Hoofdcategorieën
Home » Twilight » Secrets » Hoofdstuk 1
Secrets
Hoofdstuk 1
Langzaam openden mijn twee grote groene ogen zich en geschrokken keek ik om me heen. Het enige wat ik kon zien was een groot groen weiland met af en toe een verdwaalde zonnebloem. Waar the hell was ik? Ik keek nerveus naar de andere kant en daar zag ik iemand in het hoge groene gras liggen. Het was mijn Jacob. Zijn ontblote borst ging langzaam op en neer, wat bewees dat hij sliep. Ik draaide naar hem toe en streek zachtjes met mijn vinger langs zijn kaaklijn. Ik schrok toen zijn mooie bruine ogen zich snel openden. Voor ik het wist zat hij rechtop, maar maakte geen aanstalten om zijn mooie lippen te bewegen. Ik glimlachte twijfelend, ik wist niet wat ik kon verwachten. Zou hij boos worden dat ik hem liet schrikken - ook al was het niet zo bedoeld - of zou hij lachen?
"Lekker geslapen?" vroeg ik, toen hij nog niets zei. Hij keek verward om zich heen, volgens mij had hij geen idee waar hij was.
"Jacob?" vroeg ik nu bezorgd. Hij keek me aan en toen pas herinnerde hij zich waar we heen waren gegaan en waarom. We zouden hier heen gaan om tot rust te komen, en ik denk dat dat redelijk is gelukt, ik denk dat hij hetzelfde voelt.
"Ja," antwoordde hij. Ik stond rustig op en liep een stukje om te kijken of ik niet duizelig zou worden.
"Ga je mee?" vroeg ik met een glimlach. Ik stak mijn hand uit naar hem die hij dankbaar aanpakte, maar ook vrij snel weer los liet. We gingen onderweg naar huis. Nou ja, huis. Jacob's huis.
We passeerden een weiland, nog een weiland en toen kwamen er huizen voorbij. Allemaal een andere kleur. De ene was groen, de andere blauw, rood, oranje en zelfs roze. Jacob leek verre van ontspannen, het gaf me het gevoel dat hij toch niet helemaal uitgerust was. Hij bleef om zich heen kijken en liep steeds verder bij me vandaan.
"Wat is er?" vroeg ik verbaasd, maar hij reageerde niet. Hij stopte niet met afstand nemen en ik voelde me toch lichtelijk paniekerig worden. Nog steeds keek hij om zich heen, zijn bruine ogen heen en weer schietend over de omgeving. Plots stopte hij met lopen, waardoor ik uit mijn gedachten op schrok en besefte dat we bij zijn huis waren. Hij stopte de sleutel in het sleutelgat en ik bedacht me niets toen de deur open gleed. Ik sloeg mijn armen om hem heen, duwde hem verder en smeet de deur dicht. Voordat ik de woorden zei, gleden er al tranen over mijn wangen.
"Schaam jij je voor mij?" kwam er gekwetst uit mijn mond. Ik wilde hem niet kwijt, echt niet. Maar als hij niet gelukkig met me is, kan ik maar beter verdwijnen.
"Wí¡t?!" riep hij geschrokken uit, ik deinde achteruit. Hij pakte mijn hoofd tussen zijn twee enorme handen en dwong me hem aan te kijken. Hij drukte zijn lippen teder op de mijne. "Hoe kom je daar in godsnaam bij?"
"Altijd als we buiten zijn dan.." begon ik te stotteren. Ik wist niet zeker of ik deze zin wel moest afmaken. Wat nou als we ruzie zouden krijgen, of nog erger? Ik wilde hem echt niet kwijt."stoot je me af," maakte ik mijn zin uiteindelijk af.
"Lieverd, dat is helemaal niet waar! Ik hou van jou," fluisterde hij zachtjes in mijn oor. Ik kreeg kippenvel over mijn hele lichaam en gaf te aan hem. We zouden het er nog over hebben, dit was nog niet uitgepraat. Ik drukte mijn lippen trillerig op de zijne en even leek alles perfect te zijn. Onze armen in elkaar verstrengeld, mijn handen door zijn haar, zijn armen om mijn middel en onze tongen die leken te versmelten in elkaar.
mooi mooi