Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » I Wanna Play A Game.. [TC][Afgelopen] » [3]
I Wanna Play A Game.. [TC][Afgelopen]
[3]
[3]
Hij wist niet hoe lang hij nog had. Of de twee minuten al bijna vol waren. Hij wist alleen dat hij er snel weg moest. Hij ging zo snel mogelijk te werk. Hij boorde zijn handen in de wond, schreeuwde het uit van de pijn. De tranen vielen overal, op zijn gezicht, handen, de grond. Hij vloekte zo luid mogelijk, probeerde de steken te negeren, zijn razendsnel kloppende hart te kalmeren. Hij voelde hoe zijn vingers in zijn lichaam bewogen, zochten naar het stuk ijzer erin verstopt.
“Alsjeblieft laat me wakker worden”¯ fluisterde hij, zijn stem trillend, en sloot zijn ogen stijf dicht.
Zijn vingers voelden wat kouds, het metaal, de sleutel. Hij probeerde het eruit te trekken, het schuurde door zijn vlees. Een luide snik, een luide schreeuw verliet zijn mond.
Er weerklonk getik in de ruimte. Hij keek haastig om zich heen. Nee! De tijd kan nog niet om zijn. Het mag niet om zijn...
Hij zag een klok bij de deur, zijn enige uitgang uit dit afschuwelijke spel, de secondes aftikken. Dertig seconden. Dertig seconden voordat zijn leven over was.
Hij begon hysterisch aan de sleutel te trekken, zijn hele lichaam trilde, schokte. Hij kreeg de sleutel eruit, hield het voor zich in zijn bebloede hand. Hij slikte en staarde ernaar. Ik moet wegkomen hier. Ik moet...
Zo snel als hij kon rende hij naar de uitgang, probeerde de sleutel in het sleutelgat te steken, maar zijn trillende handen zorgden ervoor dat hij steeds misschoot.
“Toe! Alsjeblieft”¯ fluisterde hij snikkend en keek op de klok. Tien seconden...
Hij kreeg de sleutel in het gat en draaide er hevig aan. Hij probeerde de klink omlaag te halen, maar het ding glipte steeds uit zijn handen. Alsjeblieft! Ik wil leven! Tom!
Zijn hart bonkte luid in zijn oren, zijn beeld was helemaal wazig door de tranen, hij rook zijn eigen bloed: roestig.
Hij kreeg de deur open en haastte zich uit de kamer en sloot de deur achter zich. Hij sloeg zijn trillende handen voor zijn gezicht en zakte op de grond. Hij bad tot God, iets wat hij nooit deed, dat het allemaal over zou zijn.
Maar er was nog een spelletje te gaan...
“H-hallo?”¯ klonk er een zachte, gebroken stem door de nieuwe ruimte waar Bill in beland was.
“W-wie is dat?”¯ vroeg de stem. Je kon de trillingen erdoorheen horen, het angstige, het bange.
“Laat me los!”¯ riep hij dit keer en je kon kettingen horen rammelen. Bill bleef verschrikt zitten, hield zich stil en probeerde wat door het donker te zien. Hij wist dat de lichten weer aan zouden gaan, dat hij weer een afschuwelijk, wreed spel zou moeten spelen. Waarom ik? Waarom moet ik dit allemaal doen? Was ik echt zo ondankbaar tegenover het leven? Ik hield van mijn broer, met heel mijn hart, iets wat nooit over zou gaan. Was dit mijn straf voor die gevoelens. Was het dat ik al het verkeerde in het leven deed? Of was het omdat ik het al een tijdje niet meer zag zitten. Mijn broertje overal om me heen, de opgekropte gevoelens. Alles. Dit was de straf die ik moest ondergaan. Ik moest genieten van het leven, het waarderen volgens de persoon die me dit alles heeft aangericht.
“Tom, ich liebe dich”¯ fluisterde ik zacht, bijna onhoorbaar, zodat alleen ik die waarheid zou kennen. Of ik het kon accepteren, wist ik niet. Dit was de eerste keer dat ik het openlijk toegaf. Misschien was dat zijn bedoeling, dat ik alles onder ogen zou zien. Dat ik het accepteerde.
“Ik accepteer het! Laat je me nu vrij! Ik accepteer het!”¯ riep hij door de ruimte en keek naar alle hoeken van de kamer, probeerde iets te zien, een teken, iets. Maar het was er te donker. Hij hoorde iemand schokkerig ademen en druppels op de grond tikken. Hij voelde aan zijn borst, het was nog nat, bebloed, maar het klonk van ver. Het was niet zijn bloed dat het getik veroorzaakte.
Fel licht verscheen door de ruimte. Hij hield zijn hand voor zijn ogen en probeerde eraan te wennen. Na enkele minuten knipperen, steeds even kort in de licht te kijken en zijn ogen weer te sluiten, wende hij aan het licht. Hij voelde hoe er iets zijn rug verwarmde. Hij keek doorzoekend achter zich. Rood, oranje. Vuur. Vlammen.
Hij stond snel op, voelde hoe zijn benen zich nog net konden standhouden. Ze zouden het snel begeven, dat wist hij. Zijn borst klopte nog van de pijn, zijn hart bleef als een gek razen. Hij keek de kamer rond. Het leek op de vorige kamer, leeg op de enge, griezelige apparaten na. Hij zag een dun lichaam de grond versieren. Het lag in een hele plas bloed, rug bewegend door zijn ademhaling. Trillend liep hij er naartoe en zakte op de grond. Hij bracht zijn hand langzaam naar het lichaam en raakte het lichtjes aan. Hij voelde hoe de jongen verstijfde en trok zijn hand snel weg.
“G-gaat het... j-je bloed”¯ kwam er zacht, gestotterd uit Bills mond. De jongen op de grond tilde zijn hoofd. Beide keken met grote ogen elkaar aan. Bill deinsde achteruit en bleef hem geschrokken aankijken. Hij knipperde met zijn ogen en staarde ongelovig voor zich.
“Tom..”¯ fluisterde hij.
Tom brak in huilen uit...
Aaaah.
Arme Arme Billa
En Tomi
Maar Billheid heeft serieus een sleutel uit zijn borst gehaald!
Ehm.
Wauw.
Respecht x]
Ik zou daar veel te erg voor stressen.
Bij anderen, oke
Bij jezelf, IEL!
Zonder verdoving ook echt
Arme arme hij ):
Nu moet alles goed komen
Gelukkig heeft 'ie Tomi al terug.
Nu nog weg
<3