Hoofdcategorieën
Home » Overige » Bermuda Triangle » Hoofdstuk 5.1
Bermuda Triangle
Hoofdstuk 5.1
‘Kat?’
‘Blijf maar liggen, Connor. Ik kan niet slapen. Ik ga even een luchtje scheppen.’
Ondanks Kats woorden veerde Connor overeind.
‘Kat,’ siste Connor haar achterna. ‘Je kunt niet alleen naar buiten gaan.’
Kat stond in de opening van de tent en hield even halt.
‘Ik kan doen wat ik wil,’ zei ze kil, en met die woorden verliet ze de tent.
Connor wurmde zich onder de dekens van de Amon Do uit en rende Kat achterna. Toen hij buiten kwam, zag hij haar alleen bij het dovende kampvuur zitten. Ze staarde naar de kleine vlammen. Er waren een aantal Amon Do mannen die de wacht hielden, maar zij sloegen geen acht op haar. Langzaam naderde Connor Kat.
‘Hoe kun je zo eigenwijs zijn?’ vroeg hij ineens.
Kat keek verbaasd op. ‘Moet jij nodig zeggen. Ik zei dat je kon blijven liggen.’
Connor kwam naast Kat zitten. Even staarden ze beiden in het vuur, niet wetend wat ze moesten zeggen. ‘Weet je wat ik zit te denken?’ vroeg Connor toen.
‘Denk jij?’ vroeg Kat, quasi-verbaasd.
Connor zuchtte. ‘Ik dacht, we moeten nu de Amon Do gaan redden, maar eigenlijk kennen we elkaar niet zo goed.’
‘Maakt het uit dat wij elkaar niet zo goed kennen?’ vroeg Kat.
‘Ik bedoel niet wij twee, hè?’ zei Connor. ‘Ik bedoel, wij, allevier. We kennen elkaar nauwelijks en toch moeten we hen gaan redden. Is het niet stom?’ vroeg Connor zichzelf af.
‘We kunnen elkaar toch leren kennen?’ vroeg een stem vanachter hen. Verschrikt draaiden Kat en Connor zich om. Achter hen stond Ben met een opgetrokken wenkbrauw. Wat hij vroeg was geen vraag maar een voorstel. Ze konden elkaar leren kennen, hier en nu. Als ze dat wilden.
‘Ben, kom erbij zitten,’ zei Connor verrast.
Ben knikte en ging op de grond tegenover hen zitten. ‘Wat denken jullie ervan?’ vroeg hij. ‘Ik bedoel, het is niet dat we nu veel betere dingen te doen hebben.’
‘Maar Solegna dan?’ vroeg Connor.
‘Laat Solegna maar slapen,’ antwoordde Ben.
‘Graag,’ zei Kat.
Ben schonk Kat een venijnige blik maar ging er verder niet op in. ‘Ik begin wel,’ zei hij.
‘Mijn naam is Benjamin Bullocks. Toen ik eerder zei dat iedereen me altijd Ben noemt, sprak ik niet helemaal de waarheid,’ gaf Ben toe. ‘Mijn vrienden noemen me ook wel eens B.B.’
‘Benjamin Bullocks?’ vroeg Kat.
‘Nee,’ zei Ben. ‘Big Brains.
Kat grinnikte. ‘Serieus?’ vroeg ze.
‘Serieus. Ze vonden altijd dat ik maar te slim was voor… voor een jongen zoals ik. Een basketballende neger om het zo maar te zeggen. Die horen niet slim te zijn. En toch was ik het. Ik haalde altijd goede cijfers en ik wist me op te werken in een baantje bij de sportwinkel. Ik was al afdelingsleider van de basketbalartikelen. Zoals ik al eerder heb verteld is mijn moeder bij mijn geboorte overleden en mijn vader niet snel daarna. Hij had geen familie in Amerika, beweerde hij, dus ging ik bij een zakenrelatie van hem wonen. Daar ben ik verder opgevoed. Mijn vader was mijn grote voorbeeld. Hij was een groot zakenman geworden en ik wilde dat ook worden. Ik wilde voor mezelf kunnen zorgen wanneer dat nodig was. Ik wilde geen voogd.’
‘Met wie zat je op dat schip?’ vroeg Connor.
‘Met mijn voogd. Paul Richards. Hij had altijd voor me gezorgd, en we gingen nooit op vakantie. Hij wilde het de ene keer dat we op vakantie gingen goed doen. En door mijn toedoen is hij er niet meer. Omdat ik een nakomeling ben van hem, hoe heet hij, Keh. Omdat ik een afstammeling ben van Keh is hij er niet meer.’
‘Je hoeft je niet schuldig te voelen,’ zei Connor. ‘Jij kon het ook niet weten van te voren.’
‘Maar het punt is dat ik dat wel wist. Ik had dromen over drie mensen, jullie, en een schip dat ging zinken. Maar ik heb het hem nooit verteld. Ik was te egoïstisch. Ik dacht dat het geen kwaad kon. Maar dat kon het dus wel.’
‘Het is niet jou schuld.’ Verschrikt keken ze allemaal op. Solegna was achten hen komen staan, en ze hadden haar niet horen aan komen lopen. ‘En het is ook niet de schuld van ons als uitverkorenen,’ voegde ze daaraan toe. Ze knielde neer bij Ben. ‘Het is de schuld van die demonen. Die demonen die alles en iedereen terroriseren. Wij moeten hen zien te stoppen. Misschien vallen de verdronken mensen dan nog wel te redden.’
Even zwegen ze alle vier.
‘Waar waren jullie mee bezig?’ vroeg Solegna toen.
‘We waren elkaar aan elkaar aan het voorstellen,’ zei Connor.
‘Oh, ikke, ikke, kies mij,’ zei Solegna.
‘Solegna, ik heb een vraag,’ zei Kat.
‘Oke,’ antwoordde Solegna.
‘Solegna, dat woord betekend toch zon?’ vroeg Kat.
‘Ja,’ antwoordde Solegna langzaam. ‘Hoezo?’
‘Ah, vandaar,’ zei Kat. Vandaar dat jij dus denkt dat alles om jou draait. Alles draait om de zon. Alles draait om Solegna.’
‘Goedenavond Kat, moet jij de sfeer weer verpesten?’ vroeg Connor.
‘Ja hallo, wij waren toch bezig, zij komt erbij en zij moet gelijk het woord hebben,’ zei Kat.
‘Laat haar toch lekker. We moeten elkaar allemaal toch leren kennen, dus ook haar,’ zei Connor. ‘En jij mag ook.’
‘Dus niet,’ zei Kat. ‘Ik ga niet mijn hele levensverhaal zitten vertellen. Dan zijn we morgenochtend nog niet klaar.’
‘Nou goed, dan mag jij je beurt aan Solegna afstaan en dan heeft ze dubbel zoveel tijd,’ zei Ben.
Kat rolde met haar ogen en zei toen: ‘Goed, Solegna mag. Wat kan mij het ook allemaal schelen?’
Iedereen zweeg even. Zelfs Solegna had al een tijdje niets meer gezegd.
‘Goed, ik mag dus?’ vroeg ze dan ook uiteindelijk.
‘Ja, jij mag,’ zei Connor bevestigend.
Reacties:
Heel lang. Je mist ergens een leesteken. Hoe heet dat ding? Lijkt op appelstroop. Apestrophe? Weet het even niet. Anyway, je mist er ergens 1(AA)
En ik vind het een goed hoofdstuk, mooi geschreven, etc. en ik moet nu eten dus uitgebreider kan ik er niet op in gaan.
Doei!
DAAR IS HET VERGETEN LEESTEKEN! Oh, en je maakt nog weleens de fout met 'd' en 't'. "Betekend" maar het moet met een 't'.
Nja, goed. Ik ben nieuwsgierig naar de rest van de levensverhalen van de andere :'D