaal wit, net als die ertegenover. Ik neem aan dat de deur aan de rechterkant die van Finn is.
Finn duwt de klink omlaag en doet een stap opzij. Ik loop de kamer in en het eerste dat ik registreer is haar geur. Vervaagd door haar lange afwezigheid, maar toch nog sterk genoeg om een paar bijna vergeten fragmentjes onder het verdriet vandaan te blazen. Zoals de kleur van haar ogen die ’s ochtends soms lichter leek, en het moedervlekje op de rug van haar rechterhand.
Haar geur heeft hier wel een andere diepte. Ze heeft hier veel meer tijd doorgebracht dan bij ons, en meteen ben ik jaloers op deze kamer die haar zoveel beter kent dan ik ooit zal kunnen.
Pas wanneer de impact van haar geur is weggeëbd, kan ik de ruimte om me heen bekijken.
Vierkant, en veel wit. De hele vloer is bedekt met een dik, wit tapijt waar ik tot aan mijn hakken in wegzink. De muur met de deur waarlangs we zijn binnengekomen strekt zich langs mijn rechterkant uit. Wit, met drie zilverkleurige rekken naast elkaar, van de vloer tot bijna tegen het plafond volgestapeld met boeken.
Tegen muur nummer twee staat een gietijzeren tweepersoonsbed met sneeuwwitte lakens. Op het nachtkastje staan twee bij elkaar passende zilveren fotolijstjes, één met een familiefoto, en één met een kinderfoto van Charlie en Finn. Ertussen zweeft een ragfijne stofdraad. Aan de muur hangen drie ingelijste zwart-wit posters. Eén is een vergezicht van Londen uit de jaren ’20, de tweede een oude filmaffiche. De derde is een poster van ons. Voor de zoveelste keer vandaag wringt mijn maag zich in een pijnlijke knoop.
In de hoek van muur twee en drie staat een passpiegel en een lage witte commode, waar waarschijnlijk haar kleren inzitten.
In muur drie zit een hoog raam, en voor het raam staat een tafel. Ik bekijk het meubel wat beter en zie nu pas dat het een brede witte plank is, op twee witgeverfde schragen. Ook de stoel en de bureaulamp zijn wit, zelfs haar laptop. Ze heeft uitzicht op de ommuurde tuin, ik zie een kerselaar en een oude schommel. Met een harde tranenprop in mijn keel verlies ik me in een nostalgie die niet de mijne is.
Tom trekt aan mijn mouw. Ik draai me om en zie dan pas waar hij naar kijkt. Ik was zo druk met de rest van de kamer dat ik nooit naar de vierde muur heb gekeken. Nu wel, en ik sta voor het eerst oog in oog met die andere kant van Charlie.
De hele muur is inktzwart geverfd. In het midden een graffititekening in zwart, wit en grijs. Een lange roos, nog half in de knop en reeds aan het verwelken. Onderaan de tekening staan twee namen, Charlie en Finn. De roos deelt de muur dwars doormidden en lang beide kanten staan er witte zinnen in twee verschillende handschriften, omkranst door zwart-wit foto’s. Ik ontcijfer een paar teksten, en sommige zijn zo pijnlijk bekend dat ik even mijn ogen moet sluiten.

The highway is jammed with broken heroes on a last chance power drive.

To live would be an awfully big adventure.

Um dich weinen soll ich nicht. Ich weiß unsterblich sind wir nicht.

Lass mich jetzt los, ich kann nicht mehr.

Walking cancers, dressed up as life.

Die zeit heilt nicht.

I recognize that I am damaged, I sympathize that you are too.

Another piece of the puzzle that doesn’t fit.

Der Blick zurück ist schwarz, und vor uns liegt die Nacht.

I wonder how I'm suppose to carry on when you're gone.

And if you could see what’s going on behind these private eyes.

Die Unendlichkeit ist jetzt nicht mehr weit.


‘Ga zitten.’ Bijna vergeten dat Finn hier ook is. Op een rijtje naast elkaar op haar bed, de handen nerveus in elkaar gewrongen. Ik zoek Toms warmte door zijn vest heen, en dat helpt me een beetje ontspannen. Finn gaat in de witte stoel zitten en kamt met tien vingers door zijn blonde haar.
‘Zoals ik al zei, het is een lang en moeilijk verhaal. Ik hoop dat jullie het begrijpen.’

Charlie is altijd al een sterke meid geweest, ook tijdens haar ziekte. Ze hield nooit op met vechten, zelfs toen de dokters haar openlijk vertelden dat het een verloren zaak was bleef ze vechten. Maar een klein jaar geleden, na haar laatste chemokuur, vond ze het mooi geweest. Haar lichaam takelde af, ze voelde het. Kanker is een smerige ziekte, omdat je heel bewust doodgaat. Je lichaam sterft af terwijl je er nog in zit, en als er ondanks alle pijnlijke procedures geen verbetering in zicht is... Uiteindelijk accepteerde ze haar lot.
Ze had echter nog één wens. Toen ze uit het ziekenhuis ontslagen werd, is ze met ons allemaal rond de tafel gaan zitten en heeft ze heel eerlijk haar hart uitgestort. Ze kon de ziekte niet laten winnen. Ze wilde het recht om zelf nog één keuze te maken, de keuze over waar en hoe en wanneer ze zou sterven. Geen euthanasie, geen spuitje in een ziekenhuisbed. Ze vroeg onze toestemming om zelfmoord te plegen.
Mijn ouders waren er kapot van, maar ik was de enige die begreep wat dit voor haar betekende. Ik pleitte voor haar, en uiteindelijk gingen onze ouders overstag. Dat was iets meer dan vier maanden geleden. Charlie’s plan was om haar spullen te pakken, op haar motor te stappen en gewoon te rijden tot ze voelde dat ze er klaar voor was. Wij mochten haar in die tijd niet contacteren, we zouden het wel vernemen als het zover was. Dat was wat ze wilde.
In haar tijd buiten het ziekenhuis was die motor haar grote liefde, dus ze wilde nog een laatste keer rijden voor ze verlamd in een bed zou liggen. Ze voelde zich goed na de chemokuur en wilde haar leven beëindigen met dat gevoel. En ze wilde afscheid nemen van ons terwijl ze nog kon praten, horen, zien en op haar benen staan. Dat begrepen mijn ouders pas toen ze om de hoek verdween. Ze wilde dat wij een herinnering aan haar hadden die niet geassocieerd werd met ziekte en dood, maar met vrijheid en vrede. Ze wilde ons geen maanden aan haar doodsbed kluisteren terwijl de kanker haar uitholde. Ze wilde iedereen, ook zichzelf, die pijn besparen en nog één keer voluit leven voor ze er zelf een punt achter zette.
Ik heb in die vier maanden maar één keer contact met haar gehad. Een sms’je, twee maanden geleden. Om te melden dat ze door jullie was opgepikt.
Jullie band, jullie muziek, heeft haar door onnoemelijk veel zwarte dagen geholpen. Ik heb haar verschillende keren meegenomen naar concerten, één keer heb ik haar zelfs uit het ziekenhuis gesmokkeld omdat ik kaartjes had gewonnen. Dat ze op haar dodenrit uitgerekend jullie ontmoette, was niet meer en niet minder dan het Lot. En in die laatste twee maanden van haar leven heeft ze alle liefde, vriendschap en wijsheid die ze nog in zich had met jullie gedeeld. Ze wilde leeg zijn, helemaal op wanneer ze stierf, opdat geen enkele wens, geen enkel verlangen onvervuld zou blijven. Jullie vier hebben mijn tweelingzus gelukkig laten sterven.


Finns monoloog eindigt, maar de woorden botsen door de binnenkant van mijn hoofd. En niet alleen dat van mij, dat kan ik zien aan de gezichten van mijn bandleden. Verbijstering, open mond en tranen. En Finn glimlacht, bibberig maar toch.
‘Bedankt.’

My eyes are open wide
And by the way, I made it
Through the day
I watched the world outside
By the way, I'm leaving out
Today

I just saw Hayley's comet
She waved
Said why you always running
In place?
Even the man in the
Moon disappeared
Somewhere in the
Stratosphere

[Chorus]
Tell my mother,
Tell my father
I've done the best I can
To make them realize
This is my life
I hope they understand
I'm not angry, I'm just saying...
Sometimes goodbye
Is a second chance

Please don't cry
One tear for me
I'm not afraid of
What I have to say
This is my one and
Only voice
So listen close, it's
Only for today

I just saw Hayley's comet
She waved
Said why you always running
In place?
Even the man in the
Moon disappeared
Somewhere in the
Stratosphere

[Chorus]
Tell my mother,
Tell my father
I've done the best I can
To make them realize
This is my life
I hope they understand
I'm not angry, I'm just saying...
Sometimes goodbye
Is a second chance

Here's my chance
This is my chance

Tell my mother,
Tell my father
I've done the best I can
To make them realize
This is my life
I hope they understand
I'm not angry, I'm just saying...
Sometimes goodbye
Is a second chance

Sometimes goodbye
Is a second chance [x2]


Reacties:

1 2 3 4 5

butcherknife
butcherknife zei op 8 nov 2009 - 13:54:
Ik he ho. wow.
Het is prachtig, mooi, geweldig.
geniaal, fantastisch, adembenemend.
Humpf, veel adjectieven dat het zelvde willen zeggen.
verlies ik me in een nostalgie die niet de mijne is

dat vind ik persoonlijk een van de mooiste zinnen in dit stukje.
Humpf. snel verder <3