Hoofdcategorieėn
Home » Overige » Bless the Assassin ~boek 1~[Pauze] » Arrival
Bless the Assassin ~boek 1~[Pauze]
Arrival
Hoofdstuk 2
Ik voelde grond onder me.
Maar zo ver als ik wist, lag ik in mijn kamer, en niet op de grond… toch?
Ik opende mijn ogen en knipperde een paar keer. Toen ging ik omhoog zitten, en kreunde een beetje.
Plotseling hoorde ik stemmen rond mij.
"Ze is wakker"! "kijk, ze is wakker"! "Is dit nog een Assassin?’
"Ze is ok.”¯ "Het is vermoedelijk een spion.’ "Het is slechts een kind!’
"Zij moet een magiër zijn! Kijk naar haar kleren"!
Toen hoorde ik een schreeuw ergens ver achter mij. "Assassin!”¯ Ik grijnsde enigszins, toen ik wie wist die Assassin was. "Infidel, you will die here!”¯ Ik probeerde te zitten, en iemand merkte dat vermoedelijk op, want hij of zij nam mijn hand, en trok me omhoog. Ik was net van plan om ‘dank je’ te zeggen, toen ik merkte wie het was die mij geholpen had,
Het was een man in witte kleding, met een bruine riem om zijn maag, met een capuchon over zijn gezicht, zodat ik niet zijn ogen zag.
"Jij… bent…”¯ mompelde ik, en hij fronsde. "Ja, vertel de hele wereld maar dat ik een Assassin ben!”¯ siste hij.
Ik schudde mijn hoofd. "Dat is niet wat ik wilde zeggen… ik wilde zeggen dat u Altaïr bent.". zei ik zenuwachtig, bang om hem boos te maken. Ik merkte op dat hij stil bleef, en dan ik keek naar zijn gezicht. Ik zag toen dat hij verrsat was. "Hoe… hoe weet je mijn naam?’ siste hij, en greep mijn arm, wat best pijnlijk was. Dat veraste mij, en ik bleef stil. "Nou?! Zeg op!" Zei hij, en hij begon m’n arm te schudden. Ik sloot mijn ogen en gromde. "…U.. Ehm.. bent heel… bekend in mijn land…" mompelde ik, hopend dat hij het had gehoord. Hij gromde iets naar mij, maar ik vertsond het niet. Hij trok me toen met hem mee, weg van het groepje aanschouwers die ons nastaarde.
'…Waar.. Wat.. Wie… Altaïr, wie is dat meisje?’
Zei een man met een grijze.. jas? Ik beschouwde de persoon en merkte op dat hij zijn linkerarm miste. Ik toen gilde ik zachtjes, en liep naar Malik en trok aan zijn rechtermouw. Hij keek me een beetje verbaast aan. 'Ik ken jou!' zei ik toen, glimlachend. Hij fronsde, maar hield zich stil.
'Altaïr, wie is dit meisje'? Hij herhaalde zijn vraag. Ik draaide toen naar Altaïr en wachtte op zijn reactie. Niets kwam. Ik draaide toen terug naar Malik. 'Mijn naam is Kizumi, maar de meeste mensen noemen mij Kizu. En jij bent Malik'! Malik barstte toen in een humoristisch gelach. 'Ja dat ben ik inderdaad'. Zei hij. Ik draaide toen terug naar Altaïr en keek hem aan. Toen ik opmerkte dat hij terug naar mij staarde, voelde ik plotseling hitte in mijn wangen en ik draaide vlug weg. ‘Nou, Altaïr, waarom hebt je dit meisje hier gebracht?’ Zei Malik toen.
Altaïr bleef stil voor een seconde, opstaand van de tafel waartegen hij aan het leunen was.
'Ik vond haar op de marktstraat. Zij scheen mijn naam te weten, zodat ik besloot haar hier mee naartoe te nemen. Ze lijkt iets te weten over de Brotherhood.’ Mompelde hij. Ik voelde geen hitte in mijn wangen meer, dus draaide ik me om. 'Vertel me, meis-" Ik sprak door zijn zin heen. 'Het is Kizu'. Malik begon zijn lach opnieuw en knikte. 'Goed dan, Kizu. Vertel mij, wat weet je van de Brotherhood?’ vroeg hij, toen hij mij opnieuw aankeek. Ik glimlachte half. 'Het bevindt zich in Masyaf, de stad van Assassins. Ik weet het teken dat Assassins gebruiken na een Assassination - Dat Is een witte veer. Ik weet de rangen - Van Novice tot Master Assassin en Altaïr is een Novice op dit moment.' ik grijnsde toen ik Altaïr hoorde sissen. 'En ik weet wat het volgende Assassination Target is'. Ik beëindigde mijn opsomming. Malik keek naar mij met een frons in zijn gezicht, alsof hij diep dacht. Hij knipoogde toen naar Altaïr en verliet naar een andere kamer, terwijl Altaïr hem volgde.
Ik liep naar de rand van de deurpost en luisterde de twee af. '-Weet ook veel; Ze moet ons verlaten'. 'Malik, je weet zelf dat dat niet kan zonder Al Mualim’s oordeel. Wij moeten haar naar Masyaf brengen'. 'Ja misschien zou dat beter zijn…' Aan de toon van de laatste zin van Malik, kon ik horen dat de bespreking over was. Ik liep stil terug naar de plaats waar ik eerst stond, en draaide naar de deurpost, wachtend op Altaïr en Malik om terug deze kamer in te komen. Ik glimlachte naar beide, en ze antwoorde allebei met een glimlach terug.
Gaafheid! Snel verder!
Als je het niet erg vind, ga ik nu Sacred 2: Fallen Angel spelen en AC2! >8D
GGOOOOOOO ASSASSINS!