Hoofdcategorien
Home » Overige » The Fairies' Tale » Chapter 7
The Fairies' Tale
Chapter 7
Nicole POV
Ik druk mijn oor tegen de muur. Gelach stijgt op aan de andere kant. Een plastieken buis boven me maakt het me onmogelijk rechtop te staan, het stof dwarrelt alle kanten op en het is donker. Ik voel me net de Highway-To-Hell-versie van Nadezh.
Ja. Ik zit in de muur. En het is niet mijn schuld. Niet alleen mijn schuld. Oké, wel mijn schuld, maar als Daan geen gat in de muur had geslagen was ik hier nooit geweest.
Goed, ik begin wel bij het begin.
Georg - HIER. NU.
Ãâ°cht niet.
Oh jawel.
Ik grinnik. Onder mij - ik zit op de wapenkast - staan Daniëlle en Georg tegenover elkaar. Daniëlle met de meest beangstigende blik die ik ooit gezien heb, Georg nogal lomp met zijn hamer nog in zijn hand.
Ik zei DRIE centimeter, Georg, niet TWEE EN EEN HALF, schreeuwt Daan met overslaande stem en gebaart druk naar een groot houten voorwerp met spijkers erin. Haar bed. En ze heeft het over hoeveel de spijkers moeten uitsteken.
Maar - maar twee en een half is bijna drie, en zo zijn ze scherper? probeert Georg nog.
Niet. En geef me die hamer.
Georg verbleekt. Een zacht geluidje verlaat zijn keel en hij druk het twee kilo zware ijzer op een stokje tegen zich aan. Mijn hamer, piept hij.
GEEF. MIJ. DIE. HAMER. NU!
Nee! Nee, niet de hamer! Neem alles maar, maar niet mijn lieve kleine hamertje. Alsjeblieft niet de hamer.
Daniëlle gromt iets en rent op Georg af, maar voor ze ook maar in zijn buurt kan komen is Georg al weg. Hij rent grappig, de hamer nog steeds tegen zijn borst gedrukt. Ik bijt op mijn lip om het niet uit te schateren, bang dat sommige mensen hier daar niet zo blij van zouden worden. Georg rent een rondje om mijn kast heen, maar Daan is te slim - in plaats van mee te rennen wacht ze hem op aan de andere kant, grist ze de hamer uit zijn handen voor hij ook maar één woord kan zeggen en roept triomfantelijk Ha!.
Buh, is alles wat Georg weet te zeggen.
Wat hierna gebeurt weet ik niet - ik schrok te veel van een vleermuis die uit de hoek kwam vliegen en liet mijn bril vallen - maar er zit een gat in de muur. Een gat in de muur, een ineengedoken Georg eronder, en Daniëlle, de hamer hangt slap langs haar zij.
Oh. Sorry muur, klinkt er droog.
Wí¡t? Sorry míºíºr? Geen sorry Georg? Geen OMG, Georg, ik heb je bijna vermoord? Geen -
Met een bonk valt de hamer op de grond, als Daniëlle Georg plotseling omhelst en zijn woorden haast uit zijn mond zoent. Een zacht Whatthefack? heeft mijn lippen al verlaten voor ik het weet. Zonder nog één woord te zeggen draait Daan zich om, sleurt ze Georg mee aan zijn arm en sluit ze de deur achter zich met de woorden Singstar wacht, mij verbaasd achterlatend.
Na een hele tijd glip ik zachtjes van de kast en kijk naar het bed. Arme Georg. En hij was nog bijna klaar ook, op drie spijkertjes na. Ach ja, het is zijn eigen schuld. Maar toch is het zielig. Ik wou dat ik iets kon doen.
Dan valt mijn blik op een houten liniaal vlak naast de gevallen hamer. Ik grijns, buk, en haal mijn zakmes uit mijn zak. Voorzichtig kras ik de cijfertjes bij de eerste paar centimeters weg, en schrijf dan 1,5 waar 1 hoort te staan, 2 waar 1,5 eerst nog stond, 2,5 bij de 2 centimeter, en tot slot 3 in de plaats van 2,5. Nu maar hopen dat Daan niet zo slim is als ik denk dat ze is, al geloof ik niet echt dat ze erin trapt. Ik begin doelloos rond te lopen. Mijn vingers glijden afwezig langs de muur als ik bedenk wat nu te gaan doen. Ik heb eigenlijk helemaal geen zin om te Singstarren. Oké, het is gezellig, maar ik wil wel eens wat an - mijn hart sloeg net een tel over, geloof ik. Er is geen muur meer onder mijn hand. Echt niet. Geen muur. Ik kijk naar links - ja, nu pas - en zie het gat dat Daan net heeft gemaakt. Oh ja. Tuurlijk. Het gat. Het is net groot genoeg om er door te kunnen passen, en een stukje pijpleiding in zichtbaar. Er stroomt een klein straaltje water uit, dat langs de gelige muur naar beneden sijpelt. Ik steek mijn hoofd in het gat. Het is er breed genoeg om normaal te staan, en de grond loopt schuin omhoog ter hoogte van de trap. Misschien kan ik wel het hele huis door zo! Ik stap met één been het gat in, maar ik aarzel. Ach wat, ze missen me toch niet. Mijn ander been volgt, en ik kan het niet laten om te glimlachen. Ik ben gewoon in een muur. En ik kan alles horen wat iedereen zegt. Dit gaat nog leuk worden.
Maar zo leuk is het niet. Waarom niet, zeg je? Nou - ik kan niet meer terug. De kelder. De kelder in overstroomd. Ik vermoed door het gaatje in de pijpleiding. Ik had het moeten dichtmaken. Arme Daan - die kan haar kelder niet meer in. Ik zeg straks nog wel sorry. Als ik hier uit komt. íls. Ik zak tegen de muur achter me, er is hier genoeg ruimte om te zitten. Volgens mij ben ik nu ergens rond de woonkamer. Ik heb Kayley al gehoord hier, en volgens mij kwam Dorien net nog een fles Baileys halen. De grote klok tegen de muur vertelt me dat het zeven uur is. s Ochtends, neem ik aan. Ik zit hier al de hele nacht, en ik moet zeggen dat hier s nachts meer gebeurt dan overdag. Daar ben ik nu wel achtergekomen. Ik zucht. Ik heb honger. Op handen en voeten voel ik naar het gebied waar de vloer omlaag gaat. Hier is het. En het water is al tot hier gekomen. Straks loopt het overal nog vol! En dan - dan verdrink ik, en dan weet niemand waar ik ben, en dan verhuizen ze, en dan vinden andere mensen me over twintig jaar, en dan ben ik verrot en stinkend en - en ik moet echt stoppen met overdrijven. Maar ik moet hier wel weg zien te komen. Ik blijf even wachten en denk na, mijn vingertoppen nog steeds in het ijskoude water. Er is maar één manier. Na nog een zucht trap ik mijn schoenen uit, haal ik diep adem en duik ik naar beneden.
Het is stil in de woonkamer. Kayley zit op het hoekje van de bank met een boek, Dorien ligt plat op de grond met River ergens rond haar middel - alle twee diep in slaap. En dan ik. Ik ben nat. Héél erg nat. En ik heb me net beseft dat het niet slim was om mijn schoenen daar uit te doen. Die krijg ik nóóit meer terug. Dus hier sta ik dan. Kay heeft me nog niet opgemerkt, zo diep is ze verzonken in haar boek. Ik kuch.
Eh - kan ik misschien schoenen lenen?
Kayleys wenkbrauwen schieten twee centimeter hoger, maar voor ze iets kan zeggen gaat Dorien plotseling rechtop zitten.
Wuh?
Reacties:
AAAAAAAAAACH
Wat zielig!
Opgesloten in de muur Ãâ
En nu helemaal drijfnat...
Maar serieus
Als er een gat in de muur zou zitten, zou ik daar net zo goed gewoon in gaan zitten hoor!
[en dat meen ik serieus!]
Verder-wie-er-dan-ook-gaat-schrijven
xoxo <3
Nicole
Dit is echt geniaal
Echt heel geniaal (En er moeten van die oplopende streepjes op de e's maar ik vind die knop niet)
en en en
sorry, ik kan niet lang reactie typen want het kost me minstens een eeuw
ben benieuwd naar het volgende deel
En en en
je mag alles lenen van me, behalve mijn hart want die heb je al
Ik zei DRIE centimeter, Georg, niet TWEE EN EEN HALF,
*plat*
geweldig dit