Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Everything will be fine » 31.
Everything will be fine
31.
Vijf minuten vertraging. Fijn. Moest ik daarvoor die laatste meters lopen? Onderweg werd ik opgehouden door een ouder paar dat de weg naar de krantenwinkel zocht. Vriendelijk als ik ben liep ik een eindje mee, om zeker te zijn dat ze juist terecht kwamen. Uiteindelijk had ik door waarnaar ik eigenlijk onderweg was en keerde meteen om.
Ik laat me zakken op de bankjes en strek mijn benen uit. Losse jeans met daaronder - zoals altijd - mijn favoriete allstars. De laatste keer dat ik ze eens goed had bekeken was op het dak van het hotel. Voor ik op de rand stapte, en voordat Tom me er weer afsleurde. Sindsdien is er zoveel gebeurt, heb ik zoveel gedaan. Tom afgesneden, Gustav weggeduwd en Bill heb ik net niet weggeduwd. De ironie, het is alsof ze me achtervolgt.
Hoelang zou het eigenlijk duren eer iemand doorheeft dat ik weg ben? Misschien zit ik tegen dan al op de trein. Dan is het zeker te laat. Noem me idioot of hardleers, maar ergens in mijn achterhoofd schreeuw ik om iemand die me komt tegenhouden. Wie dan ook. Papa, Jasmin, zelfs al was het Tom, ik zou blijven. Niet voor lang, maar toch, nog heel even. Het is niet eerlijk dat ik steeds wegloop van mijn problemen, en dan altijd zonder afscheid te nemen. Dat is eigenlijk het minste wat ik kan doen. Mijn gsm trilt onophoudelijk in mijn broekzak, maar iets weerhoudt me ervan om ernaar te kijken. Redden is persoonlijk, niet over telefoon. Het mezelf moeilijk maken, hoe bedoel je?
De trein wordt omgeroepen en ik zet me recht. Ik heb geen zin om recht te moeten staan dus hoop ik zo nog een deftige plaats te bemachtigen. Liefst alleen, die aandacht sinds het artikel in de krant is er niet beter op geworden.
“Yaren!”¯, ik kijk op en zie hem uitgeput op het andere perron staan.
Gustav
Buiten adem roep ik haar naam een paar keer en zie haar uiteindelijk toch opkijken. Die iPod van haar moeten ze dringend aanpassen naar de toegelaten normen voor het volume van mp3’s, van haar gehoor zal nu al niet veel meer overblijven.
Ze trekt verbaasd haar ene wenkbrauw op, mij had ze dus al zeker niet verwacht. Ik weet wel dat ze wegloopt, om toch maar te ontsnappen aan alles wat haar leven ook maar een beetje moeilijk maakt. Op dat vlak is ze een echt mietje. Geen nieuwigheden, geen onverwachte gebeurtenissen en geen zaken die haar leven overhoop gooien. Dit soort dingen had ze de laatste tijd veel te veel meegemaakt. Het gedoe met Tom, het artikel in de krant en ik. Mijzelf kan ik natuurlijk niet vergeten in dat rijtje. Ik heb een groot deel gespeeld in die veranderingen. Die vriendschap die we hadden en nog kunnen hebben heb ik voorgoed verpest. Ze zegt dat het wel oké is, maar dat is het niet. Daarvoor ken ik haar goed genoeg. Bij Yaren is het alles of niets. Dit keer zal het niets worden, daarvan ben ik nu al zeker. Maar ik kan haar niet laten vertrekken zonder enige uitleg.
“Ik snap dat je weg wilt, maar wacht nog even.”¯
Ze kijkt zenuwachtig naar rechts, de kant vanwaar haar trein moet komen. Iedereen zit intussen naar ons te staren en dat is voornamelijk mijn schuld. “Wat wil je Gustav?”¯, ze haalt haar schouders op. Ze heeft het opgegeven.
“Dat je weet wat ik bedoel. Wat ik wil.”¯
Ze blaast licht door haar mond naar buiten en stopt haar handen nog wat dieper in haar zakken. Waarom kon ik ook niet meteen het juiste perron oplopen? Dit is zo typisch.
“Het was niet mijn bedoeling om je te kwetsen!”¯, een paar mensen beginnen te glimlachen als ze doorhebben wat ik aan het proberen ben. “Sinds de eerste keer dat ik je zag was je alles wat ik nodig had. Dat weet je. Maar misschien heb ik je dat niet genoeg gezegd.”¯ Ze kijkt voor de eerste keer recht in mijn ogen. Nu mag ik niet opgeven. “Alles wat is fout gelopen is mijn schuld, dat weet ik. Maar je kan niet ontkennen dat ik niet heb geprobeerd.”¯ Ze kijkt een beetje schuldig naar haar schoenen en wrijft door haar haren.
“Yaren.”¯ Ze kijkt terug op terwijl ik een stap naar voor zet. Ik sta nu echt op het randje van het perron, maar ze weet wel dat ik niets dom ga doen. “Ik ga hier mijn fouten niet proberen goed praten want misschien kan je me nooit meer vergeven, maar ik kan je beloven dat ik alles zou doen om je terug te krijgen. Misschien zal het nooit meer zoals vroeger zijn. Nee, ik wéét dat het nooit meer zo zal zijn. Maar het laatste wat ik wil is dat je uit mijn leven verdwijnt.”¯
Ik
Al die woorden kwamen zowat uit zijn mond gerold. Zonder een pauze en zelfs zonder eigenlijk na te denken over wat hij aan het zeggen was. Maar ze begreep het. Ze begreep wat hij bedoelde, zoals altijd bij die twee. De spanning is te snijden. Niet enkel tussen hen maar ook tussen al de andere mensen die daar staan. Verwachtingsvol staren ze hun aan, met in het bijzonder Yaren. Wat zal ze zeggen?
Plots kijken ze beiden op, laten de band tussen hun varen. De trein is daar. Hij ziet haar twijfelen. Dat kan hij haar niet kwalijk nemen na alles.
“Yaren?”¯, ze boort haar blik weer in die van hem. Ze staat voor een verscheurende keuze. “Alsjeblieft, niet opstappen.”¯ Na die woorden rijdt de trein het station binnen en kan hij haar niet meer zien.
Hij kan het zich nu echt niet veroorloven om haar te verliezen. Wat gebeurt met hem zonder haar? Kan hij dit nog eens verwerken? Kan hij haar vergeten nu zijn gevoelens voor haar alleen maar sterker zijn geworden? Kan hij haar zomaar in iemand anders armen duwen? Is hij hiervoor verantwoordelijk?
Na enkele minuten die uren lijken te duren vertrekt de trein terug. Bang om te kijken wat er is gebeurt staart hij nog naar zijn handen maar kijkt uiteindelijk toch op. Het perron is leeg.
Verdomme. Zijn mond vormt het woord, maar er komt geen enkel geluid uit. Hij denkt waarschijnlijk dat net het onmogelijke is gebeurt. Maar niets is minder waar. Achter hem verschijnt ze, twijfelend. Hij is er duidelijk zeker van dat ze is vertrokken. Maar ze kon gewoon niet opstappen. Hij was haar komen redden. Voor de zoveelste keer. Het werd tijd dat ze iets terug deed voor hem.
“Gustav?”¯
Met een schok draait hij zich om en kijkt recht in haar vertrouwde gezicht. Haar handen friemelen onophoudelijk door elkaar en ze weet niet goed wat doen of zeggen.
“Ik dacht…”¯
Ze haalt haar schouders op. “Ik kan je hier toch niet gewoon achterlaten.”¯, ze glimlacht licht.
Als hij ziet hoe verwachtingsvol ze hem aankijkt haalt hij ook zijn schouders op. “Wat wil je dat ik nog zeg Yaren?”¯, terwijl zet hij een stap in haar richting.
Zoekend naar woorden kijkt ze wat om haar heen, “Dat je me haat, dat je me stom vind, dat je me nooit meer wil zien,”¯ ze slaat een zucht en er volgt een korte pauze, “dat je van me houdt.”¯
Hij glimlacht en legt zijn handen op haar wangen terwijl hij nog wat dichter stapt, “Je weet dat ik van je hou.”¯
Ze sluiten beiden hun ogen, alsof het afgesproken spel is. Zacht duwt hij zijn voorhoofd tegen dat van haar en laat hun neuzen elkaar raken. Haar handen gaan richting zijn heupen en grijpen zijn shirt vast.
Alle puzzelstukjes vallen eindelijk op hun plaats. Yaren is waar ze altijd al had moeten zijn.
Reacties:
Ah dit is echt cool!
Goooo Yaren en Gustav!
Je schrijft echt heel goed weet je dat?
Ik hou van dit verhaal
<3
Joeeh.. ik heb alles gelezen ^^
Gister om half 1 's nachts zat ik nog te lezen.. toen bedacht ik dat ik maar beter naar bed kon gaan. Maar nu heb ik het uit en w-a-u-w.
zo mooi geschreven, echt een mooi verhaal :]
Ik was echt telkens zo benieuwd hoe het verder ging, ik moést gewoon verder lezen. Je schrijft echt op een manier dat je in het verhaal komt.
Het was soms nogal verwarrend, dat moet ik toegeven.
Anyways. Ik ben fan van je verhaal, dat sowieso. <3
omg omg omg
zo mooi
& lief
& cute
&......
ge schrijft egt gewelidg goe ^^
<3
my gooosh, mooi geschreven. die cliché van de treins en perrons is mooi verwerkt. het past gewoon wel bij dit verhaal.
eindelijk heeft Yaren weer een beetje rust
je schrijfwijze is leuk, ietwat apart maar zeker boeiend.
mooi geschreven