Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » I can't live if living is without you. » 5.
I can't live if living is without you.
5.
"Nou, je zusjes houden toch ook van Tokio Hotel en.." begint ze. Ze kan haar zin niet afmaken want ik vlieg haar om haar nek. Dan laat ik haar los en kijk ik haar glinsterend aan. "Weet je wel niet hoeveel dit voor me betekent?" weet ik uiteindelijk uit te brengen. Ze kijkt me glimlachend aan als ik mijn mobiel pak. Ik zoek een nummer op en druk op het groene knopje."Met Laura." klinkt er hijgend door de telefoon. "Waar ben je?" vraag ik opgewonden (oke, ik word niet geil FPRIVATE "TYPE=PICT;ALT=Razz" ). "Ik ben samen met Astrid aan het NAAKTZWEMMEN" gilt ze door de telefoon. "NEE, OMG" gil ik. Ik hoor gegil en gelach aan de andere kant en schiet in de lach. "Nu even serieus" zeg ik lachend. "We zijn thuis, met water aan het klooien!" roept ze hijgend. Ik hoor weer gegil en ik begin te hyperventileren. "Ik en Carina komen eraan, we hebben een verassing!" roep ik hard tegen de telefoon. Ik druk snel de telefoon uit en laat me weer achterover vallen. "Lets go." zeg ik nog. Carina sluit haar pc af en ik trek ongeduldig aan haar mouw als we eindelijk weg kunnen gaan. Ze pakt haar fiets en ik spring achterop. Ik hou me goed aan haar vast want ze slingerd nogal zodat mijn voeten steeds een de stoep raken. Als we er zijn spring ik opgelucht van de fiets. Ik plof op mijn knieén en kus de grond. "GROND" gil ik en weer kus ik de grond, oké, ik heb echt een psyghiater nodig. Carina gaat lachend op mijn rug zitten en ik doe zo'n rodeo - paard na. Later liggen we gierend op de grond. "Ahum" hoor ik iemand zeggen. Ik kijk omhoog en er staat een raar wezen boven me, Laura dus. Ze laat gevaarlijk een klodder spuug boven me hangen. Ik kijk haar angstig aan. "NEE, NEE LAURA!" gil ik lachend. "Wat is er broetje?" grijnst ze. "Nou.." begin ik en ik doe alsof ik na denk. Ik krijg een klodder spuug in mijn haar en sta gillend op. "Verdomme, Laura!" krijs ik terwijl ik het vieze spuug uit mijn haar probeer te krijgen. "We hebben kaartjes voor Tokio Hotel, ook voor jullie twee." zeg ik dan shaggarijnig. Laura en Astrid, mijn twee zusjes beginnen hyper te springen en gillen waardoor ik en Carina in de lach schieten. We beginnen met ons vieren te gillen tot we moe en schor worden. "Het concert is volgende week." zeg ik dan heel droog.
Als we een uur later zitten te genieten vn een biertje zet ik de Tv aan. Tokio Hotel - Der Letzte Tag. We zingen met ons allen mee en dan krijg ik een idee. "Zullen we naar die discotheek gaan?" vraag ik. Ik kijk iedereen aan, natuurlijk niet te gelijk. Ze stemmen opgewekt toe en als we ons eindelijk klaar hebben gemaakt, eten, douchen, omkleden, make-up en alle andere zaken kunnen we gaan. We staan net voor de deur als Astrid een moeilijk gezicht trekt. "Wat is er?" vraag ik grijnzend. "Ik moet naar de wc" zegt ze moeilijk. Ik, Carina en Laura zuchten en Astrid rent naar binnen. Als ze weer buiten staat lopen we richting de discotheek. We hebben dus geen Bob of Bob - in nodig om weer thuis te kunnen komen. Ik open mijn ogen. Koppijn. Kater. Nog zes dagen. Oké, niet door flippen, Mark. Ik loop in mijn boxer naar beneden om een biertje te pakken. "HENRIE, DOE NORMAAL" hoor ik mijn moeder gillen. Oh my Kaulitz. "IK BEN HET ZAT! WE GAAN NU SCHEIDEN!" schreeuwt mijn vader. Nee, ze mogen niet scheiden! Ik loop door naar de kamer en zei daar mijn moeder huilend en mijn vader die een rood hoofd heeft van het schreeuwen.
"Goeiemoggí»h" mompel ik zo normaal mogelijk. "HOU JE BEK" schreeuwt mijn vader tegen me terwijl hij met een hand op de salon tafel slaat. "Man, relaxt" zeg ik zacht. Ik hoor mijn vader steeds dichterbij komen en ik draai me zelfverzekerd naar hem toe. Ik heb me nog maar net omgedraait als ik ineens een vuist tegen mijn wang aan voel klappen met een enorme kracht en ik wankel iets naar achter. Hij..hij sloef me, hij sloeg me gewoon! Ik loop geschrokken naar de kelder. Daar pak ik een tas en stop daar drank en bier in. Ik loop met grote stappen naar buiten, naar het parkje. Daar aangekomen plof ik in de bosjes en open een fles. 'Hij sloeg me' gaat er door me heen. Ik begin zachtjes te zingen en nog geen nummer later glijden er tranen over mijn wangen. Ik stop met zingen en zet de eerste fles aan mijn lippen. Ik voel de heerlijke gevoel van alcohol mijn hersen overnemen en ik neem de ene fles na de andere. Mijn problemen wegzuipen, heerlijk. Ik voel zelfs de pijn die zonet in mijn wang kroop niet meer, zelf het tintelen niet. Op een gegeven moment laat ik mijn laatste halfvolle fles op de grond vallen en word alles zwart.
Auw. Hoofd, pijn. Lichaam, pijn. Ik open mijn ogen en sluit ze weer als ik merk dat het regent. Heerlijk, regen. Het verkoelt mijn wang die weer pijn begon te doen. Ik val weer in slaap.
"Jongeman? Alles goed?" hoor ik iemand vragen terwijl diegene aan mijn schouder schud. Ik open mijn ogen en zie een best wel jonge vrouw over me heen gebogen. Ik ga verward zitten en de vrouw kijkt me ongerust aan. "Ja, het gaat wel." mompel ik dan maar. "Kom, ik neem je mee zodat je je kunt opknappen" zegt ze vastbesloten. Ik kijk haar aan, ik zie haar dubbel. Wow, dat is niet goed. Ik probeer op te staan, maar ik val weer in de bosjes als ik sta. Ze vrouw geeft me een hand en trekt me omhoog. Ze legt mijn arm om haar schouders em zo 'lopen' we naar haar huis. Ze legt me op een groot bloemetjes bank en loopt de keuken in. Even later komt ze terug met een, blijkbaar nat doekje. Ze legt deze tegen mijn wang en ik voel gelijk een paar steken. Ik laat me in de bang weg zakken en sluit mijn ogen.
Ik open mijn ogen weer. Auw, alles doet pijn. "Zo, je bent eindelijk weer wakker." hoor ik de vrouw zeggen. "Hoelang heb ik geslapen?" vraag ik zo beleefd mogelijk. Mijn hoofd knalt bijna uit elkaar van de hoofdpijn. "Vanaf toen ik je vond? Hmm, twee dagen." antwoord ze waarna er een kleine glimlach op haar gezicht verschijnt. Ik glimlach, maar van binnen huil ik hartverscheurend. 'Papa, waarom doe je mama dit aan? Waarom mij? En waarom mijn lieve zusjes? Ik haat je, ik wil je nooit meer zien.' gaat er door me heen. "Wil je vertellen wat er gebeurd is?" zegt ze als ze bij me op de bank komt zitten. Ikzelf ga ook zitten en ik knik voor zover dat wil. "Woensdag ga ik na het Tokio Hotel concert met mijn zusje en mijn beste vriendin. En ik wou, toen ik het laatst thuis was dus wat drinken pakken. Toen hoorde ik mijn vader schreeuwen dat hij wou scheiden en zei ik iets, toen sloeg hij me." begin ik te vertellen. Mijn ogen beginnen te branden en niet veel later legt de vrouw een hand op mijn schouder. Niet veel later glijden er warme tranen over mijn wangen. "En..en..toen heb ik een paar flessen drank en heel veel bier gepakt en toen vond u me.." snik ik. Ze omhelst me onverwachts en ik huil haar schouder nat.
Als ze me los laat kijk ik haar door een glaas van tranen aan. "Het is goed" zegt ze zacht. Ik knik dankbaar. "mag ik u wat vragen?" vraag ik dan beleefd. "Ja zeker mag dat, en noem me maar jij hoor" zegt ze met een knipoog. "Hoe heet u..eh..je?" vraag ik verlegen. "Haha, Angela. En hoe heet jij?" vraagt ze lachend. "Ik heet Mark" zeg ik dan ook lachend maar dan kijk ik weer verdrietig. "Wat is er?" vraagt ze bezorgd, ze is inmiddels ook gestopt met lachen. "Zou ik even mogen bellen?" vraag ik. Ze knikt glimlachend en ik sta op. Ik loop de achtertuin in en pak mijn mobiel uit mijn zak. Hij stond uit, oh, ja, ik wou niet wakker worden. Whatever. Ik zet mijn mobiel aan en er komen binnen nu en vijf seconden allemaal Voicemail smsje en gemist oproepen. Ik bel naar Carina.
"Hoi?"
"Hier is Mark."
"MARK!! WAAR BEN JE VERDOMME, IK MAAKTE ME DOOD ONGERUST!"
"Sorry, mijn ouders gaan scheiden."
"Oh my kaulitz." Even is het stil aan de andere kant. "Waar ben je nu dan?"
"Angela, die ben ik onderweg tegen gekomen. Ik slaap hier nu twee dagen, in halve coma. Maar toch." zucht ik.
"Hoezo halve coma?" Ik hoor haar verbazing en angst in haar stem.
"Ik heb twee dagen geslapen omdat ik mezelf kapot gezopen had."
"Oh my Kaulitz. Ga je nog wel naar het concert?"
"Of course wel.. Maar wil jij Laura of Astrid bellen om te zeggen dat ik goed terecht ben en dat ik morgen thuis kom?"
"Ja, is goed. Maar dan ga ik weer, mijn zusje loopt irritant te springen. Hou van je, doei."
Tuuuuut tuuuuut tuuuuut.
Ik stop mijn mobiel weer in mijn zak. Angela komt er weer aan gelopen. "Waren je ouders boos?" vraagt ze bezorgt. Ik schud mijn hoofd. "Ik heb mijn beste vriendin gebelt." mompel ik dan.
IK HAAT ZIJN VADER! Ik verneuk die lelijke kop van hem. --'
Ik vind het echt soow erg hé, als iemand zijn bloedverwanten slaagt.
Daar krijg ik het van! :o
En Angela is erg lief <3