Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » The Westermarck Effect [TC] » Intro.
The Westermarck Effect [TC]
Intro.
1 September 1988
‘Ik hou van je.’
‘Ik meer van jou.’
Jög verstrengelde zijn vingers tussen die van Simone en ze draaide gewillig een pirouette. De witte zomerjurk fladderde langs haar kuiten, lange blonde krullen streelden haar schouders. In haar vrije hand hield ze haar schoenen, het grindpad van het parkje maakte haar voetzolen zwart.
‘Ik wil met je trouwen, Simone.’ Jög trok haar naar zich toe en sloot zijn armen om haar middel. In haar diepbruine ogen zag hij elke ster van deze zwoele, wolkenloze septembernacht weerspiegeld. Ze lachte haar breedste lach, en sloeg als antwoord haar armen om zijn hals. De hakken van haar schoenen tikten tegen zijn rug.
Met beide handen tilde hij haar op en plaatste haar op de rand van de fontein. Ze giechelde luid, draaide rondjes om zichzelf in de verfrissende waternevel die opspatte uit het bassin. Jög viel op zijn knieën voor haar, het grint prikte door de gaten in zijn jeansbroek.
‘De hele wereld mag het horen, Simone! Ik hou van jou, voor altijd!’
De hele wereld was veel gezegd, maar Magdeburg had het in ieder geval gehoord.
7 Oktober 1988
‘Dan verklaar ik u nu man en vrouw.’ Nog voor de echo van de woorden goed en wel was weggestorven, renden ze al hand in hand het stadhuis uit. Op het stenen bordes gooide Simone haar bruidsboeket over haar schouder weg, in de armen van een stomverbaasde krantenjongen. Dat was hun publiek, de enige getuige van het huwelijk waar geen van hun ouders het mee eens waren.
‘Wij weten wel beter,’ mompelde Jög toen hij zonder het portier te openen achter het stuur van de witte MGB cabriolet sprong. Het achttien jaar oude vehikel trok sputterend op. Met een blik op zijn stralende bruid naast zich zette hij koers richting snelweg. Het dak bleef open, ondanks de gevoelig afgekoelde herfstlucht.
Simone trok de witte roos uit haar haren en gooide ze in een boog uit de wagen. Ze glimlachte naar hem.
‘Eindelijk samen. Voor eeuwig.’
27 Februari 1989
Het witte porselein spatte voor haar voeten uit elkaar. Ze stopten allebei met schreeuwen en staarden naar het kapotte bord, probeerden zich te herinneren wie het van tafel had geslagen.
‘Geef het gewoon toe, Jög,’ snauwde Simone met tranen van woede op haar wangen. ‘Geef toe dat je naar Linda zat te staren.’
‘Mag ik nu ook al niet meer naar andere vrouwen kijken? Mens, zeur niet zo aan mijn kop! Ik ga bij Stefan voetbal kijken.’ Hij wilde zijn jack van de kapstok haken, en een glas knalde ter hoogte van zijn schouder tegen de deur uit elkaar.
‘Gekkin! Stop met ons servies kapot te gooien, we hebben geen geld om nieuwe spullen te kopen!’
‘Alsof ik dat niet wist!’ schreeuwde ze terug, haar gezicht rood aangelopen en verwrongen. ‘We hebben nooit geld, ik werk me kapot in het atelier om elke avond thuis te komen in deze rottige flat, waar jij dan onderuit in de zetel hangt te niksen -‘
‘Is het dan mijn schuld dat niemand me aanneemt? Ik zoek echt naar werk!’
‘-en dan gaan we op café, en moet ik een beetje toekijken hoe je al mijn vriendinnen probeert op te vrijen terwijl ik alleen aan de bar zit! Ik pik het niet meer, Jög, ik…’ Ze liet zich huilend in de zetel vallen en verborg haar gezicht in haar handen. ‘Ik ben zwanger.’
13 April 1989
‘En daar ziet u de hoofdjes. Proficiat, meneer en mevrouw Kaulitz, het is een tweeling.’ Jög stond bewegingloos naast de tafel van de gynaecoloog, Simone staarde zonder te knipperen naar het scherm.
‘Kan u… ons even alleen laten?’ vroeg ze op vlakke toon. De dokter keek even vreemd op, maar sloot toch de deur achter zich.
‘Ik laat ze niet weghalen, als je dat soms wou voorstellen,’ beet ze zonder hem aan te kijken.
‘Dat wil ik ook helemaal niet,’ antwoordde Jög.
‘Wat wil je dan wel?’ Ze lachte schamper. ‘Dit? Gezinnetje spelen? En hoe lang zou het duren voor je dat ook weet beu bent?’
‘Ik… Ik denk dat we misschien een beetje overhaast getrouwd zijn,’ mompelde Jög en schopte zachtjes tegen de poot van een metalen roltafeltje. Simone knikte langzaam.
‘Ja. Dat denk ik ook.’ Een stiekeme traan werd snel weggeveegd.
1 September 1989
Die ochtend lag Simone uitgeput in het ziekenhuisbed naar de twee wiegjes te staren. Twee jongentjes waren in diepe slaap verzonken, moe van geboren te worden.
Jög liep zonder kloppen de kamer binnen en posteerde zich strijdvaardig naast het bed.
‘Wat wil jij?’
‘Mijn kinderen.’ Ze lachte vreugdeloos.
‘Alsof jij een kind kan opvoeden,’ sneerde ze.
‘Jij wel dan?’
‘Ik heb tenminste een baan.’
‘Ik ook!’ schreeuwde hij terug. ‘Ik ben zojuist aangenomen. Ik kan voor hen zorgen.’
‘Ik sta ze niet aan jou af.’
‘Ze zijn evenzeer van mij als van jou!’
‘Goed dan!’ gilde ze en drukte haar handen tegen haar slapen. Moe. ‘Neem er één mee! Maakt niet uit de welke! Zolang ik jou maar nooit meer hoef te zien!
‘Best!’ Jög beende naar de wiegjes en boog zich over het bedje dat het dichtst bij hem stond. ‘Kom maar, kleine man, kom maar bij papa.’ Hij tilde het slapende kind op zijn arm en liep naar de deur. Even aarzelde hij, draaide zich op zijn hielen om. ‘Heeft hij een naam?’
‘Wat kan mij die stomme naam schelen?’ spuwde Simone hem toe. Zijn ogen verhardden, liepen over. Hij drukte het kind tegen zich aan.
‘Ik haat je.’
‘Ik jou meer.’
Toen hij de deur dichtsloeg, begon het overgebleven jongetje plotsklaps hartverscheurend te huilen. Simone draaide zich zuchtend op haar zij, haar hele lijf deed pijn van de bevalling en zoveel meer. Ze nam het krijsende kind in haar armen en drukte hem veilig tegen zich aan, suste en wiegde tot hij weer stil werd.
‘Rustig maar, mama is hier, alles is goed. Slaap maar weer...’ Met verstikte snikken drukte ze een zoen op de zachte blonde donshaartjes.
‘Bill.’
Reacties:
Ik heb het even in word gegooid voor de aanhalingstekens, maar woah. Ik ben zo benieuwd. ^^
Een veelbelovende intro, ik denk dat ik dit verhaal maar eens helemaal ga volgen.
Ieeeeeep
ik hoopte al dat de moeder Bill zou krijgen!!
En wat een K*T VADER!!!
JEZUS
IK HAD HEM ECHT OP ZE BEK GESTOMPT!
Grrrr.....
Snel verder lezen!
xxxx. <33
Ik werd een beetje heel erg stil bij ‘Neem er één mee! Maakt niet uit de welke! Zolang ik jou maar nooit meer hoef te zien!’ ._. Enerzijds snap ik niet hoe iemand ook maar zoiets kan zeggen over haar eigen kinderen, anderzijds snap ik haar volledig... Een vrouw die lichamelijk dit doorstaan heeft én zo'n man op haar kap heeft - ik begrijp haar, gek genoeg.
Ben benieuwd.