Hoofdcategorieėn
Home » Harry Potter » Her Story. » Hoofdstuk 1: Seeing Cedric Again
Her Story.
Hoofdstuk 1: Seeing Cedric Again
Ik stapte de trein op, zette me in de eerste coupe die ik vond en keek naar de tas voor me. Het was een tijd geleden dat ik nog iets van magie gebruikte. Ik zat dagen alleen thuis, mijn ouders waren kwaad. Ze waren kwaad omdat ik niets bleek mee te hebben over macht hebben over mensen. Ik wou geen Dooddoener worden, niet moeten luisteren naar wat Voldemort wou. Ja, ik zei Voldemort. Ik was niet bang van hem, ik was ook niet bang om te sterven. Ik was alleen bang dat iemand die ik graag zag zou sterven. “Weeral in gedachten verzonken?”¯ Ik keek op, recht in de ogen van Carlo. “Ja, sorry. Rotvakantie gehad.”¯ Hij knikte.
“Dat dacht ik al. Je stuurde maar geen uil.”¯
“Sorry, ik kon echt niet.”¯
“Geeft niet. Wat is er aan de hand?”¯
“Ik heb de hele vakantie alleen gezeten. Thuis. Met klusjes.”¯ Ik zuchtte. Het was moeilijk om niet eerlijk te kunnen zijn. Ik kon dan ook moeilijk zeggen 'Mijn ouders hadden het even te druk met Dooddoener spelen.'. Hij gaf me een kus en zette de tas opzij. “Je had me dan een uil moeten sturen, dan kwam ik helpen.”¯ Ik haalde mijn schouders op. “Maakt niet uit. Hoe was jouw vakantie?”¯
“Rustig. Vooral veel tijd met mijn vader doorgebracht.”¯
Ik knikte. “Leuk.”¯ Hij schudde met zijn hoofd. “Neen, eigenlijk niet. Ik werd gek van zijn gezeur. Hij zeurde maar wat over Dooddoeners in mijn buurt. Geen flauw idee waar hij het over had.”¯ Even keek ik schuldig en keek meteen weg.
“Ik ook niet, het spijt me.”¯
“Geeft niet. Het verbaast me niets. De laatste tijd zegt hij gewoon vreemde dingen.”¯
“Zoals?”¯
“Dat ik gevaarlijke dingen doe. Toen ik vertelde over jou werd hij ook zo kwaad.”¯
Ik slikte.
“Hij werd kwaad vanwege mij?”¯ Natuurlijk, iedere ouder zou kwaad worden moesten ze horen dat hun zoon met de dochter van Dooddoeners was. Maar ik was zo niet. Ik haatte Voldemort, ik haatte mijn ouders. Hij knikte.
“Waar zit jij toch met je gedachten?”¯
“Nergens. Maakt niet uit.”¯
Hij ging naast me zitten en sloeg zijn arm om me heen. Hij gaf me voorzichtig een kus op mijn voorhoofd. “Volgens mij maakt het je wel iets uit.”¯ Ik haalde mijn schouders op. “Ik wil je niet kwijt.”¯ Hij keek me bezorgd aan. “Je raakt me niet kwijt, Delph. Echt niet.”¯ Ik stond recht
“We zijn er.”¯
“DELPH! Komaan, waarom doe je zo afstandelijk?”¯
Ik draaide me bruusk om en keek hem kwaad aan. Net op het moment dat ik mijn toverstok wou trekken, begon ik te trillen. Nee, ik zou niet worden zoals zij. Ik zou geen spreuken gebruiken zoals Crucio, ik ben zo niet. Nee, Delphine, je bent zo niet. Waarom zit het je ineens zo dwars? Waarom doe je zo idioot? Delphine, dat is idioot. Je bent een idioot. “Waarom zit ik niet in Zwadderich? Daar hoor ik thuis! Niet in Huffelpuf. Mijn ouders haten me omdat ik in Huffelpuf zit! Ze haten me, Carlo! Ze walgen van me. Ze walgen van me omdat ik niet zo'n fan ben van Voldemort.”¯ Ik zette me weer en keek voor me uit. “Ik ben geen Dooddoener, en nu haten ze me,”¯ fluisterde ik naar hem. Hij knikte. “Ik dacht al zoiets. Maar het is goed dat je niet zo bent. Daarom ben ik zo trots op je.”¯ Hij nam me vast en kuste me weer. “Je mag niet trots op me zijn, ik ben het niet waard, Carlo. Snap dat dan.”¯ Hij gleed met zijn neus langs mijn kaken en blies een ‘Ik wil het niet snappen.’ tegen mijn kaak. “Ik hou van je,”¯ zei ik stil. Ik kuste hem voorzichtig en ik glimlachte. “Jaartje alles vergeten, zeker?”¯ Hij knikte.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.