Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Letters » 7. Een verbrande rug
Letters
7. Een verbrande rug
Janne POV:
We liepen het zwembad in. Al vanaf het eerste moment hadden we veel bekijks. Sarah dankzij haar één meter lange benen, Evian dankzij haar geweldige uitstraling en strakke buikje. En ik, ik dankzij mijn felkleurige, opvallende bikini.
Een paar jongens in het bubbelbad floten overdreven. Ze vroeg of we erbij kwamen zitten.
"Misschien later", riep ik terug en grijnsde lichtjes. Weinig kans daarop. Het waren van die typische players en geen haar op mijn hoofd dacht eraan om bij hen te gaan zitten.
Ik keek het zwembad voor de eerste keer rond. Mijn mond zakte letterlijk open van verbazing. Het was echt prachtig mooi! Goedgevormde zwembaden, duizelingwekkende glijbanen, palmbomen overal, watervallen, rotsen, lianen. Kortom, het leek wel een jungle.
"Kom mee", zei Sarah. Hyper rende ik mee naar de trap voor de glijbanen. al had Sarah hoogtevrees, toch was ze als eerste boven. Het viel wel op dat ze ver van de rand af, bleef wachten. Om haar wat te plagen, liepen Evian en ik, na een blik gewisseld te hebben, tergend langzaam de trap op.
"Kijk eens", fluisterde Evian toen we halverwege waren. Ze wees op een rondspringende Sarah. Ik begon breed te grijnzen.
"Laten we maar wat sneller gaan, ze staat daar zo alleen," zei ik en voegde daad bij woord. Aan de denderende voetstappen achter me te horen, volgde Evian mijn voorbeeld. Een paar tellen later stonden we voor onze springerige vriendin.
"Eindelijk", verzuchtte ze theatraal, "aangezien ik als eerste boven ben, mag ik ook de glijbaan kiezen." Ze liet een onheilspellende stilte vallen.
O nee, nu kwam het. Ze ging voor de zwarte kiezen. "We nemen de rode." Opgelucht liet ik mijn adem ontsnappen, ik had geeneens in de gaten gehad dat ik die ingehouden had.
"Alle drie tegelijk?" vroeg Evian. We knikte allebei van ja. We waren bijna aan de beurt. Er stond alleen nog een dikke moeder met een bang uitziend zoontje voor ons.
"Ik hoop maar dat dat kind niet op de glijbaan zeikt", fluisterde Sarah walgend toen de moeder en het zoontje naar beneden zoefden.
"Zal wel niet", antwoordde Evian. Je kon zien dat ze er zelf ook niet helemaal gerust op was. Dit is nou een van die grote vragen des levens die nooit beantwoord zullen worden. Heeft een klein jochie op de glijbaan gepist?
"Het licht is groen", zei ik kijkend naar het stoplicht wat naast de glijbaan was geïnstalleerd. Gelijk nam Evian de leiding.
"Sarah, jij bent het grootst, dus achteraan jij. Daarna Janne en dan ik." We deden maar gewoon wat ze zei. Het was ook het meest logische van hoe we konden zitten.
Een paar seconde later begon de tocht. Het eerste stuk ging nog redelijk geleidelijk aan naar beneden. Totdat er een hoog gekakel door de buizen echoden. We gingen bijna loodrecht naar beneden, zo'n geweldige vaart maakten we, we vlogen naar links, rechts, links, links, links het bleef maar aanhouden, rechts! En woesj, daar vlogen we een klein stukje in de lucht om vervolgens in het bad terug terecht te komen. Het was een apart gedeelte alleen voor de glijbaan.
Proestend kwam ik boven water. Ik klom, achter Evian aan, het bad uit.
"Nu de zwarte", zei ik ietwat. Ik verwachte hyper gespring naast me. Echter bleef het uit. Waar was Sarah?
"Sarah?" vroeg Evian bezorgd. Ik draaide me om. Daar zat ze, midden in het bed met wijd opengesperde ogen. Ze was lijkbleek, ze zat daar maar, stokstijf met een angstige blik op haar gelaat.
Sarah POV:
Proestend kwam ik boven. Ik wreef het water uit mijn ogen en keek op. Nee! Dat kon niet. Niet hij, waarom hij? Hoe kon hij hier zijn? Dat mocht niet! Dit was het domst idee ooit. Waarom, WAAROM, waren we naar Heiderbos gegaan?
"Sarah?" hoorde ik ergens vaag vandaan komen. Ik wilde me draaien naar de stem, maar kon me niet verroeren. Ik keek maar naar de man verderop. De man met brandwonden op zijn rug.
"Sarah!" Er werd nu luider geroepen, werd door elkaar geschud.
"Evian?" Kwam het krakend uit mijn mond. Ik kreeg iets over mijn lippen. Twee paar handen hielpen me het water uit. Het was gevaarlijk daar te blijven zitten. Ik werd helemaal meegesleept tot aan de cafetaria waar Evian en Janne me neerzette in een stoel.
"Sarah? Wat is er?" vroeg Janne bezorgd. Evian hield mijn hand vast. Troostend streelde ze hem met haar duim.
"Hij.. Die.." De angst was duidelijk aan mijn gezicht af te lezen.
"Is je vader hier?" vroeg Evian geschokt. Ik schudde zwakjes mijn hoofd.
"Niet hij, hij.. hij", begon ik weer. Ik kon het niet over mijn lippen krijgen. Tranen stroomden over mijn wangen heen. Ik wees met trillende vingers naar de kleedkamers. Ze snapte meteen wat ik bedoelde en haakten hun armen in die van mij. Zo hielpen ze me naar de kleedkamers.
"Vertel, wat is er gebeurd. Waarom ben je zo van slag af?" vroeg Evian beslist maar meelevend. Ik haalde diep adem en begon te vertellen.
Ik ben twaalf jaar oud. Voor het eerst mag ik alleen met vrienden naar Nijmegen. Daar word ik, in de H&M, aangesproken door een chique uitziende man. Hij zegt van een modellenbureau te zijn en laat zijn kaartje zien. Het ziet er erg professioneel uit. Hij vraagt mijn gsm-nummer, ik geef het, zegt dat hij me zal bellen.
Paar dagen later is het zover. Hij heeft me gebeld, ik heb een gesprek om eventueel model te worden.
Die zaterdag, ik had ma verteld bij een vriendin te gaan slapen, kom ik in Nijmegen aan. Dezelfde 'scout' staat me al op te wachten. Vrolijk pratend over van alles, lopen we richting het bureau. Maar...
Het is geen bureau, het is een huis. Onwetend dat dit niet zo hoort, ga ik mee naar binnen toe. De man zegt boven iemand te moeten halen en wijst me de deur waar ik alvast naar binnen mag gaan. Ik kom terecht in een vreemde kamer. Er is een haardvuur en een fluwelen grote bedbank. Verder stonden er nog een soortement van barkrukken voor het raam.
Voetstappen komen naar beneden. Snel ga ik voor het vuur zitten. Ik voel me onbehagelijk, waar het vandaan komt weet ik niet.
"Helaas, mijn zakenpartner is niet op kantoor. Maar dan beginnen wij toch alvast met zijn tweetjes?" zegt de 'scout' wanneer hij de kamer binnenloopt. Ik krabbel overeind. Ik wil weg hier.
"Liggen jij!" snauwt de 'scout'. Hij duwt me weer terug op de grond. Mijn lipglos valt op de grond, uit mijn zak. Ik pak het weer op, de man begint mijn broek los te knopen, uit alle macht gooi ik de lipglos naar de verwarming. Het raakt doel. Een luide tonk klinkt galmt door de kamer. De 'scout'is even afgeleid. Razendsnel pak ik de pook die in het haardvuur ligt. Het brand aan mijn vingers, maar ik aarzel geen moment. Ik leg de gloeiendhete pook op zijn rug. Hij schreeuwt het uit, rolt van me af om aan de pook te ontkomen. Ik krabbel voor de tweede keer overeind, hou de pook verdedigend voor me.
"Jij kleine hoer!"
"Blijf daar." Ik schijt onderhand zeven kleuren tegelijk. Toch hou ik de pook richting de 'scout'. Ik loop, zonder mijn blik af te wenden van hem, naar de deur toe. Gelukkig is hij open.
"Daar blijven zei ik." De man wilde dichterbij komen. Ik stap de frisse buitenlucht in en gooi de deur dicht. Met de pook nog steeds in mijn hand, zet ik het op een lopen. Pas straten verder durf ik om te kijken. Ik sta moederziel alleen in het hartje van Nijmegen. Een paar tranen van opluchting rollen over mijn wangen.Ik ben ontsnapt.
Ik had mijn verhaal verteld. Het deed goed om het eindelijk aan iemand te hebben verteld. Het hele verhaal.
Na een kwartier lange knuffel en een lang gesprek, keken we elkaar aan.
"Kaarten?" Janne toverde een pak kaarten tevoorschijn. We zijn niet meer het zwembad in geweest. En hebben na ons omgekleed te hebben, de rest van de avond in de hal gekaart.
Me like!