Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Lost In Coma » Lost In Coma

Lost In Coma

23 nov 2009 - 17:46

1969

2

276



Lost In Coma

Vandaag is er een uitvoering van streetdance. Ik zit er al vanaf m’n vierde op, en train erg veel.
Ik zoek in het publiek naar mijn tweelingbroer. Wanneer Lucas zwaait lach ik terug. Ik kan nu niet terug zwaaien, want we staan al in de beginpose.
Lucas is de allerbeste broer die ik me maar zou kunnen wensen.
De muziek start, en ik concentreer me op de dans.
Nadat we van de vloer afgaan, en de volgende groep aan de beurt is, komt er een jongen naar me toe. ‘Dat zag er goed uit.’ Zegt hij. ‘Ehm… Bedankt.’ Zeg ik. ‘Ik vond jou vooral erg goed.’ Zegt hij. Ik kijk hem verbaast aan. Ik ben echt niet de beste uit de groep. ‘Dankje.’ Zeg ik. ‘Maar ik moet weer gaan.’ Zeg ik er nog snel achteraan voordat ik wegga. ‘Oké. Tot ziens.’ Zegt hij.
Ik ga naar Lucas. Ik spring bovenop hem. ‘Ging goed hé.’ Zegt hij. ‘Ja, vind ik ook.’ Zeg ik blij. We krabbelen weer overeind. ‘Wie was dat?’ Vraagt hij. ‘Wie was wie?’ Vraag ik. ‘Die jongen waar je mee stond te praten.’ Zegt Lucas. ‘Goede vraag. Ik heb echt geen idee. Maar hij vond de dans goed gaan.’ Zeg ik. ‘Hmm… Oké.’ Zegt hij. ‘Hoezo?’ Vraag ik nieuwsgierig. ‘Nee, niets. Laat maar.’ Zegt hij.
We kijken naar de andere groepen.
De week erna heb ik weer gewoon training. Ik doe erg mijn best, tot ik ineens die jongen weer zie staan. Hij zwaait even. Verwart zwaai ik terug.
Zo zie ik hem nooit, en zo kom ik hem tegen bij een training.
Ik ga weer verder.
Na een tijdje mogen we even wat drinken. Emely komt naar me toe. ‘Heb je die jongen al gezien? Volgens mij kijkt hij elke keer naar jou.’ Fluistert ze giechelend. ‘Zal wel. Ik weet niet eens wie hij is.’ Zeg ik. ‘Kan je toch vragen? Ik heb het idee dat hij een oogje op je heeft.’ Zegt ze op dezelfde giechelende toon als daarnet. Ik haal mijn schouders op.
We gaan weer verder, en de jongen blijft staan. Nog steeds vraag ik me af wie hij is.
Aan het einde van de les vraag ik aan onze trainster naar een stuk wat me nog niet goed genoeg lukt. We oefenen het een aantal keren.
Doordat ik tijd rek hoop ik dat de jongen weggaat, maar hij blijft hangen. Shit! ‘Bedankt voor de uitleg.’ Zeg ik nog snel tegen onze trainster, en vertrek weer.
Even loopt de onbekende jongen achter me aan. Ineens blijf ik staan en draai me snel om. Hij botst bijna tegen me op. ‘Waarom volg je me?’ Vraag ik. ‘Ik moet ook door de deur naar buiten. Dat hoeft niet per sé volgen te zijn.’ Zegt hij. Ik sla mijn armen over elkaar. ‘Ik zag je net wel kijken. Waarom kom je hierheen? Niet om iemand op te halen, want zo’n beetje iedereen is al weg.’ Zeg ik. ‘Oké, je hebt gelijk. Om eerlijk te zijn heeft je vriendin gelijk.’ Ik kijk hem vragend aan. ‘Dat meisje waar je net even mee stond te praten. Geloof me, ze probeert het stiekem te doen, maar volgens mij kan de halve wereld het horen.’ Zegt hij met een grijns. ‘Daar geef ik je gelijk in.’ Geef ik toe. Mijn telefoon gaat af. ‘Hoe krijgen ze dat altijd voor elkaar, altijd op die onhandige momenten.’ Mompel ik tegen mijn mobiel.
Het is Lucas, hij staat buiten op me te wachten. Dan had hij toch net zo goed naar binnen kunnen komen? ‘Sorry, ik moet gaan. M’n broertje wacht buiten op me.’ Zeg ik. ‘Oké. Tot ziens...’ ‘Lucy.’ Vul ik hem aan. ‘En jij bent?’ Vraag ik. ‘Jeffrey.’ Zegt hij met een glimlach. Ik zwaai nog even voordat ik naar buiten storm.
Buiten staat Lucas nog steeds ongeduldig, met zijn armen over elkaar, te wachten. ‘Waar bleef je nou?’ Vraagt hij. ‘Gewoon, ik vroeg wat uitleg aan onze trainster. En ik heb daarnet nog even een praatje gemaakt. Ik heb ook sociale contacten, hoor.’ Zeg ik. Wanneer Jeffrey naar buiten komt zie ik dat Lucas hem jaloers nakijkt. ‘Hé, niet zo boos doen. Kom, we gaan naar huis.’ Zeg ik, en trek hem mee de andere kant op. ‘Wat heb jij met die jongen?’ Vraagt hij. ‘Niets, hij was gewoon aan het kijken bij de training.’ Zeg ik. ‘Hij was er ook al met jullie optreden.’ Zegt hij achterdochtig. ‘Daar kan ik toch weinig aan doen?’ Zeg ik.
Jeffrey en ik worden steeds betere vrienden. Meer dan vrienden zelfs. Maar zelfs nu we verkering hebben, kan Lucas nog steeds niet normaal tegen hem doen. Dat vind ik best vervelend. ‘Maar het gaat er toch om ons? Laat hem maar, hij bedenkt zich vanzelf wel.’ Zegt Jeffrey telkens. Hij heeft wel gelijk.
Het is weer een woensdag middag, en ik zit m’n huiswerk te maken wanneer Lucas thuis komt van school. ‘Lucy, je moet het echt uitmaken met die Jeffrey.’ Zegt hij. ‘Begin je daar nou wéér over?’ Zucht ik geërgerd. ‘Ja. Je gelooft nooit wat ik net zag. Jeffrey en een ander meisje, zoenend.’ Zegt hij. ‘Je hebt gelijk, ik geloof je niet.’ Zeg ik. ‘Nee, luister nou. Het is echt waar.’ Zegt hij. ‘Dit probeer je al de hele tijd sinds we samen zijn. En ik ga het niet uitmaken, alleen omdat jij hem niet mag.’ Zeg ik boos. Ik klap m’n boek hard dicht. ‘Maar luister…’ ‘Nee!’ Ik draai me om en ga naar buiten, stap op mijn fiets, en rij weg. Ik ga naar Jeffrey. ‘Maar ik zag het echt.’ Hoor ik Lucas nog roepen. Ik doe alsof ik hem niet heb gehoord. Ik fiets zo hard als ik kan. Ik concentreer me op de weg naar Jeffrey, de rest van de wereld bestaat niet voor me.
Ineens maak ik een enorme schuiver onderuit die me uit mijn trance haalt.
Ik word ergens anders wakker. Nou, ik weet eigenlijk niet zeker of ik wakker ben. Waar ben ik eigenlijk? Ik hoor gemompel van mensen om me heen, maar ik zie ze nergens. Om me heen ziet alles er heel raar uit. Het is moeilijk te beschrijven hoe het eruit ziet, maar het is niet normaal. ‘Hoe is het nu met haar?’ Vraagt een stem. Waar kwam dat vandaan? Nog steeds niemand. ‘Ze is nog niet stabiel. We weten nog niet veel.’ Deze keer een andere stem. ‘Hoe lang blijft ze in coma, denkt u?’ De eerste stem weer. ‘Dat verschilt. Maar ik hoop niet al te lang.’ De tweede stem. Ze praten nog verder, maar het vervaagt steeds meer. Lopen ze van me vandaan ofzo? En hadden ze het over mij?
Na wat gepeins komt er een nieuwe stem, die ik vrijwel meteen herken als die van m’n moeder. ‘Lucy, hoe komt het dat je hier ligt? Wat was er aan de hand?’ Ze klinkt nogal bezorgt, maar ik kan niets terug zeggen, en ik kan me ook niet bewegen. Waarom eigenlijk niet? Ik wil hier weg. Ik wil haar vertellen wat er aan de hand is.
Ik hoor haar nog even met de dokter praten. Dan komt er iemand anders binnen. Diegene schraapt zijn keel. ‘Mevrouw, bent u de moeder van dit meisje?’ Vraagt hij voorzichtig. ‘Ja, dat klopt.’ De stem van m’n moeder klinkt zwakjes. ‘Ik moet me verontschuldigen. Ik heb haar echt te laat gezien.’ Zegt hij. ‘Je had toch wat beter kunnen uitkijken?’ Haar stem klinkt alweer wat sterker. ‘Ik héb goed uitgekeken, maar ze was er ineens.’ Zegt hij, minder voorzichtig dan daarnet. ‘Je hebt helemaal niet goed uitgekeken! Kijk wat je met mijn dochter hebt gedaan! Kijk dan! Loop niet weg! Kijk wat je hebt gedaan!’ ‘Mevrouw, kalm aan. Het komt goed.’ Zegt de dokter. Er loopt iemand de kamer uit. De dokter probeert mijn moeder weer wat te kalmeren. Als ze wat rustiger is gaat hij ook weg, en blijft m’n ma alleen achter.
Ook zij moet na het bezoekuur weer weg. Ik ben weer alleen.
Nog steeds snap ik het niet helemaal. Ik wil wakker worden. Waarom doe ik dat niet? Niets in mijn lichaam reageert.
De volgende middag komen er een paar meiden van streetdance langs. Ze blijven maar heel even, en zeggen niet echt veel. Niet dat ik zoveel terug zeg. Mijn vader komt ’s avonds ook nog langs, maar hij komt net uit zijn werk. Tegen de tijd dat hij hier is, is het bezoekuur al bijna voorbij.
Mijn moeder komt me bezoeken wanneer ze tijd heeft, en dat gebeurt steeds vaker.
Na een paar weken komt Jeffrey langs. Het blijft een hele tijd stil. Wat zou hij aan het doen zijn? ‘Vandaag ben ik je broer tegengekomen in de stad.’ Begint hij. Onee, hij heeft toch niets uitgespookt? Even is het weer stil. ‘Hij kwam kwaad op me afgestapt… gaf me overal de schuld van… Van jullie ruzie… Van het ongeluk.’ Gaat hij verder. Weer even een denkpauze. ‘Hij schold alles bij elkaar. Ik dacht altijd dat hij redelijk kalm bleef, kennelijk niet.’ Er klinkt een gegrinnik. Wat was daar zo leuk aan? ‘En hij had nog gelijk ook.’ WAT? Waarvan? Ik snap het niet. ‘Hij had gelijk… Hij heeft me gezien, ja… En jij wilde het niet geloven.’ Echt? Oh, waarom geloofde ik mijn eigen tweelingbroer niet? Laat Jeffrey nu asjeblieft zeggen dat het hem spijt. ‘En weet je wat misschien nog het ergste is… in jouw geval dan?’ Zeg asjeblieft dat het je spijt. ‘Ik heb er absoluut geen spijt van. Ik hield nooit echt van je. Het was gewoon tijdelijk.’ Zegt hij. Er klinkt gekras van een stoel die naar achteren schuift. Hij gaat weg. Hij laat me achter. Ik dacht dat het echt was. Dat hij mij ook mocht. Als het kon had ik nu in tranen uitgebarsten, maar het gaat niet. Als ik gevoel had in mijn vingers, dan had ik Jeffrey wel kunnen wurgen. Hoe kón hij me zo aan het lijntje houden!
Ik voel me alleen. Erger dan normaal.
Ineens hoor ik snelle passen. Ze vertragen. De deur gaat open, en de passen gaan richting mijn bed. ‘Lucy.’ Hij is zijn zin nog maar amper begonnen en ik weet al dat het Lucas is. Sorry Lucas, sorry, sorry, sorry, sorry. ‘Ik had niet zo boos moeten worden. Je hebt het waarschijnlijk al gehoord, maar vanmiddag ben ik Jeffrey tegengekomen. Hij vindt zichzelf nogal wat hè.’ Zeg dat, ja. De eikel! ‘Ik zag hem net uit het ziekenhuis komen. Hij zei allemaal onaardige dingen over je. Maar daar zal ik je niet mee vermoeien. We nemen hem nog wel te grazen. Op onze manier.’ Ik kijk er nu al naar uit. Ik wil níº wakker worden. Dat moet voor Lucas. Hij is al die tijd, ik weet niet hoe lang, niet op komen dagen. En nu is hij er.
Ik probeer uit alle macht mijn vingers te bewegen. Niets. Mijn voeten werken ook niet mee. Ik probeer van alles om wakker te worden, ik moet weg!

Lucas’ pov:
Ik zit bij mijn zusje. Het is echt een triest gezicht. Ze zit aan allemaal slangetjes vast. En hoe langer ze in coma blijft, hoe slechter ze er weer uit zal komen. Ik hoop dat ze nog wel een beetje de oude is. Ik wrijf over haar hand en praat nog wat tegen haar.
Ineens voel ik wat bewegen onder mijn hand. ‘Lucy!’ Ik schrik me kapot van mezelf. Maar ze wordt volgens mij wakker. Of het zit tussen m’n oren, maar ik hoop vurig dat ze wakker wordt.
Het ritme van de hartmonitor gaat anders. Onregelmatiger. Het jaagt me angst aan. Wat is dit? Is dit goed? Is dit fout? Er komen allemaal doktoren binnen. Volgens mij weet ik het al, het is goed fout.
Het voelt alsof ze tussen mijn vingers door glipt. Alsof ik haar heb laten vallen in het water waar ze niet meer uit komt. Een enorm schuldgevoel bekruipt me.
Het gepiep gaat steeds onregelmatiger, en steeds langzamer. Tot de laatste piep.


Reacties:


missxangel
missxangel zei op 24 nov 2009 - 23:04:
Mooi, heel mooi.
Wel een puntje van verbetering of hoe je het wilt opnemen, je verhaal is een lang stuk en dat leest eigenlijk best vervelend, dus misschien kan je soms een extra keer op enter drukken en er een witregel tussen zetten
Ik ga snel je two-shot lezen!!


XxMangelBxX
XxMangelBxX zei op 23 nov 2009 - 19:23:
AHWWWWW
NOUH NOUH NOUH NOUH NOUH!
Ik weet niks te zeggen :']