Hoofdcategorieën
Home » Naruto » BANG~relation » ~Lie in your arms~
BANG~relation
~Lie in your arms~
Ik sluit mij ogen. Ik hoor de Shuriken op mij afkomen.
Verwijl wrede wereld…
Plotseling word ik naar achter getrokken, maat niet door een hand maar gewoon door een of andere kracht. Chakra misschien? Ik hoor de Shuriken net langs mij vliegen. Ik word opgevangen door iets of iemand. Van schrik open ik mijn ogen. Ik lig in de armen van Sasori.
“Sasori!”ť zeg ik verbaast.
“Je liet ons wachten… ik haat wachten…”ť zegt Sasori met zijn verveeld blik.
“Maar… hoe?”ť vraag ik.
Sasori onderbreekt mij.
“Geen vragen. Wees gewoon blij dat ik je leven heb gered.”ť
“Uhm… ja, dank je… wil je mij nu loslaten?”ť zeg ik met een ondertoon die laat blijken dat het eigenlijk geen vraag is.
“Je kan niet lopen. Ik blijf je vasthouden of je het nu leuk vind of niet”ť zegt Sasori met een toon die niet erg overtuigend klinkt.
“KAK JOU SASORI!”ť zeg ik boos.
De AMBU’s leken even verbaast van deze plotselinge verschijning van Sasori maar zetten de aanval weer in. Sasori krult zijn metalen “slang”ťom mijn middel.
“Sasori! Je gif dringt mijn Akatsuki-jas binnen!”ť zeg ik.
“Van een vieze jas ga je niet dood hoor”ť zegt Sasori terwijl hij uitwijkt voor een andere Shuriken.
“Maar van het gif wel!”ť zeg ik.
“Ach! Hou toch je mond.”ť
Ik zucht en kijk hoe Sasori nog meer Shuriken en naalden ontwijkt. Het AMBU-meisje spuit snel het tegengif in haar rechter arm en gaat de aanval weer in.
“Kijk uit. Zij kan mensen verlammen!”ť waarschuw ik Sasori.
“Ik ben geen mens meer. Weet je nog?”ť zeg Sasori verveeld.
“Ja, maar ik wel!”ť zeg ik boos.
“Je been is toch al verlamd. Ik heb niets aan je”ť zegt Sasori terwijl hij met mij nog steeds vast in een boom springt.
“En dank je…”ť zeg ik hem vernietigend aankijk.
“Hou je goed vast. We gaat een stukje vliegen”ť zegt Sasori mijn opmerking en blik ontwijkend.
“Vliegen?”ť vraag ik.
“Ja.”ť
Hij trekt zijn Akatsuki-jas uit.
“Draag het”ť zegt hij terwijl hij de jas in mijn handen duwt.
Ik trek een wenkbrauw naar hem op.
“En hoe vroeg je dat ook al weer?”ť zeg ik.
“Laat hem vallen en ik laat jou ook vallen”ť is het enige dat Sasori te zeggen heeft.
Ik zucht en druk zijn jas nog wat dichter tegen mij aan. Je weet nooit of hij het echt meent of niet, maar ik neem liever geen risico’s.
Sasori slaat zijn metalen “vleugels”ť uit. Ze beginnen snel te rond draaien. Sasori springt boven de boom uit en schiet zich nu op hogere hoogte tussen de bomen door. De AMBU’s komen achter ons aan maar kunnen ons niet inhalen.
“Wacht!”ťzeg ik plotseling.
“Als je iets daar vergeten bent heb je pech”ť zegt Sasori.
“Nee, Deidara! Hij moet nog ergens zijn”ť zeg ik bezorgd.
“Eerst ga ik jou dumpen. Je bent alleen maar een last. Daarna ga ik Deidara zoeken. Hopelijk houd hij het langer uit dan jij”ť zegt Sasori zonder ook maar een beetje bezorgd te klinken.
“Hé! Toevallig heb ik die bitch zijn leven gered hoor!”ť zeg ik.
“Ik het jouwe toch ook? Niets bijzonders.”ť
“Maar je had mij niet hoeven redden als ik die bitch niet had gered!”ť
“Dat was je eigen beslissing.”ť
Ik stop met deze discussie zonder einde.
Na een tijdje vliegen komen we bij de Akatsuki-basis aan. Sasori landt maar laat mij nog steeds niet los. Een bezorg uitziende Pain komt naar buiten gerent.
“Is ze oké?”ť vraagt hij meteen.
“Op een verlamt been en een hele grote mond na”ť antwoord Sasori.
Do’h! Stomme Sasori.
Pain komt op mij en Sasori en verbuigt bijna Sasori “slang”ťom mij vrij te laten. Na veel trekken en duwen ben ik verlost uit Sasori “slang”ťen lig ik in de armen van Pain.
“Uhm… leider… u had ook kunnen vragen of ik Kumo los wilde laten…”ť zegt Sasori wat in de war.
Pain geeft geen antwoord en loopt stug door met mij in zijn armen. Hij gaat de Akatsuki-basis binnen, maar in plaats van bij mijn deur te stoppen loopt hij door.
“Uhm… dat was mijn kamer…”ť zeg ik.
“Weet ik. Maar daar gaan we niet heen”ť legt Pain uit.
Hij loopt verder en stopt bij de deur van Kakuzu.
“Kakuzu. Ik ben het”ť zegt Pain.
Zo te horen staat Kakuzu van een stoel op en loopt naar de deur. Als hij de deur opent ziet hij er slecht uit.
“Kom binnen”ť zegt hij.
Kakuzu stapt aan de kant om ons binnen te laten. Mijn blik valt op de persoon die op één van de stoelen in de kamer zit.
“Kumo, un!”ť zegt Deidara.
Hij lijkt opgelucht. Ik zeg niets terug. Die bitch heeft mij gewoon in de steek gelaten. Pain stapt naar binnen en legt mij op Kakuzu’s bed.
“Dat is mijn bed”ť zegt Kakuzu.
Pain kijkt Kakuzu dreigend aan.
“Maar als je wil mag Kumo daar wel even op liggen”ť bedenkt Kakuzu zich.
“Brave Kakuzu. Misschien zal ik maar de helft van je geld verbranden”ť zegt Pain.
Kakuzu lijkt naar zijn hard te grijpen maar ik zie het niet goed vanaf zijn bed.
“Wat heeft ze?”ť vraagt Kakuzu.
“Haar been is verlamd”ť zegt Pain.
“Daar heb ik wel iets voor”ť zegt Kakuzu terwijl hij door een kast rommelt.
“Hier is het.”ť
Hij haalt een hele lange spuit uit zijn la en komt op mij af.
“I-ik moet een pr-prik?”ť vraag ik bang.
“Ja”ť zegt Kakuzu.
“Mooi niet. Als Kumo geen prik wil krijgt ze die niet! Zoek maar een ander middel om haar te genezen”ť zegt Pain Kakuzu dreigend aankijkend.
“Ik heb geen ander middel”ťzegt Kakuzu.
“Jammer, dan zal ik toch drie vierde van je geld moeten verbranden”ť zegt Pain met een dreigende toon.
“Het schiet mij net te binnen dat Sasori veel afweet over vergiftiging en verlammingen. Ik ga hem even zoeken”ť zegt Kakuzu gespannen.
Hij legt de naald terug in zijn la en gaat Sasori zoeken. Pain kijkt hem na naar.
“Kan ik je even alleen laten? Ik ga denk ik even achter Kakuzu aan om te kijken of Sasori een middel heeft voor je”ť zegt Pain.
Pain vroeg het maar wacht niet op antwoord en loop gewoon weg. Kak! Nu ben ik alleen met Deidara. Ik voel dat hij mij zit aan te staren maar negeer het.
“Gaat het, un?”ť vraagt hij.
Ik geef geen antwoord aan mensen die mij in de steek laten.
“Ik vroeg of het ging, un”ť zegt hij.
Nog steeds geef ik geen antwoord.
“Zeg alsjeblieft of het gaat, un”ť zegt Deidara met zo’n schattige bezorgde stem dat ik hem gewoon niet kan negeren.
“Nee”ť zeg ik bot.
Ik draai mijn rug naar hem toe.
“Waarom niet, un?”ť
“Waarom niet! Ik heb mijn leven geriskeerd om het jouwe te redden en je laat mij zitten!”ť
Er valt een stilte.
“Ik… ik ging gewoon…”ť
“Er gewoon vandoor!”ť
Ik voel dat Deidara niet meer naar mij kijkt.
“Ik wilde hulp halen, un”ť zegt Deidara.
“Had je toe wel bedacht dat één de Akatsuki-basis nog ver weg was en twee ik dood was geweest als Sasori niet plotseling was komen opdagen?”ť
Er vast een stilte.
“Nee. Dat was dom van me, un.”ť
Daar weet ik even niets op terug te zeggen.
“Ach. Vergeet maar wat er is gebeurt. Dan zal ik wel vergeten wat er met jou en Sasori toen gebeurde”ť zeg ik bot.
Ondanks dat het er bot uit kwam is het voor mij moeilijk mijn tranen te onderdrukken.
Reacties:
Lol.
Ik heb niet zo veel te zeggen.
Maar dit hoofdstuk was echt geweldig XD
"Kakuzu grijpt naar zijn hart"
Echt waar, dat was goud waard
Kakuzu: *flipt* WIE ZEI GOUD?! *W*
Amber: Uh... ._. *wijst naar Mo* Zij daar.
Mo: Wie? Wat?
Kakuzu: GELD!!! *bespringt Mo *
Amber: In deze wereld telt: Het recht van de sterkste, ieder voor zichzelf Senpai, ieder voor zichzelf 8D
omg, dat vind ik best zielig.. dat laatste.
ga je snel weer verder? =D