Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Teenage Wasteland [TC] » 50.

Teenage Wasteland [TC]

11 dec 2009 - 1:04

2699

34

1134



50.

Bill
Vijf jaar later.
Iemand heeft kwik over de wolken gegoten, want de hemel heeft een kolkende, zilvergrijze kleur waaruit de regen als één onafgebroken, fluisterend gordijn omlaag komt gevallen.
Het raam voelt fris tegen mijn voorhoofd. Zeven verdiepen onder mijn voeten strekt Brussel zich uit, de stad waar ik in vijf lange jaren van heb leren houden. Flatgebouwen, winkelstraten, cafés, het oude stadhuis, en in de verte het dak van de basiliek.
Ik duw me van het raam weg en zoek mijn weerspiegeling. Mijn gezicht. Het gladde melkmuiltje ben ik nooit helemaal kwijtgeraakt, maar er zit een schaduw op mijn wangen. De wenkbrauwpiercing is verdwenen, het litteken is zo goed als onzichtbaar. Geen make-up meer rond mijn ogen, en ik heb mijn haren niet meer zo kort gehad sinds mijn dertiende. De zwarte haarverf is echter gebleven, daar kon ik geen afstand van doen. Trouwens, ik blijf erbij dat donker haar bij me past.
En mijn kleren… Ik heb de termen onopvallend en casual leren aanvaarden. De bling blijft voorgoed in de kast, samen met de nagellak, de laarzen en de strakke jeansbroeken. Wie mij op straat ziet lopen, zou zichzelf er nog niet van kunnen overtuigen dat ik ooit Bill Kaulitz heette. En zoals steeds is de reden voor deze gedaanteverandering nooit ver uit mijn gedachten.

Het podium. Glycerine. Ons allerlaatste optreden. Na die zoen zijn we de coulissen in gerend, zonder ook maar één woord van uitleg aan onze geschokte crew, lijkbleke manager of nog steeds met stomheid geslagen fans. Georg en Gustav hadden iets van begrip in hun blik, maar zelfs voor hen was er geen tijd.
Gangen, deuren, naar de kleedkamers. Onze tassen, gsm’s, portefeuilles. Naar buiten, en Tom intussen met zijn gsm een taxi aan het regelen. Via de achterdeur naar de parking, over de afsluiting en zo naar de straat, waar een auto ons met draaiende motor stond op te wachten.
Nahijgend, met opengesperde ogen en nog steeds niet tot woorden in staat, vielen we elkaar op de achterbank in de armen. Tom gaf de chauffeur instructies. Loitsche. Thuis. Naar mam en Gordon. Hij stopte hem een honderdje toe en de man schakelde gehoorzaam zijn boordcomputer uit. Hij zou later verklaren dat hij die avond alleen een Franstalige dame en haar nichtje had vervoerd. Twee Duitse jongens? Niks gezien, meneer.
We sliepen de hele weg, tegen elkaar aangekropen. Afgesloten voor de chaos die we hadden veroorzaakt. Bewust wel, ergens heel ver weg in ons achterhoofd. Maar dat woog niet op tegen de verlokkingen van een paar uur slaap met niks dan het geruis van de snelweg en elkaars ademhaling.
We werden pas wakker toen de taxi voor de deur stopte. De straat was uitgestorven, we waren de hetze voorgebleven. Niet dat het lang zou duren, we hadden hooguit tot de volgende ochtend vooraleer een klein leger aan journalisten zich voor het hek zouden verdringen, smekend om een interview, schreeuwend of mam wist dat haar zoons het met elkaar deden.
Gordon deed open, aan de blik in zijn ogen te zien had hij het al gehoord. David had hen blijkbaar gebeld zodra hij voldoende gekalmeerd was om een nummer te kunnen vormen. Tom en ik hadden elkaar op het podium gezoend. Nee, geen vriendschappelijke zoen. Meer als in een liefdesverklaring. En daarna waren we de zaal uit gerend. Nee, niemand wist waarheen, het ging allemaal te snel.
Niemand zei veel. Mam huilde vooral, Gordon kauwde op zijn tong, Tom en ik deden het verhaal en Scotty probeerde onze gezichten te likken. Uiteindelijk zei mam iets wat moest doorgaan voor ‘Zolang jullie maar gelukkig zijn. Wij houden van jullie, vergeet dat nooit.’ Maar het was moeilijk te horen doorheen haar gesnik.
We namen afscheid, raapten nog wat kleren en een handvol herinneringen bij elkaar, en belden Andreas vervolgens op. Hij was al onderweg toen we hem te pakken kregen, had het nieuws gezien op televisie en had geraden waar we heen zouden gaan. Lieve Andy, de enige jeugdvriend die we nog over hadden. Op zo’n momenten besef je pas wie je vrienden zijn.
Een halfuur later stond hij voor de deur, bleek en trillend en op het randje van tranen. Geen uitleg, alleen een heel erg on-Andreas-achtige knuffel. Daar voelde hij zich normaal gezien te stoer voor, maar die houding was nu helemaal zoek.
Hij laadde ons in zijn auto na een veel te kort afscheid van onze familie en scheurde ervandoor. In de bocht doken Tom en ik tegelijk onder de zetels toen een busje met het logo van ZDF ons met gierende banden passeerde. Op slag voelde ik me vreselijk schuldig tegenover mam en Gordon en iedereen die we nu met dit circus achterlieten, maar een betere keuze was er momenteel niet.
Andreas bracht ons via de parkeergarage naar zijn appartement. Niemand zag ons, niemand sprak ons aan. Hij wees ons de logeerkamer en we crashten samen op het bed. In elkaars armen weggekropen sliepen we in, en we verroerden niet meer tot twaalf uur later.
De volgende ochtend belde Andreas een vriendin van hem, Lucy, die voor kapster leerde. Zij kon zwijgen, zei hij. Lucy kwam, knipperde niet eens met haar ogen toen ze ons herkende. Ze installeerde haar spullen aan de keukentafel en wenkte mij dichterbij.
Andreas hield zich groot toen mijn lokken eraf gingen, maar toen Lucy de schaar in Toms dreadlocks zette, barstte hij in tranen uit. Ik ging met een merkwaardig licht hoofd bij hem in de zetel zitten en hield mijn beste vriend stevig vast terwijl ik Tom in de gaten hield. Toen Lucy eindelijk met hem klaar was, had hij een kort kopje donkerblond haar. Het sprong nog een beetje alle kanten op, maar dat zou overgaan na een paar wasbeurten, zo verzekerde ze.
Tom bekeek zichzelf vanuit elke hoek in de spiegel, slikte even bij het zien van de slappe dreads op de grond en glimlachte toen dapper. Ik herademde, en Andreas veegde zijn gezicht af. Het was nog steeds mijn broertje.
We bleven bij Andreas logeren tot alles geregeld was. Georg, Gustav en David opgebeld. Het ontbinden van de band was het moeilijkste. Huilen over de telefoon is gewoonweg gíªnant. Andreas plunderde zijn hele contactenbestand leeg, vroeg elke vriendendienst op en liet zich in het krijt zetten bij iedereen die maar kon helpen, maar uiteindelijk wist hij het allemaal klaar te spelen. Onze bankrekeningen werden versluisd, zogezegd geblokkeerd door de platenmaatschappij. Hij regelde valse identiteitskaarten voor ons. En hij regelde onze dood.
Tom deed met veel moeite afstand van zijn Cadillac, die door een kennis van Andreas bij ons appartement werd opgehaald. Een dag later stond er een foto van het uitgebrande wrak in de krant, ergens in een ravijn in de Franse Alpen. ‘Wanhoopsdaad van Kaulitz-tweeling loopt fataal af’, blokletterde de krant. Niemand zou ooit weten dat de auto in feite leeg was, en twee anonieme lijken verdwenen onder de grond als Bill en Tom Kaulitz. Alleen onze familie, Georg en Gustav, Andreas, en David wisten de waarheid.
Het laatste wat Andreas voor ons deed, was een appartement helpen regelen. Eerst in Dortmund, maar Duitsland voelde niet veilig. En het continent af was dan weer te eng, dan moesten we bovendien aan visums zien te komen en dat was weer een hoop gedoe. De keuze viel op België, een land waarin een deel van de bevolking Duits sprak, en net groot genoeg om in te verdwijnen zonder onszelf te verliezen.


Dat is intussen onze realiteit van vijf jaar. Andreas is de enige uit ons oude leven die dit adres kent. Hij komt één keer in de maand langs met nieuws, en brieven van onze familie. Met Kerst zakken we steeds trouw af naar Loitsche, en iedereen doet hun best om pijnlijke onderwerpen te vermijden. Ze houden echt van ons zoals we zijn, maar het blijft moeilijk.
Toen we hier net een maand woonden, bracht hij ook een heel bijzonder pakketje van Finn. De foto van hem en Charlie die op haar kamer stond, siert nu een kastje in onze woonkamer.
Georg en Gustav onderhouden ook het contact via Andreas. Ze zijn intussen een nieuwe band begonnen, met twee gitaristen en een zangeres. Georg zou iets hebben met de nieuwe frontlady, de geschiedenis heeft blijkbaar de neiging zich te herhalen op de meest ironische manieren.
Tom en ik leven van onze doorgesluisde rekeningen. Volgens onze nieuwe identiteit zijn we allebei zonen van rijke industriële families die in ons onderhoud voorzien. Niemand stelt zich vragen over ons, het appartementsgebouw is groot en rustig, de meeste van onze medebewoners zijn oudere mensen. Het is hier te duur voor jonge koppels, dus de kans dat een oude fan onze gezichten herkent is nul. Winkelen doen we ook nooit samen en altijd in de rustige superette op de hoek. We hebben aan niks tekort, misschien hooguit aan wat sociaal contact.
Maar sinds vorig jaar hebben we ook op die verveling wat gevonden. Tom is privéleraar gitaar geworden en kan tegenwoordig zelfs noten lezen. Zijn leerlingen zijn te jong om hem te herkennen, dus dat zit wel goed. En ik? Ik schrijf columns en gedichten voor een paar tijdschriften en sites. Zowel in het Duits als in het Nederlands, een taal die ik in de voorbije jaren redelijk ben gaan beheersen.
En zo hebben Tom en ik intussen een echt leven. Als echt koppel. Want volgens onze nieuwe paspoorten zijn we geen familie. Dat stak in het begin wel wat, maar what the hell. Dat is maar papierwerk. Vanbinnen zijn we niet veranderd. Tom is mijn broertje en mijn liefde, omdat mijn hart en mijn hoofd dat zeggen. Daar kunnen ze met al het papier van de wereld nog niets aan doen.
De cd-speler geeft een zacht klikje op de achtergrond, ik had niet eens door dat hij nog speelde. Pas nu het stil word hoor ik het verschil. De cd-wisselaar zoemt, en een volgend plaatje begint te spelen. Meteen glimlach ik, loop naar het toestel en draai de volumeknop omhoog. Het mooiste nummer ter wereld. David Bowie. Heroes.

I, I will be king
And you, you will be queen
Though nothing will drive them away
We can beat them, just for one day
We can be heroes, just for one day

And you, you can be mean
And I, I'll drink all the time
'Cause we're lovers, and that is a fact
Yes we're lovers, and that is that

Though nothing, will keep us together
We could steal time, just for one day
We can be heroes, forever and ever
What d'you say?


Een sleutel wordt in het slot geschoven. Tom gooit de deur open, dumpt zijn schoudertas onder de kapstok en zet zijn gitaarkist voorzichtig tegen de muur. Zijn donkerblonde haar reikt tot net voorbij zijn oren en ik ben er intussen gewend om hem zonder lippiercing te zien. Hij rekt vermoeid zijn schouders, gooit zijn vest bij zijn tas op de grond, en merkt dan pas de muziek op. Glimlachend draait hij zich om.
‘Bowie, hé?’
‘Wat dacht je dan?’ antwoord ik. Hij slaat zijn armen om mijn middel en zoent me zachtjes op mijn mond.
‘Mooi nummer. Wil je dansen?’ Alsof dat een vraag is. Ik sluit mijn vingers om zijn hals en druk me tegen hem aan. Zacht neuriënd draaien we rondjes tussen de sofa, de salontafel, de tv, de kast, het raam en weer terug. Ik zing bijna vanzelf mee.

I, I wish you could swim
Like the dolphins, like dolphins can swim
Though nothing, nothing will keep us together
We can beat them, forever and ever
Oh we can be heroes, just for one day

I, I will be king
And you, you will be queen
Though nothing will drive them away
We can be heroes, just for one day
We can be us, just for one day


Tom haakt zijn voet achter die van mij, en ik laat me gewillig achterover glijden in de diepe kussens van de sofa. Hij kruipt bovenop me en drukt zijn lippen in korte vlinderkusjes op elke centimeter van mijn gezicht. Perfect getimed vallen we weer in met de muziek.

I, I can remember (I remember)
Standing, by the wall (by the wall)
And the guns, shot above our heads (over our heads)
And we kissed, as though nothing could fall (nothing could fall)
And the shame, was on the other side
Oh we can beat them, forever and ever
Then we could be heroes, just for one day


Met een tevreden glimlach nestelt Tom zich in mijn arm, sluit zijn ogen en legt zijn hand op mijn borst. Zijn duim tekent cirkeltjes over mijn hart.
‘Zal ik je eens wat zeggen?’
‘Wat?’
‘Het leven is best mooi.’

We can be heroes
We can be heroes
We can be heroes
Just for one day


--------------------


Fade-out. Het beeld vervaagt naar zwart maar de muziek speelt nog heel even door. Dan verspringt de geluidsband ook. Baba O’Riley van The Who vult de zaal en de aftiteling glijdt over het beeld.

- Teenage Wasteland -

Bill Kaulitz
Tom Kaulitz
Georg Listing
Gustav Schäfer
David Jost
Simone Kaulitz
Gordon Trümper
Andreas

as themselves

Faye Dunaway - Charlie Taylor
Cody Linley - Finn Taylor
Emma Anzai - Jade
Yasmine Lowens - Nicky



Dankwoord.
Het einde van Teenage Wasteland. Toen ik dit verhaal op 18 april 2008 startte (als experiment, op aanvraag van Elisa), had ik deze afloop stiekem al in gedachten. Om het nu ook effectief op papier te zien staan, is een vreemd gevoel. Maar niettemin een overwinning. Ik ben bijzonder trots op dit verhaal, ik heb hier veel uit geleerd en heb mijn schrijven enorm weten uit te diepen qua emoties.
Maar ik heb dit verhaal verre van alleen geschreven. Het is dan ook niet meer dan gepast om even tijd te maken voor een paar bedankjes.

Yasmine,
Voor haar niet-aflatende steun, ondanks het feit dat zij de hele verloop al kende. Ik weet het, ik kan mijn mond niet houden, het is een probleem waar ik mij bewust van ben. Zij is toch de originele TC-queen en mijn inspiratie in dit genre. Maar bovenal is ze een fantastische vriendin. Chicka, you know how much I love you.

Nadezh,
Zonder twijfel één van mijn trouwste fans, die er bij elke comment in slaagt mij te doen grinniken. Schatz, jouw enthousiasme is steeds weer zo heerlijk, en de steun doet deugd. Liefde, ook voor jou.

Inke,
Met voorsprong mijn oudste fan! Al sinds de eerste versie van mijn eerste fanfic volgt ze mij van site tot site. Ze heeft mij zien groeien, heeft de vaak lange wachttijden en overdaad aan nieuwe verhalen overleefd, en intussen ken ik haar ook zelf als een fantastische meid.

Ariadne,
Een heel bijzonder meisje, die trouw voor mij supportert en haar voeten veegt aan elk leeftijdsverschil. Als ik haar zou laten doen, ze reserveerde nu al een handtekening. Ari, je bent een schat en heerlijk geschift.

Renate,
Nog één van die vaste supporters waar ik intussen niet meer zonder kan. En als ze iets meer zelfvertrouwen had, kon ik alvast vragen om een stoel naast mij te reserveren op de boekenbeurs. Bromie, iloveyou.

Jolien,
Aangezien ik jou strikt genomen ken dankzij mijn geschrijf, en jij dit verhaal aan een waanzinnig tempo middenin de examens hebt bijgelezen. Dat, en nog zoveel meer, genoeg reden voor heel veel liefde van mij.

Elisa,
Omdat dit verhaal eigenlijk jouw idee was. Als zij niet was komen aandragen met ‘schrijf eens een homo-verhaal!’, was ik waarschijnlijk nooit aan dit verhaal begonnen. David Bowie in het laatste hoofdstuk, helemaal voor jou. Mijn hero.

Sarah,
Omdat ik er toch niet buiten kan om jou te vermelden. Want zonder ons gekribbel van -wat zal het intussen zijn?- twee jaar geleden, had ik überhaupt nooit de moed gehad om mijn eerste verhaal online te zetten. Heel veel liefs, sista.

Tokio Hotel,
Voor de inspirerende muziek en bandleden, en de fucked up fanbase die het hele TC-concept kan verteren. En mijn diepgemeende excuses aan de twins, het is niet persoonlijk bedoeld.

Mijn lievelingsbands,
Anders was ik er nooit in geslaagd om bij elk hoofdstuk een passend liedje te vinden. De lyrics en de muziek hebben mij geholpen in het zoeken naar de juiste woorden op dode momenten.

Alle lezers,
Wiens namen of nicknames ik niet vanbuiten ken, de anonieme lezers, de lezers zonder log-in op FanFic, Quizlet, THH of Hyves, of de mensen die dit lezen in een eventuele gestolen versie (just in case they’re out there: I can see you!). Stiekem hou ik van jullie allemaal.

Special thanks to The Who!
Voor het nummer Baba O’Riley, waar ik mijn titel vandaan haalde.

En nu rest er mij alleen nog dit. Ik hoop dat iedereen genoten heeft van dit verhaal, en een tip voor alle TC-fans: coming soon by CosmicPurple productions, The Westermarck Effect.
Dat was het dan, lieve lezers. Thank you and good night.

Dorien <3


Reacties:

1 2 3 4 5 6 7

Laine
Laine zei op 17 jan 2011 - 12:15:
‘Zal ik je eens wat zeggen?’
‘Wat?’
‘Het leven is best mooi.’


jorinloveth
jorinloveth zei op 12 april 2010 - 22:40:
ik heb dit verhaal op quizlet gelezen (kben AngelScream)
en ik wilde toch ook even hier een reactie zetten (;

het is echt prachtig!
en met zo veel gevoel!
echt machtig!


xNadezhda zei op 11 april 2010 - 16:46:
Jezus, ik huil alweer.


THxDORIEN zei op 1 april 2010 - 20:14:
Ik had hem op Quizlet al gelezen en ik blijf er bij dat deze storie echt geweldig is.
En zeker weten dat ik hem nog vaak zal lezen.
Jooooooooh ik heb er gewoon geen woorden voor.


TomEnDoos
TomEnDoos zei op 9 maart 2010 - 22:26:
ik heb je hele verhaal gelezen.
ik zal je vertellen er zaten gwoon tranen in mijn ogen hoe mooi t was <3
<33333333 n_n