Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » 1 Litre of tears » Hoofdstuk 5

1 Litre of tears

3 jan 2010 - 10:08

2360

1

279



Hoofdstuk 5

Voor Aya Kito.

4

Voor de tweede keer in mijn leven liep ik met dit gevoel het ziekenhuis uit, dacht ik twee seconden dat het goed was, word ik opnieuw geconfronteerd met een andere ziekte.
Eentje die misschien wel veel erger is. Eentje die misschien wel langer duurt. Eentje die mij zal verwoesten tot op het bot.
In het park ging ik tegen een sakura boom aanzitten, ik keek naar de laatste bloesem die nog aan de bomen hing. Het meeste lag al op de grond en was vertrapt, er viel van de boom precies een bloesem naast mij. Is het voorbestemd? Ik denk het wel ja, net als de ziekte die voor mij was bedoeld. Ik pakte de sakura op en keek er naar, aan de buitenkant was hij nog redelijk mooi, hij had tenminste zijn kleur nog, toen ik de blaadjes opzij duwde zag ik dat hij al aan het verleppen was.
We zijn het zelfde dacht ik.
"Mooi aan de buitenkant, ziek van binnen." hoorde ik Yuki-sensei zeggen.
"Spinocerebellar ataxia, laten we het voor het gemak SCA noemen, is erg gemeen.
Op het begin merk je er niks van, je denkt dat je een beetje onhandig bent geworden. Je laat namenlijk vaak dingen vallen, na een tijd -dit kan jaren duren- begin je ook de controle over je benen te verliezen. Je staat dan bijvoorbeeld en bij maar een kleine aanraking val je om.
Uiteindelijk beland je in een rolstoel, je kan nauwelijks tot niet meer lopen.
Vervolgens gaat je spraak vermogen achteruit, je gaat langzamer praten en later op de Pa ta ka manier. Dit zijn de algemene aandoeningen van Spinocerebellar ataxia, natuurlijk kan je ook meer krijgen. Het ergste er van nog is dat er maar heel weinig dokters zijn die deze ziekte kennen, SCA komt sporadisch voor."
"Maar Yuki-sensei, je kan het genezen, je kan het toch genezen?" vroeg ik huilend.
"Ik heb er eerder onderzoek naar gedaan, maar de kennis die ik er van heb is veelal uit boeken. Eén keer eerder heb ik iemand ontmoet die SCA heeft, ik heb hem achteruit zien gaan."
"Yuki-sensei, beantwoord alsjeblieft mijn vraag, kí¡n je het genezen?"
Hij keek mij aan, en schudde zijn hoofd.
Woesh, mijn laatste hoop verdween, ik voelde het zo mijn lichaam uitwaaien.
Tranen stroomde nu nog heftiger over mijn wangen heen, ik begon te shaken.
Zo af en toe zag ik Yuki-sensei door mijn tranen heen, dan keek hij mij aan niet wetende wat hij kon doen.
Te druk was ik bezig met andere dingen bezig dus ik verslikte me, tenminste ik dacht dat ik mij verslikte. Ik probeerde adem te halen, maar dat lukte niet. Hoesten, hoesten, hoesten, ik kon alleen nog maar hoesten. "Maxime-san." hoorde ik Yuki-sensei nog zeggen en het licht ging uit.

Toen ik weer wakker werd lag ik in een ziekenhuis bed, ik zag Yuki-sensei, Ito-sensei en een verpleegster.
"Ben je er weer?" vroeg Ito-sensei vriendelijk.
Ik knikte, ik greep naar mijn keel, het leek wel of hij zo verbranden.
"Wil je wat water meisje?" vroeg de verpleegster.
Alweer knikte ik.
"Zo dat was even schrikken he Yuki?" zei Ito-sensei en gaf Yuki-sensei een bemoedigend klopje op zijn schouder.
Yuki-sensei nam het woord, "Maxime, dit was een van de bijwerkingen waar ik het overhad. Als je overstuur raakt, heb je minder controle, en dan val je weg, net als nu."
Ik nam een slokje water.
"Mag ik weg nu?" vroeg ik schor, Ito en Yuki-sensei knikte allebij, "Wees voorzichtig." zei Yuki-sensei nog snel.
Langzaam besefte ik dat ik weer in het park zat met de sakura in mijn hand.
Het begon al donker te worden dus ik stond op en liep naar huis.
Ik dacht nog aan de belofte die Yuki-sensei mij had gemaakt, "Wat er ook gebeurt, ik blijf altijd aan je zeide."
Mijn deur kwam in zicht, opeens dacht ik weer aan Kanjiro, hoe lang ben ik weg geweest? Ik keek op mijn horloge, acht uur, hoe laat ging ik weg? Ik heb geen idee.
De gordijnen waren nog steeds dicht, misschien was Jiro weer weg? Ik liep naar binnen de deed de deur weer opslot. Zonder te kijken of er iemand in mijn huis was liep ik naar mijn slaapkamer, ik deed mijn pyama aan en ging slapen.
De volgende morgen werd ik vroeg wakker, het was weekend, maar ik had geen zin om nog een minuut langer te blijven liggen dan nodig was.
Is stond op en deed mijn jogging pak aan, rennen dacht ik alleen maar, zolang het nog kan wil ik rennen.
Net toen ik naar buiten wilde gaan merkte ik Kanjiro.
Hij zat chagrijnig aan tafel.
"Goedemorgen." zong ik.
Hij bromde wat, "Ik ben weg." riep ik en ik liep naar buiten, de vogeltjes floten een prachtig liedje, het zonnetje scheen, er was een heerlijk briesje.
"Waar denk jij naar toe te gaan?" zei Kanjiro en hij sleepte mij weer naar binnen.
"Eh? Waar heb jij het over?"
"Eerst loop je huilend weg, sluit je jezelf op in de badkamer, krijg je telefoon van het ziekenhuis, ren je weg, blijf je vervolgens van 9 tot 8 uur 's avonds weg. Ik wacht de hele dag ongerust op je, ben je eindelijk weer thuis, zeg je niet eens gedag, je loopt zo naar je bed toe. Kijkt me aan als je er in ligt, praat niet tegen mij, geeft geen antwoord. En de volgende ochtend zing je vrolijk "Goedemorgen" en loop je weer weg! Wat verwacht je nou van mij?"
Ik keek hem verbaasd aan, "Ik.. was in het ziekenhuis." begon ik.
"Ja? En?" zei hij ongeduldig.
"Ik, we hadden het over mijn test resultaten."
"Ja? En?"
"Ik moest nog een paar andere tests doen."
"Ja? En?"
"Er is niks meer te ennen!"
"Jawel, wat was het resultaat?"
"Nou gewoon ik weet het niet precies, maar ik ga nu. Even joggen voor het geval dat je dat ook nog wilt weten."
Snel sprintte ik weg, mijn gedachte schakelde ik uit en zette mijn benen aan het werk.

Uitgeput was ik toen ik weer thuis kwam.
Kanjiro zat op de bank, hij haalde diep adem en zei "Max, we moeten praten."
Hij had gelijk, ik had antwoorden nodig, Kanjiro klopte op de bank en gebaarde dat ik moest gaan zitten.
Ik ging zitten, "Vertel mij eens, waarom moet jij zo vaak naar het ziekenhuis?"
Ha! Moest ik nu werkelijk hem alles vertellen?
"Volgens mij ben jij mij eerder een verklaring schuldig." wierp ik tegen.
Kanjiro schudde zijn hoofd, "Eerst jij dan ik."
"Zo gemakkelijk gaat dat niet, toen ik het je wilde vertellen, rende je weg en verdween je voor twee weken."
"Nu blijf ik zitten, dat beloof ik."
Ik keek hem aan, "Eerst jij, waarom rende je weg?"
Hij zuchtte diep, "Ik heb slechte herinneringen aan dat ziekenhuis, mijn moeder overleed daarin. Ik ben bang dat als ik nog een keer met iemand daar naar binnen ga dat er weer iemand weg gaat."
"Dus besloot je om gewoon weg te rennen?"
"Ik had wat moeten zeggen natuurlijk, maar ik klapte volledig dicht."
"Waarom bleef je twee weken weg, en kom je terug vol wonden en ga je niet terug naar je eigen appartement?"
"Toen ik weg rende ging ik terug naar mijn vader, ik bleef daar twee weken. Niet iedereen was helaas blij met mijn terugkomst. Ik had veel ruzie met oude vrienden en vijanden, het liep uit tot vechten, heel vaak vechten.
De enige manier voor mij om te ontsnappen aan hen was door mij hier te verstoppen. Alleen misschien was dat niet zo'n slimme actie, als ze er achter komen dat ik hier ben, ben jij ook niet meer veilig. Sorry dat ik jou in deze situatie heb gebracht."
Ik knikte en ging wat dichter bij hem zitten, "Laat mij nog even naar je wond kijken." zei ik om zijn aandacht af te leiden van mijn verhaal.
Hij trok zijn T-shirt uit en ik haalde de pleister van zijn borst af.
Het zag er goed uit, het had al een korstje gekregen. Ik maakte het nog even schoon en plakte er een nieuwe pleister op.
"Max." zei Kanjiro aarzelend, "Zou ik hier kunnen blijven wonen? Mijn appartement is door mijn vader opgeheven, ik kan nergens anders heen."
"Natuurlijk kan dat, ik ben soms best eenzaam hier. Een beetje gezelschap kan ik wel gebruiken."
Er verscheen een grote glimlach op zijn gezicht.
Het was zo aantrekkelijk, ik kon het niet laten om zijn gezicht aan te raken.
Voorzichtig streek ik met mijn hand over zijn wang. Het voelde zo zacht aan, ik keek diep in zijn ogen, maar ving geen enkele emotie meer op, zijn gezicht was blanco geworden.
Ik trok mijn hand terug en ging met mijn rug naar hem toe zitten. Wat dacht ik wel niet? Zomaar een jongen strelen, dat was niet ik.
Jiro's armen sloegen zich om mij heen en trok mijn lichaam tegen de zijne aan.
Ik voelde het kloppen van zijn hart en mijn lichaam bewoog mee op het ritme van zijn andemhaling, we lagen voor een lange tijd op de bank. Jiro's rechterhand streelde de linkerkant van mijn gezicht en zijn rechterhand had de mijne vast.
"Vind je het niet gek?" zei Jiro na een lange stille tijd.
"Wat moet ik gek vinden?" vroeg ik.
"Nou, meestal als ik een meisje leuk vond, nam ik gelijk actie, maar bij jou is dat anders. Ik wil niet te overhaast zijn, jij bent speciaal."
Mijn hart maakte een sprongetje.
Hij begon te lachen, "Zelfs in je hand voel ik dat je hart sneller klopt." zei hij.
Ik schaamde mijn een beetje, want ik kon niet het zelfde zeggen. Hij zat er lekker relaxed bij, terwijl ik bloosde.
"Waar denk je aan?" vroeg Kanjiro.
"Ik, ik verbaas mij er over dat jij zo kalm bent."
"Ben jij dat niet dan?" vroeg hij ongeloving.
"Nee, al die gevoelens die mij nu binnenkruipen. Ik kan ze niet plaatsen."
"Dat is erg ingewikkeld. Weetje ik ben blij dat ik bij jou ben gekomen, eerst wilde ik je niet lastig vallen, maar ik kon het niet. Ik moest gewoon bij je zijn. Nu, morgen, voor altijd."
"Is dat niet een beetje overdreven? Je hoort het mensen de heletijd zeggen en na een paar dagen krijgen ze ruzie en gaan ze uit elkaar." zei ik zacht.
"Ja, daar heb je misschien wel gelijk in, maar ik ken mijzelf en ik wil jou nog beter kennen."
Ik smolt gewoon, "Denk je daar echt zo over? Ik had je anders ingeschat, een beetje onverschillig. Je snapt wel wat ik bedoel, jij kent jezelf."
Hij lachte zachtjes, "Ik begrijp je wel ja, maarja uiterlijk is niet alles. Sommige mensen kun je goed inschatten, zo iemand als jij."
"Ik?"
"Ja, jij. Ik weet precies wat ik aan je heb, net als dat ik weet dat jij nu heel erg om het orspronkelijke onderwerp heen draait."
Kut
"Vertel mij eens, waarom moest je naar het ziekenhuis?"
Ik bleef stil. Hij zei net dat hij voor altijd met mij wilde zijn, moet ik dan nu al zijn hart breken door te zeggen dat ik heel erg ziek ben?
"Sommige dingen zijn gewoon moeilijk om te vertellen, maar het geeft opluchting."
Ik ging rechtop zitten, en draaide mijn positie.
Kanjiro ging ook rechtop zitten, onze gezichten waren op één centimeter van elkaar vandaan.
Zijn zoete ademhaling blies hij op mijn gezicht, ik keek hem aan.
Hij kwam nog dichterbij, hoe was het mogenlijk dat zijn lippen de mijne nog niet aanraakte?
"Wat is er mis?" vroeg Jiro.
"Niks." verluisterde ik.
"Waarom leun je dan steeds verder weg?"
"Doe ik dat?" hij had gelijk ik voelde mijn rug protesteren.
"Ik denk dat ik een beetje nerveus ben." bekende ik.
Ik leunde weer naar voren en Jiro wat naar achter.
"Niet nerveus zijn, ik doe je geen pijn." zei hij zo zacht dat ik niet eens zeker weet of hij het wel had gezegt.
Niet dat hij mij nog wat kon schelen, toen zijn zachte lippen de mijne raakte was ik van de wereld af. Het enige waar ik nog besef van had was Kanjiro, dat zijn lichaam tegen de mijne aan leunde.
Dat hij mij Max liet vergeten, daar was ik hem dankbaar voor. Helaas, kon ik hem niet gelukkig maken, misschien nu. Voor deze korte tijd.
Hij verbrak de zoete kus, mijn eerste kus, mijn dierbare herinnering.
"Maxime." zei hij.
Ik legde mijn armen in zijn nek en omhelsde hem. Met zijn handen wreef hij over mijn rug.

"Ben je er nu klaar voor om mij te vertellen over het ziekenhuis?" vroeg Kanjiro na een tijdje.
"Ik vind het moeilijk om het er over te hebben. Ik ben bang, ik ben zo bang."
"Max, waar ben je dan bang voor?"
"Ik ben bang om alles te verliezen. Als je dit zou horen, wat zal je wel niet denken? Zou je weer weg gaan? Zou je medelijden hebben? Zou je bij mij blijven? Ik ben bang om jou te verliezen. Vanwege dit alles ben ik al mijn vrienden thuis verloren. En na een tijdje zal ik alles verliezen."
"Wow, Max, even terug naar het begin, je weet niet hoe ik zal reageren, maar ik vind wel dat ik recht heb op de waarheid."
"Oke, als je het echt wilt. Toen ik hier heen kwam was mij verteld dat ik een tumor in mijn hoofd had zitten." Ik vertelde hem mijn hele verhaal, ik heb veel tranen gelaten tijdens dat gesprek. Kanjiro onderbrak mij geen een keer, toen alles er uit was voelde ik mij zo leeg.
Opeens leek het zo veel dicher bij, werkelijker. Nu iemand het wist, kon ik het beter accepteren.
"Max, ik.. Ik, is dit echt waar?"
"Ik wilde dat ik nee kon zeggen, maar dat kan ik niet."
"Vind je het ook niet warm hier binnen?" zei Kanjiro.
Ik schudde mijn hoofd, het was ijskoud.
"Ik moet even wat lucht hebben." zei Kanjiro en liep naar buiten.
Nog harder begon ik te huilen, weer iemand die mij verliet.
Was ik dan echt helemaal alleen hier?
Was er echt niemand die mij begreep?
Het was nog maar pas middag, maar ik was leeg, uitgeput. Alweer.
Ik stond op en liep naar mijn bed, toen ik wilde gaan zitten, kon ik mijn knieën niet buigen. Ik kon niet gaan zitten. Uit woede liet ik mijzelf voorover vallen, dit hielp, ik kon nu normaal gaan liggen.
Ik doezelde in slaap, een droomloze slaap. Het leek alsof ik pas vijf minuutjes lag, tot ik wakker werd gemaakt.
"Max, maak je geen zorgen. Ik blijf bij je, voor altijd."
Hij ging naast mij liggen en sloeg zijn armen om mij heen.
Zo in zijn armen, zo veilig viel ik weer in slaap. Dit keer met een glimlach om mijn gezicht.

I don't want to cry anymore.
Losing makes me frustrated.
If you feel frustrated, do something about it!
I can't continue to lose.


Reacties:


missxangel
missxangel zei op 14 dec 2009 - 23:13:
Wow dit verhaal wordt steeds mooier en mooier!!
Ik wil snel meer