Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Out of nowhere... » 1. My own stupid castle
Out of nowhere...
1. My own stupid castle
Kritisch keek ik naar buiten. De omgeving was prachtig, maar toch voelde ik me er niet thuis. Overal zag je bergen, bos en water. Mooi, maar toch niet echt mijn ding. Hier viel vast niets te beleven. Het weer viel ook al tegen. Ik hield van de zon, het heerlijke warme gevoel en bruin worden. Miami was heerlijk, maar Schotland viel echt tegen. Waarom we hier naar toe verhuisden snapte ik echt niet. Als mijn ouders niet gingen scheiden zat ik nu nog heerlijk in Miami. Balend sloeg ik mijn armen over elkaar. Ik drukte mijn neus tegen het koude raam. Nietsvermoedend keek ik naar een aantal grote kastelen waar we langs reden. Bah! Wie zou daar nou willen wonen. Groot, grijs en zat vast vol met ongedierte. Ik haalde mijn neus op, mijn vader had vast iets sjieks en iets wat zeker nieuw was geregeld. Hij had een goeie baan en wij zijn alleen het aller beste gewend. Ik sloot mijn ogen en probeerde een beetje positief te zijn. Veel vrienden zou ik wel krigen, een mooi huis dat viel toch wel mee. Zo erg kon het toch niet zijn?
‘Masey’ we zijn er fluisterde mijn vader.
Meteen was ik wakker en staarde uit het door het natte raam naar buiten. Mijn broer en zusje stonden al buiten de koffers uit de auto te halen. Mijn zusje heet Lotte en is 6 jaar ous. Ze heeft lang blond haar en blauwe ogen. Veel vriendinnen had ze niet ze was namelijk erg op zichzelf. Mijn broer is een heel ander verhaal. Hij heet Robin en is supperknap volgens iedereen. Robin is geliefd bij al mijn vriendinnen, maar niet bij mij. Hij bemoeit zich verschrikkelijk veel met mij leven. Pivacy? No way! Slaperig gooide ik deur open. Ik zwaaide mijn benen uit de auto en zette mijn voeten midden in de modder. Fijn! Nu zijn mijn nieuwe schoenen al vies. Nieuwsgierig begon ik eens rond te kijken. Overal waren bergen tot hoog in de wolken. Boven op het topje lag een klein hoopje witte sneeuw zo koud was het dus al. Ik draaide me om en zag een bos. Veel bomen stonden vast op elkaat waardoor je een mysterieuze sfeer kreeg. Ertussen liep een heel klein paadje van kiezelsteentjes die je bijna niet meer kon zien. Een tijdje liep ik rond, het gekraak van onder mijn schoenen galmde alle kanten op. Paar keer verzwikte ik bijna mijn enkel omdat mijn pumps achter een steentje bleef hangen. Nergens kon ik een moderne villa vinden er stond alleen een oud kasteel.
‘Pap, waar is ons huis?’ vroeg ik met trillende stem.
Hij wees naar het grote kasteel wat ik eigenlijk ook wel kon verwachten het volgende kasteel was pas een kilometer verder op. Geschokt keek ik hem aan en probeerde te zien of hij echt geen grapje maakte. Dit kon toch niet waar zijn! Een mooie grote villa kon ik al van mijn lijstje afhalen. Mijn vader was nu dus officieel gek geworden dacht ik. Misselijk van het idee dat we hier een paar jaar gingen wonen pakte ik toch maar mijn tassen uit de auto (de rest was gebracht). Langzaam slenterde ik naar het grote kasteel. Ik sjokte het kleine stenen trapje op wat volgegroeid was met allerlei onkruid. Stevig hield ik met vast aan de leuning. Niet omdat ik slecht liep of zo dat is het niet, maar dit huis was nou niet echt mijn ding (nog zacht uitgedrukt). Eigenlijk kon ik dit niet echt een huis noemen het zag er eerder uit als een kraakpand. De deur was was gemaakt van het zelfde materiaal als het trapje en er zat een grote deurklopper op in de vorm van een V. Ik vond het maar een afschuwelijk ding. Zachtjes schoof ik de deur open waarbij ik een hoog en piepend geluid hoorde zoals in die horror films. Wat ik daarna zag was ongeloofelijk het paste er absoluut niet bij en zo totaal anders dan ik had verwacht. De hal was enorm groot met een mooie marmeren trap. Overal stonden rode rozen in grote glazen vazen. Het was net een paleis en ik was de prinses. Niet dat ik me een prinses vond of zo.. nou eigenlijk wel. Mijn uiterlijk betekende alles voor me. Zonder make-up ging ik echt de deur niet uit. uitgeput zakte ik in elkaar op de grond. Mijn hand liet ik over de marmeren grond glijden die heerlijk warm was. De binnenkant van het huis waanzinnig, maar de buitenkant en de plaats vond ik nou helemaal niks.
’Masey? gaat het wel? Is het niet goed?’ vroeg mijn vader gestrest.
Het was grappig om mijn vader gestrest te zien hij begon altijd heel hoog te praten, trekte met zijn wenkbrauwen en zijn gezichtsuitdrukking was echt hilarisch. Stijf stond ik op en rekte me uit. Wat was het toch ook een lange reis eerst met het vliegtuig naar londen en van daaruit nog een tijdje met de auto naar ons nieuwe huis.
‘Het is prima’ loog ik zo goed mogelijk eigenlijk vond ik het ook wel prima, maar dan ook alleen de binnenkant. ‘Waar is mijn kamer?’vroeg ik zo snel mogelijk om zijn andere vragen te voorkomen. Ik kende mijn vader super goed.
‘De trap op naar de 2e verdieping’ zei hij enthousiast en liep daarna zingend weg.
Ik kon zien dat mijn vader gelukkig was. Gelukkiger als toen hij nog samen met mam was. Mam... zuchte ik terwijl ik de trap naar boven liep. De eerste jaren ging het nog wel, maar daarna ging het mis. Ze kwam laat thuis en begon steeds vaker naar mijn vader te schreeuwen. Later kwamen we er pas achter dat ze vreemd ging. Meteen die dag pakte ze ook al haar koffers en ging bij die man wonen. Wij verhuisden dus naar Schotland daar woont namelijk bijna mijn hele familie van mijn vaders kant. Zelf is hij geboren in London en toen hij 10 was verhuisde hij samen met zijn familie hiernaar toe. Om te stuurderen ging hij naar Miami waar ik werd geboren. 2e verdieping las ik op een bordje. Er waren 3 deuren: een paarse, een blauwe en een witte. De paarse was voor mij, de blauwe was voor robin en de witte voor de badkamer. Waarschijnlijk sliep mijn kleine zusje ergens anders. De muuren waren allemaal wit gekleurd en er hingen veel schilderijtjes. Er lag een zwarte heerlijke zachte vloerbedeking waar je makkelijk op kon slapen. Als paste perfect bij elkaar zelfs de kleinste details. Zoals de deurknop, de plinten en de lijstjes van de schilerijtjes waren dezelfde kleur als de vloerbedeking. Een van de schilderijtjes herkende ik. Het was een vrolijk schilderijtje die in ons oude huis op de wc hing. Hij hing daar omdat mijn moeder hem niet mooi vondt. Ik vond hem prachtig het was mijn lievelings schilderij. Er hingen ook veel foto’s aan de muur. Van school, de vakantie en nog veel meer. Lotte’s eerste schoolfoto hing er ook zag ik. Nu was het tijd om mijn kamer te bekijken. Stevig pakte ik de deurknop vast. Hoe zou mijn kamer er uit zien? Hard draaide ik de knop naar reachts waarna meteen de deur vanzelf open ging. Geschrokken sloeg ik mijn hand voor mijn mond om niet te gaan gillen. Er stond een groot 2 persoons bed met een paars dekbed. Mijn muuren waren wit met een licht paars en een roze streepje. De vloerbedenking was het hetzelfde als op de gang maar dan in het roze. Verder was het eigenlijk niet te beschrijven, zo groot, zo mooi in een woord nog beter als de hal. Ik pakte een blikje cola uit de roze mini koelkast. Aan de ene kant van mijn kamer zat een groot raam waar je een prachtig uitzicht had. In de verte zag je de bergen en een groot meer, meteen dacht ik aan het lognes monster.
“knok, knok”ť Geschroken draaide ik me om. Daar stond mijn geweldige o zo lieve broertje in de deuropening.
‘Wat moet je meneer-ik-vind-mezelf-o-zo-geweldig?’ gromde ik.
‘We moeten morgen naar school.’grijnsde hij.
Reacties:
yeah, school,
kom ik net vanaf,
kun jij ook niet zo'n kamer voor mij regelen,
een tweepersoonbed past er niet eens in,
maar mag niet klagen want ik heb al de grootste kamer van het huis,
nouja ongeveer,
verder sgat,
xx
Waauw mooi
snel verder
(mijn reacties zijn saai )