Hoofdcategorieën
Home » Overige » The Fairies' Tale » Chapter 6
The Fairies' Tale
Chapter 6
Nadezh POV
Het is tegen vier uur ’s nachts, maar in onze kamer wordt niet geslapen! Dat kan ook moeilijk, we zitten onder Dorien en River - en Yasmine en Johnny zijn trouwens ook nog lekker bezig. Echt hoor, die spoken weer! In slaap vallen lukt wel als je naar boven gaat vóór zij dat doen, maar als je ’s nachts naar de wc moet of gewoon wakker wordt, kom je nooit meer in slaap. En jawel, Bill had natuurlijk precíes om drie uur ’s nachts nood aan het kleinste kamertje.
Er wordt op de deur geklopt. Kay en ik kijken op, Bill - die naast mij tegen de kussens hangt - begint prompt te zingen. ‘Daar wordt aan de deur geklopt, hard geklopt, zacht geklopt! Daar wordt aan de deur geklopt, wie zal dat zijn?’
Ik geef hem een duw en hij valt prompt om, van het bed af. ‘Als je dat zo graag wilt weten, ga maar kijken.’
Zijn hanenkam komt boven de rand van het bed uit, gevolgd door zijn befaamde puppyoogjes. Hij kijkt me zo lief aan dat ik bijna zelf naar de deur ren, maar Kay geeft me van achter een duw en sist: ‘Niet toegeven! Hij is nu toch al van bed af.’
Daar heeft ze gelijk in, bedenk ik me, en wijs naar de deur. Bills puppyoogjes verdwijnen meteen, hij steekt zijn tong naar me uit en huppelt zo’n beetje naar de deur. Ik nestel me weer in de kussens, maar het volgende moment wordt het bed bestormd door onze kelderlogés. Daniëlle stort zich bovenop mijn twin, Georg vindt het blijkbaar grappig om zich op mij te laten vallen. Daar is Bill het dan weer niet mee eens en doet een dappere poging mij van zijn bassist te redden, met als gevolg dat we binnen vijf seconden in een spartelende kluwen over het bed rollen.
‘Hallo!’ klinkt er plotseling onder Bills hanenkam vandaan. ‘Ik wil niet dood of zo?’ Het is Kay, die zich onder de rest vandaan worstelt en mij aan mijn enkel van het bed af trekt. ‘Zo,’ zegt ze en strijkt hijgend haar kleren glad. Dan knijpt ze haar ogen tot spleetjes, alsof ze twijfelt tussen in lachen uitbarsten of met haar voet op de grond stampen.
Georg zet Daniëlle overeind, Bill kruipt naar het voeteneinde en probeert de schade aan zijn haar in te schatten. Ik grinnik even, maar zet dan mijn handen in mijn zij en priem een vinger naar onze onwelkome gasten.
‘Keldermensen! Wí¡t is de afspraak ook alweer?’
Ze kijken elkaar even aan en scanderen dan braaf: ‘What happens in the basement, should stay in the basement!’
‘Precies!’ Ik spring van mijn ene voet op de andere en knijp dan mijn ogen tot spleetjes. ‘Kijk om je heen! Is dit de kelder?’
‘Nee Nadezh!’ klinkt het in koor. Ik wil de engelengezichtjes al de deur wijzen, maar dan roept Daniëlle: ‘Maar Nadezh, de kelder staat onder water!’
Aan het voeteneinde schiet Bill zo hard in de lach dat hij over de rand verdwijnt. Er klinkt een doffe plof en dan zijn stem, verstikt van het lachen: ‘Alles oké!’
Kay en ik kijken elkaar aan en zuchten tegelijkertijd. Dan halen we onze schouders op. ‘Oké, blijf maar hier tot de kelder weer leeg is.’
‘Yes!’ Daniëlle geeft Georg een high five en wiebelt met haar wenkbrauwen.
‘Maar houd jullie kelderhobby’s bij je alsjeblieft!’ roept Kay vlug. Ik werp haar een dankbare blik toe en reik dan Bill de hand, om hem recht overeind te trekken. Het lukt niet, hij komt niet omhoog maar ik plof wel op zijn schoot. Eigenlijk zit dit veel lekkerder dan het bed, bedenk ik en nestel me tevreden tegen Bills schouder.
‘Waar is Nicole eigenlijk?’ vraagt Kay, en op hetzelfde moment roept Daniëlle: ‘Zeg, waar is Tom?’
Even blijft het stil. Kay kijkt naar Georg, Georg staart naar Daniëlle, Daniëlle hangt over de rand van het bed om Bill aan te kunnen kijken en Bill houdt zijn blik op mij gericht. Om het kringetje rond te maken kijk ik maar naar Kay en ze haalt haar schouders op.
‘Weet je dat niet?’ roept Daniëlle verbijsterd.
‘Ach joh!’ mengt Bill zich nu ook - met woorden in plaats van gelach - in het gesprek. ‘Die hangt vast weer in de kerstboom!’
‘Wat?’ vraagt Georg dommig. Bill rekt zich uit om over de rand te kunnen kijken en zegt serieus: ‘Hij vindt de kerstkransjes zo lekker.’
Opnieuw valt er eventjes een stilte. Dan beseft Bill wat hij gezegd heeft en schiet zo hard in de lach dat ik van schrik op de grond plof, om daar de slappe lach te krijgen. Nu begint Georg ook, dan Daniëlle en als laatste moet Kay naar adem happen van het lachen. Op hetzelfde moment gaat de deur open en het onderwerp van gesprek wandelt, zich van geen kwaad bewust, de kamer binnen. Bij het zien van een lachstuip én de kelderlogés blijft hij verbluft op de drempel staan.
‘Mis ik hier iets?’
Het is niet dat we geen antwoord wíllen geven op die vraag - het is meer dat we het niet kíºnnen. Bill steekt één vinger in de lucht, alsof hij “Ik zeg het wel!”ť bedoelt, maar laat zich dan snikkend van het lachen opzij zakken tegen het bed. Tom schudt zijn hoofd en rolt met zijn ogen. ‘En dat is dan mijn tweelingbroer, hè.’
‘Je hebt het maar zwaar,’ knikt Georg, die als eerste weer normaal rechtop kan zitten. ‘Waar was jij trouwens?’
‘Waar ben jij trouwens?’ kaatst Tom terug. ‘Je zit toevallig wel op míjn bed, in míjn kamer, kelderdude!’
‘De kelder staat onder water!’ roept Daniëlle. ‘En onder de trampoline wil ik echt niet wonen, hoor!’
‘Wonen?’ galmt het door de kamer. Tom, Bill, Kay en ik kijken elkaar even verbaasd aan - wat klonk dat mooi gelijk! - en herinneren ons dan aan Daniëlles opmerking. ‘Hallo, jullie komen hier niet wonen!’ Bill trekt zijn ik-meen-het-serieus-ook-al-lijkt-dat-niet-zo-gezicht en zegt vastbesloten: ‘Logeren is nog tot daar aan toe, maar wónen? Over mijn lijk!’
‘Dat kan geregeld worden,’ zegt Georg droog. Bill staart hem even met open mond aan, trekt dan een pruillip en hinnikt: ‘Tóóóm! Georg hóudt niet van me!’
Vóór Tom kan reageren, gooi ik me weer op Bills schoot en breng mijn gezicht naar het zijne. ‘Stil maar, Georgieworgie bedoelt het niet zo.’
‘Muh,’ doet Bill terug. ‘Nu moet je mij troosten.’ Hij kijkt me met grote onschuldige ogen aan, maar in de diepte zie ik iets Kaulitz-achtigs fonkelen. Oh man, ik houd van Bill troosten, flitst er door mijn hoofd. Wenkbrauwwiebel!
Genialiteit op en top.
En pure Nadezh&KayTwinheid.
En Kaulitztwinheid, maar wij zijn belangrijker
Oké, dat klonk een heel erg groot ego hebbend achtig.
Dit stuk is geniaal, echt echt echt waar.
En Tom, laat me nooit meer zo lang alleen wil je?
Ik miste je