Hoofdcategorieën
Home » Overige » Make A Wish » Make A Wish
Make A Wish
Make A Wish
Het is al laat in de middag wanneer onze manager binnen komt, druk telefonerend. Er is geen touw aan vast te knopen, maar het schijnt een nogal goed idee te zijn.
Wanneer hij, eindelijk, ophangt kijken we hem alle drie verbaasd aan. Totdat hij zich bedenkt dat wij maar de helft van het gesprek konden volgen.
‘Ik werd net gebeld door iemand van een tv programma uit Nederland.’ Zegt hij.
‘Wat voor een programma? TMF? MTV?’ Vraagt Mike.
‘Nee, niet van een muziekzender. Van euhm… Hoe heet dat programma ook al weer, ik ben het nu al kwijt. In ieder geval, ze zijn van de stichting Doe een wens.’ Zegt hij.
‘En dat is?’ Vraag ik.
‘Dat is voor kinderen die ernstig ziek zijn, ze mogen een wens doen, en die stichting, en in dit geval ook dat programma, maken die wens waar.’ Zegt hij.
‘En waarom belden ze hierheen?’ Vraagt Tré.
‘Voor jullie. Er is namelijk een meisje, ze heeft niet meer zo lang te leven, maar ze is echt gek op jullie. Maar door haar ziekte kan ze niet naar de Green Day concerten.’ Legt hij uit.
‘Ze kan niet, of mag ze niet omdat haar ouders bezorgd zijn?’ Vraag ik.
‘Ik denk dat het vooral bezorgdheid is. Maar het komt erop neer dat jullie haar wens zijn.’ Zegt hij.
‘Klinkt leuk. En voor wanneer is dat?’ Vraagt Mike.
‘Volgende week woensdag.’ Zegt hij.
‘Dan al? Daar gaat onze vrije dag.’ Zegt Tré verbaasd.
‘Het moet nou eenmaal een beetje vlot. Het klinkt lullig, maar ze gaat echt heel snel achteruit.’ Zegt hij.
Zoals afgesproken wordt woensdag het programma opgenomen.
Morena, het meisje waar het om gaat, zit nu nog op school, en we verassen haar straks. Terwijl zij weg is kunnen ze alvast met haar ouders een paar dingen opnemen.
Voor ons is er nog niet echt veel te doen, enkel kennismaken met haar ouders.
Morena heeft een ziekte waardoor ze steeds verder verlamd raakt. Het begon bij haar benen, en het gaat steeds verder, tot het bij haar hart aankomt.
Laatst hebben ze ook nog te horen gekregen dat ze een ernstige vorm van kanker heeft. Haar toekomst ziet er dus niet al te mooi uit.
Eindelijk is het zo ver, Morena kan elk moment thuis komen. Wij wachten gespannen.
We hebben ondertussen wel een paar verhalen gehoord, maar in het echt kan ze toch heel anders zijn. En hoe zou ze reageren?
Na een tijdje horen we de motor van het busje waarmee ze thuis wordt gebracht. Daarna wordt er een sleutel in het slot van de voordeur gestoken.
‘Ben thuis!’ Roept ze door het huis heen.
‘Wij zijn in de woonkamer.’ Antwoordt haar moeder.
De deur gaat open. ‘Hoi.’ Zegt ze.
Wanneer ze ons ziet blijft ze abrupt stilstaan. Ze wil wat zeggen, maar even slaat ze dicht.
Ik besluit dat wij maar beter het ijs kunnen breken.
‘Surprise!’ Zeggen we tegelijk.
Ze ontspant een beetje en lacht een beetje zenuwachtig.
De presentator van het programma neemt het over.
‘We hebben gehoord dat je een grote Green Day fan bent.’ Zegt hij.
Verlegen knikt Morena.
‘We zijn hier gekomen voor de stichting Doe een wens. En vandaag maken we jouw wens waar. Je mag de hele dag met Billie Joe, Mike en Tré Cool doorbrengen.’ Zegt hij.
‘Wauw… Dat is echt te gek.’ Zegt ze zacht.
Na een tijdje kletsen wordt ze steeds losser, en zien we steeds meer hoe ze in werkelijkheid is.
Ze is helemaal niet zo verlegen, juist heel spontaan en bijdehand.
De tijd vliegt echt voorbij.
‘Ik hoorde net van je ouders dat je ook gitaar speelt. Akoestisch of elektrisch?’ Vraag ik.
‘Beide. Maar de laatste tijd meer akoestisch.’ Zegt ze.
‘Wil je wat spelen voor de camera?’ Vraagt de presentator.
‘Nou… Ik weet niet of dat wel lukt. Ik bedoel, ik speel normaal als ik alleen ben.’ Zegt ze met een lichte blos op haar wangen.
‘Zeker weten?’ Vraagt hij alsnog.
‘Zo goed ben ik ook weer niet. En ik weet zeker dat vooral die camera me behoorlijk op mijn zenuwen gaat werken.’ Zegt ze. ‘Sorry meneer de cameraman.’
De cameraman lacht en seint dat het niet uitmaakt.
Ik snap wel dat ze het niet wil. En ik wil vooral niet dat ze gepusht wordt. Als ze het niet wil, moet ze het gewoon niet doen, deal with it!
‘Mag ik jouw gitaar eens zien?’ Ik verander expres van onderwerp. Gelijk krijg ik een dankbare blik terug van haar.
‘Natuurlijk.’ Zegt ze. Ze keert om, en ik ga haar achterna.
Verbaasd blijven de anderen zitten. Mooi zo, want soms kan een camera behoorlijk storend zijn.
‘Oh, ik kan net niet bij de deurkruk. Kan jij ‘m even open doen?’ Vraagt ze voorzichtig. Ze rijdt opzij om me erbij te laten.
Wanneer ik de deur open doe kijk ik vrijwel gelijk mezelf aan vanaf een poster.
Overal waar ik kijk zijn posters geplakt van verschillende bands. Vooral punkbands, maar ook andere soorten. Sommige herken ik, andere weer niet.
In een hoekje staat haar gitaar. ‘Dat is ‘m.’ Zegt ze terwijl ze hem pakt.
Zo te zien zorgt ze er goed voor, want er is geen krasje te bekennen.
‘Wauw, echt mooi.’ Zeg ik. ‘Speel je uit een boekje? Of op gehoor?’
‘Ik kan geen noten lezen, dus alles gaat op gehoor.’ Lacht ze.
‘Klinkt bekend.’ Geef ik toe.
‘Echt? Doe je dat allemaal op gehoor? Wauw, dat vind ik echt knap. Ik bedoel, ik heb nog een cd’tje die ik na kan doen. Maar jij maakt zulke muziek vanuit het niets, om het maar zo te zeggen.’ Zegt ze.
‘Het is af en toe inderdaad best lastig. Maar soms dan heb ik iets in mijn hoofd, en dan wil het er niet meer uit.’ Zeg ik lachend. ‘Maar wat voor muziek speel je? Sorry voor mijn nieuwsgierigheid trouwens.’
‘Maakt niet uit. Euhm… Verschillend. Ligt een beetje aan mijn stemming. Maar er zijn nummers waar ik echt altijd van houd. Good Riddance bijvoorbeeld, die vind ik echt zo mooi. En 21 Guns ook. Veel meer nummers hoor, maar deze horen echt bij mijn favorieten.’ Zegt ze.
‘Dat is leuk om te horen, twee Green Day nummers.’ Zeg ik lachend. ‘Mag ik vragen waarom je die twee hebt gekozen?’
‘Geen idee, ze zijn echt heel mooi. En ze helpen me door moeilijke tijden heen.’ Zegt ze, nu een stuk serieuzer.
Daar kan ik me op zich wel wat bij voorstellen.
Helaas wordt ons gesprek verstoord door de regisseur van het programma.
‘De tijd is al bijna voorbij. Kunnen we nog even een paar shots doen?’ Stelt hij voor.
Morena krijgt concertkaartjes voor morgenavond. Ze is echt super blij.
Haar ouders kunnen mee, dus ze hoeven niet bezorgd te zijn.
We nemen nog afscheid, en daarna gaan we op weg naar het hotel voor vannacht.
Morgen moet het weer een grote show worden in de Ahoy.
Toen we vanmiddag in de Ahoy aankwamen stond er al een hele rij met allemaal mensen. We hebben snel een soundcheck gedaan. En we komen net terug van het uitdelen van handtekeningen.
Ik ben benieuwd of Morena nog komt. Als het aan haar ligt in ieder geval wel.
Nog een half uurtje te gaan. Maar het gaat zo traag.
En straks, eenmaal op het podium, vliegt de tijd voorbij. Voor ik het weet zitten we weer in de bus, op weg naar het volgende concertgebouw.
Zenuwachtig controleer ik de laaste dingen aan mijn gitaren.
Vraag me niet waarom, maar zelfs na 20 jaar optreden maak ik me nog steeds zenuwachtig over elke show. Het moet gewoon allemaal perfect gaan.
En achteraf zijn er toch nog van die kleine dingetjes die beter hadden gekund.
De band van ons voorprogramma komt weer terug. Dat betekend dat wij zo moeten.
Is de tijd zo snel gegaan?
Nog eens controleer ik mijn gitaar, deze keer alleen diegene die nu om mijn nek hangt.
Tré gaat achter zijn drums zitten, straks moet hij gelijk beginnen.
Het is nog helemaal donker, dus voor de mensen in de zaal valt er nog vrij weinig te zien.
Nog een paar keer spring ik op en neer.
De lampen gaan aan.
Snel ren ik het podium op, op de voet gevolgd door Mike.
Het geschreeuw barst los, en de adrenaline giert door mijn lijf.
Dit voelt zó goed!
Alles gaat perfect.
Ik haal een aantal mensen het podium op. Soms om met ons mee te spelen, soms om het publiek nat te spuiten met de supersoaker, en een andere keer om weer het publiek in te springen.
Het publiek doet geweldig mee. En dat is de reden dat ik hier graag optreed. Net zoals in België trouwens, daar kunnen ze er ook wat van.
Ik ga in het publiek op zoek naar Morena. Na een tijdje vind ik haar.
Ik vraag een van de bewakers of hij haar het podium op wil helpen.
Wanneer ze doorkrijgt wat de bedoeling is worden haar ogen zo groot als schoteltjes.
Voorzichtig wordt ze uit haar rolstoel gehesen. Snel geeft haar vader een paar krukken aan de bewaker.
Ze kan er heel even mee staan, maar houd het niet lang vol. Daar hebben we ook al rekening mee gehouden. Al snel komt er een hoge kruk het podium op. Daar gaat ze zitten.
In de coulisse vraag ik om nog een akoestische gitaar die aangesloten is.
Die geef ik aan haar.
‘Wil je 21 Guns meespelen?’ Vraag ik haar, expres niet in de microfoon.
Enthousiast knikt ze. ‘Natuurlijk wil ik dat. Maar stel dat het fout gaat?’ Vraagt ze.
‘Gebeurt niet. En als het gebeurt, nou en? Het gaat erom dat je het naar je zin hebt. Heb je het naar je zin hier?’ Vraag ik.
‘Zeker!’ Zegt ze vrolijk.
‘Nou, dan komt het helemaal goed.’ Ik help haar met de gitaar. Ondertussen juicht het publiek vrolijk.
Het gaat perfect, dat had ik ook wel verwacht, ik wist wel dat ze het kon. En zo te zien geniet ze van dit moment zoals geen ander dat kan.
Na het nummer gaan we van het podium af terwijl Morena terug naar haar ouders gebracht wordt.
Snel ga ik backstage en werk ik wat water achterover, daar had ik echt even behoefde aan.
Als afsluiting speel ik nog Wake me up when september ends akoestisch.
Ik heb nog geen maat volgespeeld en er gaan al mobieltjes en aanstekers de lucht in.
Daarna begin ik met het intro van Good Riddance.
Als ik in het publiek kijk heb ik Morena al vrij snel weer gevonden.
Naast haar staat haar moeder, duidelijk nog onder de indruk van de blijdschap van haar dochter. En ik denk ook wel stiekem opgelucht dat haar dochter weer heelhuids terug is gekomen.
Aan haar andere kant staat haar vader, hij maakt zo te zien foto’s. Net zoals wel meer mensen hier dat doen. Al mag het eigenlijk niet, but who cares?
Ik ga helemaal op in het nummer.
Op het einde wordt ik uit mijn trance gehaald door het vuurwerk dat de lucht in knalt. Nog één keer komt iedereen op, en dan gaan we weg.
‘Waar was jij daarnet met je gedachten?’ Vraagt Mike lachend als we met z’n allen backstage zijn.
‘Overal en nergens. Hoezo?’ Vraag ik.
‘Dat was te zien. Nou, ik weet niet of het iedereen is opgevallen, maar je leek nogal ver weg.’ Zegt hij.
‘Oeps, nouja, niets aan te doen.’ Zeg ik.
We stappen de bus in, op weg naar de volgende plaats, ergens in België. Ik ben nu al vergeten waar.
Een paar maanden later zijn we klaar met touren, en hebben we vakantie. Weer lekker thuis in de VS.
Toch blijven sommige dingen van de tour me achtervolgen.
Hoe zou het nu gaan met Morena? Daar heb ik al een tijdje niet meer aan gedacht. Ik weet eerlijk gezegd ook niet hoe ik er nu ineens op kom. Gewoon, uit het niets.
‘Zou het raar zijn om langs te gaan?’ Vraag ik aan Tré. ‘Gewoon, uit belangstelling.’
‘Geen idee. Oordeel zelf. Ik denk het niet, maar aan de andere kant ook weer wel. Ik bedoel, hoeveel fans worden er “zomaar”ť bezocht door hun idool?’ Vraagt hij.
‘Vrij weinig. Maar hoeveel bands overnachten er bij hun fans?’ Vraag ik.
‘Geen idee. Volgens mij zijn dat er aardig wat. En dan nog, dat was vroeger, nu doen we dat niet meer. Wel jammer, het was wel altijd gezellig.’ Zegt hij.
‘Dat is waar, ja.’ Ik glimlach bij de herinnering aan die tijd.
‘Ik doe het gewoon, kan mij het schelen wat anderen ervan denken.’ Zeg ik uiteindelijk.
‘Zo ken ik je weer. Succes.’ Zegt hij.
Impulsief als ik ben boek ik diezelfde dag nog een last-minute reis naar Nederland.
Morgen vertrek ik al! Dat is het voordeel van last-minute.
Snel pak ik wat spullen in. Ik blijf niet lang, gewoon een dag, dus ik heb niet zo veel nodig. Ik Overnacht wel in een hotel daar.
De volgende ochtend gaat de wekker al veel te vroeg. Hoe kan je dit nou ochtend noemen? Het is 2 uur in de ochtend.
Snel kleed ik me om en regel de laatste dingen.
Wanneer ik net klaar ben staat de taxi voor de deur.
Alsof hij het wist dat ik precies nu klaar zou zijn! Ha!
Eenmaal op het vliegveld is het echt onwijs druk!
Gelukkig ben ik al vrij snel aan de beurt met inchecken, en het vliegtuig heeft geen vertraging. Today is my lucky day!
Eenmaal in het vliegtuig zit ik naast het raam. Ik doe mijn handbagage in het rek wat daarvoor bestemd is, en ga zitten.
Als een van de laatste komt er een vrouw met een kind van een jaar of 4 naast me zitten. Het kleine jochie zit aan het gangpad, en zij in het midden.
‘Mamma, mag ik mijn kleurblok?’ Vraagt hij.
‘Strakjes, als we in de lucht zijn mag je je tekenblok.’ Zegt ze.
‘Oké.’ Zegt het jongetje op een schattige toon.
Wat lief. Ik kan een glimlach niet onderdrukken.
Na een tijdje komt er een stewardess die een hele uitleg geeft over wat je moet doen in nood. Ik hoop dat ik daar nooit gebruik van moet maken. Volgens mij vergeet ik de helft.
Als ze klaar is gaat het icoontje dat aangeeft dat je je riem vast moet maken knipperen.
We rijden weg, en al snel stijgen we omhoog.
Ik voel de druk op mijn oren erger worden, maar daar had ik al rekening mee gehouden. Een oud trucje; kauwgum of snoepjes meenemen.
‘Mamma, ik krijg last van mijn oren.’ Zegt het jongetje.
‘Dan moet je slikken, dat helpt.’ Zegt ze.
‘Helpt niet.’ Zegt hij.
‘Ik heb wel snoepjes bij me. Misschien helpt dat.’ Stel ik voor, en laat het pakje met Redband snoepjes zien.
‘Dat is wel heel lief. Wat zeg je dan, Joey?’ Vraagt de moeder.
‘Dank u wel.’ Zegt hij braaf.
‘Graag gedaan hoor.’
Wanneer we weer recht vliegen haalt Joey’s moeder zijn tekenblok tevoorschijn. Gelijk gaat hij aan de slag.
Zijn moeder geniet van de rust, en gaat een tijdschrift lezen.
En ik vermaak mezelf met een, nu nog, leeg kladblok. Er komt vanzelf wel wat op te staan, nu is het alleen nog de vraag hoe lang dat gaat duren.
Ongeduldig tik ik wat met mijn pen.
Kom op, er moet toch wel íets zijn wat kan na die zin?
In mijn ooghoek zie ik dat de moeder de moeder niet langer meer het tijdschrift leest.
Zuchtend ga ik achterover zitten. Waarom lukt het nou niet? Ik heb alle tijd.
Wanneer ik naar links kijk zie ik dat ze naar me keek. Snel kijkt ze weer weg.
‘Wat is er?’ Vraag ik lachend.
‘Nou, het klinkt een beetje raar. Maar ik zie je net in dit blad staan. Of je bent gewoon een goede look-a-like.’ Zegt ze
‘Oh, dat kan ja. Dat was van vorige week, vlak na het concert.’ Zeg ik.
‘Green Day… Die naam heb ik wel eens horen vallen. Maar eerlijk gezegd let ik niet zo goed op wat er in de top 40 staat. En mijn zoontje is er ook nog niet zo mee bezig.’ Zegt ze lachend.
‘De mijne ook nog niet zo heel erg. Nouja, wel een beetje. Het maakt me niet uit waar ze naar luisteren, maar er zijn wel van die rappers die ik niet ga aanbevelen. Maar verbieden zou ik het niet doen.’ Zeg ik.
‘Ze? Meerdere kinderen dus?’ Vraagt ze.
‘Jep, 2 kids. Joey en Jakob.’ Zeg ik trots.
We praten nog wat. Voor de rest slaap ik vooral in het vliegtuig. Van die tekst komt toch vrij weinig terecht.
Eindelijk landen we in Nederland.
Het tijdverschil is nogal groot, en het is al middag. Op deze manier kan ik echt zeggen time flies.
Eerst maar op naar een hotel. Die heb ik thuis al opgezocht op internet. Dat scheelt in ieder geval wat zoekwerk.
Ik ga er met de taxi heen.
Eenmaal daar dump ik mijn spullen.
Nu de volgende actie; naar Morena en haar ouders.
De straat heb ik opgeschreven, dus dat komt wel goed.
Na een half uurtje ben ik in de straat aangekomen. Het begint te regenen, en niet zo zacht ook.
Shit, typisch weer zoiets voor Nederland.
Met een wat stevigere pas loop ik door tot ik het goede huis heb gevonden.
Er wordt al snel open gedaan nadat ik heb aangebeld.
‘Billie Joe? Jou had ik niet verwacht.’ Zegt haar moeder ongelovig. ‘Kom maar snel binnen, anders vat je kou.’
Een beetje bibberend van de kou blijf ik staan in de gang terwijl Morena’s moeder ergens naartoe verdwenen is.
De regen drupt van mijn haar op mijn neus, andere druppels vallen in mijn kraag en lopen over mijn rug heen. Dat zorgt voor nog meer kippenvel.
Al snel komt ze weer terug met een handdoek.
‘Asjeblieft. Dan kan je je tenminste een beetje afdrogen. Ik wil niet de schuldige zijn die ervoor gezorgd heeft dat je morgen ziek bent.’ Zegt ze lachend.
‘Bedankt.’ Zeg ik, en neem de handdoek aan. Hij is lekker zacht en warm.
We gaan naar de woonkamer. Daar krijg ik een hete kop koffie.
‘Je kwam denk ik niet zonder reden hierheen.’ Zegt ze na een korte stilte.
‘Dat klopt. Nouja, het was wel een beetje impulsief moet ik eerlijk toegeven. Maar laatst dacht ik weer aan jullie, en ik wilde weten hoe het met jullie ging. Ik had natuurlijk wel kunnen bellen ofzo, maar ik had geen telefoonnummer.’ Zeg ik lachend.
Het klinkt eigenlijk best wel stom. Welke gek haalt dat nou in zijn hoofd? “goh, ik heb geen telefoonnummer, nouja, dan vlieg ik maar even over van Amerika naar Nederland.”ť Nouja, kennelijk ben ik zo’n gek.
‘Het gaat zijn gangetje.’ Zegt de moeder van Morena. Er klinkt een droevige toon in haar stem, en ze is lang niet meer zo vrolijk als daarnet.
‘Is er iets aan de hand?’ Vraag ik belangstellend.
Ze haalt diep adem. ‘Een week geleden is ze overleden.’ Zegt ze.
Haar ogen beginnen te glimmen, en het duurt niet lang voordat de eerste traan over haar wang biggeld.
‘Sorry, ik wilde u niet aan het huilen maken.’ Ik voel me wel schuldig.
‘Maakt niet uit. Hoe kon jij het nou weten? Ik weet zeker dat je hierheen kwam met een goede bedoeling.’ Zegt ze.
Even is het weer stil, op het gesnik van Morena’s moeder na.
‘Ze heeft echt genoten van het concert. Alle foto’s hangen nog in haar kamer, en alle stukjes die we in tijdschriften konden vinden hebben we voor haar bewaard. Maar het ging zo slecht met haar. De kanker verspreidde zich zo snel. En ze raakte steeds meer verlamd. Het was zo treurig om te zien.’ Zegt ze.
Ik voel de tranen prikken achter mijn ogen.
‘Ze kon nog amper wat. En uiteindelijk is ze ’s nachts overleden. Misschien is het wel beter. Ze had zo veel pijn, en nu niet meer.’ Zegt ze.
Ik weet hier niets op te zeggen, maar het doet me wel herinneringen oproepen aan mijn eigen vader.
‘Gaat het?’ Vraagt ze tenslotte.
‘Ja, ongeveer. Oude herinnering.’ Zeg ik.
‘Wil je erover praten?’ Vraagt ze.
‘Het is wel lang geleden. Toen ik tien jaar was is mijn vader overleden aan kanker. Dat was ook een behoorlijke schok.’ Vertel ik.
‘Ojee toch.’ Zegt ze geschrokken.
‘Het nummer Wake me up when september ends heb ik voor mijn vader geschreven.’ Zeg ik.
‘Dat is echt een heel mooi nummer. En het heeft dus ook een heel mooie betekenis.’ Zegt ze.
Ik knik, want door de brok in mijn keel krijg ik er geen woord meer uit.
We praten nog even verder.
‘Hoe lang blijf je hier in Nederland?’ Vraagt ze na een tijdje.
‘Alleen vandaag. Morgen ga ik weer terug.’ Zeg ik.
‘Oh, oké. Veel succes verder dan.’ Zegt ze. Er klinkt teleurstelling in haar stem.
‘Wat is er?’ Vraag ik.
‘Niets, laat maar zitten.’ Zegt ze terwijl we naar de gang lopen. Buiten is het gelukkig gestopt met regenen.
‘Zeker weten?’ Vraag ik nog.
‘Ja…Nee… Morgen is haar begrafenis. Moeilijke tijd dus.’ Zegt ze wat zachter.
Morgen? Wow, dan heb ik mijn bezoekje wel erg slecht getimed.
We nemen nog afscheid, en dan ga ik weer terug naar het hotel.
Wanneer ik op mijn bed plof val ik bijna gelijk in slaap.
Ik droom van alles door elkaar. Van mijn vader, de concerten, en dan weer over de tv opnames, en later weer over iets heel anders.
Wanneer ik wakker word begrijp ik er niets van. Waarom loopt alles altijd zo raar door elkaar heen?
Het is nog vroeg in de avond, maar wel laat genoeg voor het avondeten. Daar maak ik natuurlijk even gebruik van.
Beneden is het restaurant wat bij het hotel hoort.
Al snel komt er een ober langs om te vragen wat ik wil eten. Ik heb van de meeste dingen geen idee wat het is, dus ik bestel maar wat.
Wanneer ik het overvolle bord voor mijn neus krijg vraag ik me af of ik het wel allemaal op kan.
Het eten is heerlijk, en tot mijn verbazing is alles op.
Ik ga al vroeg naar bed, en niet zonder reden. Morgen gaat al vroeg de wekker.
Ook al ben ik nog zo vroeg gaan slapen, ik erger me alsnog kapot aan mijn wekker wanneer het vervelende ding afgaat.
Wanneer ik hem uit probeer te slaan valt hij op de grond, maar blijft toch afgaan.
Ik tast over de vloer, maar kan hem niet vinden.
Mopperend doe ik het licht aan.
Auw! Veel te fel licht! En laat dat rotding nou uitgaan!
Wanneer mijn ogen gewend zijn aan het licht heb ik al snel de wekker te pakken. Gelukkig.
Het is weer helemaal stil in de kamer. Wat een rust.
Erg lang kan ik er niet van genieten, ik moet opschieten met de laatste dingen inpakken.
Nadat ik snel een broodje heb weggewerkt vertrek ik weer naar het vliegveld.
Gelukkig heeft het vliegtuig geen vertraging, en verloopt alles goed.
Wanneer we opstijgen, bekruipt me toch nog een schuldgevoel.
Ik kan het niet uit mijn hoofd zetten.
‘Kom op Billie, je kunt er niets aan doen dat je vandaag alweer terug moet. Morgen moet je weer voor duizenden mensen optreden.’ Zeg ik in gedachten tegen mezelf.
Morgen. Hoe laat is het nu eigenlijk in Amerika? Volgens mij is het daar nog gisteren.
Best raar…
Na een paar uur ben ik weer op het vliegveld. De tijd is behoorlijk snel gegaan, maar dat kan ook komen doordat ik nogal veel heb geslapen.
Waarom slaap je eigenlijk zo veel in een vliegtuig? Of je slaat heel veel, of juist helemaal niet.
‘Hoe was het in Nederland?’ Vraag Mike.
‘Nat en koud.’ Lach ik.
‘Echt weer typisch het weer van daar.’ Zegt Tré.
‘Maar even serieus. Ik had mijn reisje nogal rot gepland.’ Zeg ik.
‘Hoezo dat?’ Vraagt Mike.
Ik zoek even op de lopende band naar mijn koffers.
‘Afgelopen week is ze overleden, en vandaag was de begrafenis.’ Vertel ik.
‘Serieus? Zo snel?’ Vraagt Tré ongelovig.
Ik vertel ze het hele verhaal van begin tot eind.
En ik had het al verwacht, maar ze lachen me vierkant uit voor het wekker verhaal. Kan ik er wat aan doen?
‘Toch wordt ik nog achtervolgd door een schuldgevoel ofzo.’ Zeg ik.
‘Hmm… Maar je hoeft je nergens schuldig om te voelen. Jij kunt er toch niets aan doen?’ Zegt Mike.
Ik moet hem wel gelijk geven. Maar toch zit ik er nog mee…
Reacties:
Arme iiiiikkkkk
(Jij; Neeheeeeee, arme naamgenoot-persoontje!!! )
Maarja..
Beautiful *-*
I had to krijjjjjjj
Xx.
wOOOW.
Mooi.
Serieus, zielig.
Woow.
Ik ben spraakzaam.. >.<
Mjaa.
Woow, Gaaf, Mooi!