Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Teenage Wasteland [TC] » 47.
Teenage Wasteland [TC]
47.
Bill
Er zit een wespennest in mijn hoofd. Ik hoor ze zoemen. Mijn lijf is moe en gevoelloos en voelt te groot aan voor mij. Alsof ik erin rond glijd, heen en weer, eindeloze schommelbewegingen. Ik heb gedronken, ja. Uit verveling. Om niet te moeten voelen. Om een betere reden te hebben voor het misselijke gevoel in mijn buik dan schuld en verdriet.
De fles en het glas maken een rinkelend geluid wanneer ik met onvaste handen het laatste restje inschenk. Alcohol hebben we altijd in huis, maar ik had nooit gedacht dat ik die fles gin in mijn eentje zou leegmaken. Ze was weliswaar maar tot een kwart vol, maar dat is genoeg.
Ik sla het glas veel te snel omhoog, de gin druipt langs mijn mondhoeken en kin in mijn nek en over de voorkant van mijn shirt.
‘Fuck,’ mompel ik en zet het glas naast de fles op tafel. Met de rug van mijn hand probeer ik mijn gezicht af te vegen maar dat helpt niet echt. Handdoek. Keuken.
Mijn voeten geloven niet meer in zwaartekracht. Ik moet toch even tegen de muur steunen als ik de deur open. In de kamer naast die van mij hoor ik dat Tom nog steeds aan één stuk door muziek draait, maar aan een normaler volume dit keer. En geen hiphop, ik ken dat liedje. Red Hot Chili Peppers. Stadium Arcadium.
Het melancholische stemgeluid van Anthony Kiedis begeleidt me naar de gootsteen. De alcohol helpt, ik hoef niet aan Tom te denken. Ik denk helemaal niets, alleen dat ik mijn smoel wil afdrogen…
Bukken was een slecht idee. Ik wil een handdoek uit het kastje nemen en dan gaat het helemaal mis. De beweging drukt mijn maag samen en perst de inhoud omhoog. Ik gooi mijn hoofd net op tijd naar voren, richting spoelbak. Een warme, stinkende golf klettert tegen de metalen bak, ik ruik gal en gin en de tranen springen in mijn ogen van de walm. Pijn. Bibberend alsof ik een koelcel ben binnengestapt. Heb ik alcoholvergiftiging? Paniek bijt in mijn hersenen. Nee, rustig, doe normaal. Je bent bij bewustzijn, je ziet geen paarse varkentjes vliegen. Teveel gedronken, dat zeker. Maar daar ga je niet dood van.
Het zweet parelt op mijn neus. Ik kom voorzichtig met mijn kop uit de spoelbak en zet de kraan aan, probeer niet te kijken naar de wegspoelende smurrie. De handdoek oprapen gaat dit keer zonder verdere bijwerkingen en ik droog mijn gezicht af. In het glas van het keukenraam zie ik een flits van mijn eigen gezicht. God, wat een treinramp.
Terug in mijn kamer slaat het volgende stadium van mijn drinkspelletje toe. Alles wat de gin me hielp verdringen, komt dubbel zo hard bovendrijven. Tom, Finn, Charlie… Oh God.
Ik stort in. Eindelijk. Ik zak letterlijk in elkaar op de vloer van mijn kamer en begin harder te huilen dan ik ooit in mijn leven heb gedaan. Ik zie en denk en voel dingen zonder te weten waar ze vandaan komen, en de tranen blijven stromen. Gierend, snikkend, jankend sleur ik mezelf naar een hoek. Krab me op mijn armen, mijn buik, mijn borst. Ademen voelt vreemd, mijn longen hebben geen zin meer. Kalm aan, je bent dronken. Je gaat er niet dood van, je gaat er niet dood van, je-
Maar… zou het niet zoveel simpeler zijn als dit gewoon... ophield?
Mijn ogen dwalen langs de onvoorstelbare rommel in mijn kamer. Een badjas ligt in een vergeten kluwen naast de kleerkast. Ik staar er een paar seconden naar en voel het besluit vorm krijgen. Op mijn knieën kruip ik ernaar toe, haal de riem uit de lussen. Stevige, grijze badstof.
De klink van de kleerkast biedt me steun, ik trek me op mijn voeten. Na vier pogingen heb ik het koord over de hoek van de kast. Het meubelstuk weegt aanzienlijk meer dan ik en de uitstekende spijl aan de bovenkant is voldoende om het touw omheen te knopen. Dubbele knoop, stevig aangespannen. Mijn vingers trillen.
Om mijn hals, naar boven, achter mijn hoofd, vast. Ik moet op mijn tenen staan om de knoop genoeg ruimte te geven. De gordel drukt tegen mijn luchtpijp.
Huilend en lachend als een krankzinnige sla ik mijn armen achter mijn rug, sluit mijn ogen en laat mijn gewicht hangen. Het gezoem in mijn hoofd neemt toe, wordt luider en luider naarmate de gordel mijn keel verder dichtknijpt en er minder zuurstof naar mijn hersenen gaat. Of was dat de deurbel?
In Toms kamer speelt muziek die ik herken, dan trekt de duisternis me naar zich toe in een nachtzwarte omhelzing.
Tom
Wie hangt er in godsnaam om kwart voor tien ’s avonds nog aan de bel? Ik check in de spiegel of mijn rode ogen en wallen erg opvallen, besluit dan dat het me niet kan schelen en sjok naar de bel. Daar sta ik oog in oog met de laatste persoon die ik had verwacht. Finn.
‘Heb jij enig idee hoe moeilijk het is om jullie op te sporen?’ vraagt hij hijgend en trekt zijn muts van zijn blonde haren.
‘Wat doe jij hier?’ is het enige, weinig originele antwoord dat ik kan bedenken.
‘Ik heb jou en Bill een week geleden zien vertrekken, ik begreep wat er aan de hand was, en ik voel me schuldig.’
‘Daar heb je dan alle redenen toen,’ mompel ik en klem mijn hand om de klink, maak me klaar om de deur voor zijn neus dicht te slaan. Finn ziet het aankomen en ramt zijn voet tussen de deur, wringt zich het appartement in.
‘Tom, je moet naar me luisteren.’
‘Eruit. Nu, of ik bel de politie. Dit is huisvredebreuk, gast.’
‘Je moet begrijpen waarom er tussen mij en Bill gebeurde wat er gebeurde.’
‘Voor de laatste keer, ik wil het niet weten. Ik wil er niks over horen, ik wil hem niet meer zien!’
‘Charlie en ik hadden een relatie.’
Iemand giet een badkuip ijskoud water over mijn hoofd leeg, terwijl alle stukjes van de puzzel een compleet nieuwe dimensie krijgen door deze informatie. Het is een gevoel zoals die gezichtsbedrogtekeningen, je kan er uren naar staren en niets zien, maar plots springt dat ene detail eruit of verplaats je de focus van je ogen van zwart naar wit, en daarna is het nooit meer hetzelfde.
‘Ik had twee jaar lang een relatie met mijn tweelingzus, en ik weet dat Bill en jij ook zoiets hebben. Of vergis ik me, Tom?’ Ik schud verdoofd mijn hoofd.
‘Luister, ik wist het pas toen jij bij ons in de kamer stond. Die blik in je ogen loog er niet om. Maar die van hem ook niet. Wat er tussen mij en Bill gebeurd is, was een uiting van verdriet om het verlies van een meisje waar we allebei heel erg veel om gaven. Jij ook, dat weet ik.’
‘Bill...’ mompel ik, zijn naam vult mijn mond.
‘Als ik die wallen onder jouw ogen een beetje kan lezen, hebben jullie hier nog steeds ruzie om, dus het is een goede zaak dat ik jullie op tijd gevonden heb.’
‘Hoezo?’ En hij grijpt me bij mijn schouders, trekt me naar zich toe en plant een kus vol op mijn mond. Twee, drie, vier seconden lang. Dan laat hij me los en kijkt me aan met een opstandigheid in zijn gezicht die ik zo goed ken van zijn zus.
‘Daar. Dat was het. Niet meer en niet minder. Alles wat er gebeurd is, is een kus.’ Hij sluit zijn linkerhand stevig om mijn pols. ‘Je kan dit niet doen, Tom. Hij houdt van je, hij heeft je nodig. En jij hebt hem nodig. Maak niet dezelfde fout als ik. Laat degene van wie je houdt niet los.’ Hij houdt lang genoeg oogcontact om te laten zien dat er tranen in zijn ogen staan, dan trekt hij zijn hand terug en loopt weer naar de deur. ‘Een beetje goede raad van een ervaringsdeskundige. Een tweelingband breek je niet zonder gevolgen.’ En de deur valt achter hem in het slot.
En ik voel een plotse vlaag van paniek die niet de mijne is. Keelpijn, misselijk… Bill. Twee koude handen om mijn hart. Ik struikel naar de woonkamer, van daaruit naar de slaapkamers. Op mijn kamer speelt de muziek nog steeds.
‘Bill!’
Come away with innocence, and leave me with my sins.
The air around me still feels like a cage
And love is just a camouflage for what resembles rage again...
So if you love me, let me go.
And run away before I know.
My heart is just too dark to care.
I can't destroy what isn't there.
Deliver me into my Fate -
If I'm alone I cannot hate
I don't deserve to have you...
Ooh, my smile was taken long ago,
If I can change I hope I never know.
I still press your letters to my lips
And cherish them in parts of me that savor every kiss.
I couldn't face a life without your light,
But all of that was ripped apart, when you refused to fight.
So save your breath, I will not care.
I think I made it very clear.
You couldn't hate enough to love.
Is that supposed to be enough?
I only wish you weren't my friend.
Then I could hurt you in the end.
I never claimed to be a Saint...
Ooh, my own was banished long ago,
It took the Death of Hope to let you go
So break yourself against my stones
And spit your pity in my soul.
You never needed any help...
You sold me out to save yourself...
And I won't listen to your shame.
You ran away, you're all the same.
Angels lie to keep control...
Ooh, my love was punished long ago,
If you still care, don't ever let me know...
If you still care, don't ever let me know...
Alright, dit stuk heeft mij enorm veel moeite gekost, om verschillende redenen. So be nice, okay?
En waarom verhanging?
Wel, vergiftiging is te pijnlijk, te langdurig of net te snel.
Van een gebouw springen is niet origineel in een TH-FF.
Polsen oversnijden is virtueel onmogelijk zonder goed materiaal, voldoende fysieke kracht en een bijna onmenselijke pijngrens (van razorcuts op je polsen ga je niet dood , mensen, doe je research).
Vuurwapens zijn in Duitsland niet zo simpel te verkrijgen, en al helemaal geen 'geschikte' voor zelfmoord.
Overdosis is ook niet origineel (en ik heb geen zin om daarover te schrijven).
En een parachuteongeval of 'Thousand Cuts' vond ik misschien iets te vergezocht voor dit verhaal. Zodus.
Mijn excuses aan de mensen die er niet tegen kunnen.
Oeeeehh, en Teenage Wasteland is bijna ten einde... ^^
Reacties:
Gemenerd....
Bil mag NIET dood gaan.
Maar je moet wel verder gaan want ik wil weten hoe het verder gaat
NEE NEE NEE NEEE
*brabbelt*
En dan was ik nog wel zo lief voor je om Periferie te schrijven, KRIJG IK DIT?
BILL DIE ZICHZELF VERHANGT? O.O
Jij niet lief meer! Ö
Tenzij je heel snel een volgend stukje plaatst
Maar, ik kan me voorstellen dat dit moeilijk was, en ik vind het heel erg goed gelukt <3
Hm.
Bij nader inzien ben je toch nog wel lief ^-^
<3