Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Paparazzi with Pity » 001- Opposites always attract.
Paparazzi with Pity
001- Opposites always attract.
Ik stond op en ging voor het raam staan. Ik schoof het gordijn langzaam opzij en keek naar de drukke straten van de stad. Ondanks dat het regende waren er heel veel mensen buiten. Als we nu nog in Two Harbors woonde, zou er nu geen hond buiten zijn. En daarom hou ik van drukke steden. Er is altijd wel iets te doen, daarom verveel ik me nooit. Nou, bijna nooit. Níº verveel ik me. Ik sloot de gordijnen weer en wreef eens over mijn slapen. ‘Waarom net n-’ Mijn gekakel in mezelf werd verstoort door mijn mobiele telefoon. ‘Clinton McL.’ Stond er op het schermpje. Ik hield de telefoon tegen mijn oor en drukte op het groene telefoontje. ‘Met Liv.’ ‘Liv, darling! Lang niet meer gesproken.’ Ugh, ik haatte het Engelse accent dat mijn oom had. ‘Ja, zeker. Maar, eh, mag ik misschien vragen waarom u belt?’ ‘Ik wil je graag een voorstel doen.’ Een voorstel? Hij wou me een voorstel doen? Please God, save me! ‘Ehm, tuurlijk. Kom maar op.’ ‘Nee nee, niet via de telefoon. Het is nogal uitgebreid en je zou het verkeerd opvatten als ik het je nu meteen zou uitleggen. Vanmiddag om 4 uur bij de Starbucks in Chambers Street.’ ‘Is goed, tot dan.’ ‘Bye darling.’ Ik duwde af en haalde mijn hand eens door mijn haren. ‘Een voorstel.’ Ik zei het nog een paar keer omdat ik het niet geloofde. Mijn oom, waarvan ik maanden niks had gehoord, belde me nu op met het 'vrolijke' nieuws, hij wou me een voorstel doen. Terwijl ik mijn kleren uitzocht dacht ik nog eens goed wat voor voorstel het zou zijn. Mijn oom kennende zal het wel iets met zijn werk te maken hebben. Ik koos voor een donkere skinnyjeans met een lichtblauwe blouse en een bruine riem. Ik legde het netjes op de badrand en stapte in de douche.
Tijd om te vertrekken. Ik controleerde mijn tas nog eens om te kijken of ik alles had. Ik gaf een goedkeurend knikje en stapte de deur uit. Het regenen was ondertussen gestopt, maar ik had voor de zekerheid toch maar een paraplu meegenomen. Vijf minuutjes later kwam ik aan op de afgesproken plek. Ik zocht naar het gezicht van mijn oom en vond het ergens in een hoekje. Hij begon breed te glimlachen toen hij me zag en zwaaide eens. Ik glmilachte naar hem en kwam naar hem toegelopen. Hij stond op en gaf me twee kussen op de wang. ‘Ligt het aan mij of ben je weer gegroeid?’ Ik begon te lachen. Dit zei hij iedere keer als hij me zag. ‘Dat komt gewoon omdat we elkaar zo weinig zien. Toen we elkaar bijna iedere dag zagen, viel het niet zo op.’
Ik zag 1 klein foutje:
Het moest De regen zijn
Voor de rest was het leuk.
Snel verder??