Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » My Worst Nightmare » Tears in the Rain [06]

My Worst Nightmare

29 nov 2009 - 15:39

1197

9

651



Tears in the Rain [06]

‘Je hebt me wel gehoord!’ snauwt Jona.
‘Waar slaat dat op?’
Waar haalt ze het lef? Zonder mij zou ze niet eens bestaan, ze zou niets zijn, ze zou elke dag gepest worden, ze zou godverdomme nergens staan!
‘Ruby, je bent een egoïst, arrogant, asociaal,…’
‘Kijk eerst in de spiegel, meid. Als die nog heel is. Ik ben al die dingen niet!’
Wat is dit? Waar slaat dit op? Meent ze het nou serieus? Is ze dom? Mij een beetje uitschelden? Ze heeft haar status van populair aan mij te danken.
‘Dat ben je wel! Je bent misschien mooi aan de buitenkant, maar de binnenkant is duidelijk verrot.’
Auwtch die komt hard aan.
‘Dag Ruby, zoek het allemaal zelf maar uit!’
Jona staat op en loopt het hokje uit. En met haar vertrekt de laatste persoon in mijn leven. Ik heb niemand meer, ik ben alleen, ik heb geen leven meer. Ik moet hier weg!
Ik sta op en ren de wc uit, naar mijn kluisje. Met een snelle beweging prop ik mijn sleutel in het slot, open het deurtje en pak mijn jas en handtas eruit.
Snel weg hier voor mensen me zien! Ik ren zo snel mogelijk het gebouw uit, het schoolplein over en bel ondertussen Stephen op, om me op te halen.
Hij neemt op met zijn gewoonlijke ‘Ja, prinses?’ en beloofd dan te komen, zonder vragen te stellen.

Na tien minuten is Stephen er nog altijd niet. Zelfs mijn bodyguard, die ik dan nog wel betaal om naar me te luisteren, luistert niet. Ik zucht. Een traan rolt over mijn wang, veegt een lijn make-up weg en tekent zich duidelijk af tegen de rest van mijn roze wang. Als nu iemand me ziet.
Weet je, het kan me allemaal niet meer schelen. Al ziet iemand me, ze kunnen allemaal de hoogste boom in. Meerdere tranen wagen zich naar buiten, en ik laat ze gaan.
Een druppel valt op mijn hoofd en er volgt er nog één. Ze volgen elkaar in sneltempo op tot het officieel is, het regent.
“Nee hé! Gaat het ook al regenen.”¯
Meer regendruppels vallen naar beneden. Een kleine regenbui verandert in onweer. Ik ren de straat uit. Nu wacht ik niet meer op Stephen, het regent en ik wil zo snel mogelijk thuis zijn, al is rennen op hakken niet zo makkelijk.
Ik stop even en kijk om me heen. Een krant ligt op de grond, water veegt bijna alle inkt uit. Maar één foto, uitgeveegd of niet, herken ik meteen. Bill en ik.
“Natuurlijk!”¯
De wind voert hem mee, maar het staat op mijn netvlies gebrand.
Ik ren door de straten. Natuurlijk kom ik Bill en ik een paar keer tegen. Elke krantenwinkel pakt uit met ons, zelfs elektronicawinkels kunnen het nieuwtje niet niet uitzenden. De tv’s achter de etalage laten hetzelfde nieuwskanaal zien.
Tranen stromen over mijn wangen.
“Waar ben ik?”¯ Ik kijk om me heen en herken de straat niet. Ik ga een steegje in, dat blijkbaar doodloopt.
“Shit.”¯ zucht ik en schop tegen een container. Huilend schuif ik langs de muur naar beneden en kruip opzij tot ik in het hoekje zit.

~Bills PoV~
“Heftige regenbui.”¯ zucht ik en trek mijn capuchon van mijn vest verder over mijn hoofd.
De straten zijn uitgestorven, omdat het school is, omdat het stortregent, en omdat dit dorpje sowieso al niet zo groot is. Ik vind het fijn om nog eens vrij rond te kunnen lopen.
Dit was me het weekendje en het feestje wel. Maar nu zitten we nog een paar dagen vast hier, omdat we ons een week hadden moeten vrijmaken.
Ik hoor iemand huilen en het komt uit het steegje vlakbij. Zou ik gaan kijken? Als ze me herkent, ben ik er geweest. Maar, mijn arme hart kan het niet aan iemand te horen huilen.
Ik loop het steegje in, zie niemand maar hoor het nog steeds duidelijk.
“Hallo, is hier iemand?”¯
Het snikken word steeds luider. Ik volg het geluid en kom uit bij een meisje, lang haar dat op haar gezicht plakt en een donkere kleur heeft. Bruin of zwart, het is één van de twee. Ze is, net als ik, helemaal doorweekt.
“Gaat het?”¯
Ze schud haar hoofd en kijkt me aan. Het is Ruby! Als er iemand is waarvan ik het minste verwachtte haar huilend in de regen in een vuil steegje tegen te komen, is het Ruby wel.
“Ruby, wat is er?”¯ Ze zegt niks, kijkt me alleen maar met grote ogen aan.
“Heb jij het ook al gezien?”¯ vraagt ze na een lange, pijnlijke stilte.
“Wat gezien?”¯ Ik kniel naast haar neer, dan wordt mijn broek maar vies, en sla mijn arm om haar heen. Ze slaat ze hem niet weg, ze geeft zelfs geen enkele reactie. Er is verbetering. Ik druk haar steviger tegen me aan.
“We zijn het nieuws van het moment.”¯ zegt ze, een vreemde ondertoon in haar stem die ik niet kan plaatsen. Ik kijk haar aan, met een mengeling van nieuwsgierigheid en verbazing in mijn ogen. Wat bedoelt ze? Blijkbaar ziet ze het want ze gaat verder met haar uitleg.
“We zijn betrapt, Bill. Ze hebben ons slippertje gefilmd.”¯ snikt ze.
Wat?
Ze liegt!
Dat moet!
Het is allemaal een ziekelijke grap.
“Zeg me dat het niet waar is.”¯ piep ik, mijn greep verslapt, mijn arm zakt naar beneden.
“Het is wel waar. Daardoor wilt Jona geen vrienden meer zijn, haat bijna heel de school me en de enige uitzonderingen zijn de mensen die me uitlachen.”¯
Ze verbergt haar hoofd in haar handen en probeert zo stilletjes mogelijk te huilen, maar ik heb dat wel door. Zo’n dingen merk ik altijd. Ik trek haar aan haar pols omhoog en kijk haar doordringend aan.
“Dat zijn zorgen voor later, ik neem je mee naar het hotel. Je bent helemaal doorweekt.”¯
Ze knikt voorzichtig, maar twijfels zijn af te lezen op haar gezicht. Ik ga even met mijn hand over haar wang, veeg haar haren uit haar gezicht en druk een zacht kusje op haar voorhoofd.
Ze stemt toe.

Ik trek haar stevig tegen me aan. Ze rilt helemaal, haar handen zijn al bijna paars. Ik weet niet hoe lang ze daar zat maar het is lang genoeg om onderkoeld te zijn. En dat is ze, ze voelt als een marmeren standbeeld in mijn armen. Wit, hard en ijskoud.
Het hotel komt in zicht, een zuinig glimlachje tekent zich af op haar betraand gezicht. We lopen langs de balie. Het is uitgestorven.
Met Ruby nog steeds in mijn armen loop ik naar de lift en duw met mijn vuist op de knop. Meteen stopt een lift voor ons.
Gelukkig, een hotel met snelle liften. Ik kan me ergeren aan rammelbakken.
Ruby gaat aan de ene kant staan, ik aan de andere. Maar tussen mijn wimpers door kijk ik toch naar haar. Ik kan het niet laten, hoe ze daar zo staat, hoe ze haar handen probeert op te warmen door er in te blazen, hoe ze glimlacht als ze mij ziet kijken.
Ze is gewoon zo speciaal. Zo gecompliceerd, maar toch zo simpel. Ze is wonderschoon.
Op de één of andere manier heeft ze me betoverd, en al die heisa gaat aan me voorbij.
Zij is hier, en ik ben hier.
Wij zijn hier.
Samen.


Om de een of andere bizarre reden had ik dit nog niet online gezet. Terwijl ik het al een halve eeuw [/lees: twee maanden] geleden verbeterd had. Slimme ik. Don't blame Suki (She wrote this piece), because it's all my fault.


Reacties:

1 2

NaNaa
NaNaa zei op 3 dec 2009 - 19:23:
Awesomeness ruleert hier zoo <'3


Geniaaltje
Geniaaltje zei op 30 nov 2009 - 21:12:
WAUW I TOTALLY LOVE THIS STORY

laat het me weten als je een nieuwe stukje hebt

im Dying to read it


loves from Bonita


MyReflection
MyReflection zei op 30 nov 2009 - 17:11:
ach beter laat dan nooit een stuk toch,

verder meid,
xx


xInnocence
xInnocence zei op 30 nov 2009 - 7:26:
echt, een, heel, mooi, prachtig, geweldig, verhaal (:
=D


Freaking
Freaking zei op 29 nov 2009 - 23:15:
Naiis n_n
Snel verder!

<3